Skip to content

Copyright

Jos Lansink: "Ik kan het blijkbaar nog en dat wil ik volgend jaar tonen"

Jos Lansink (54) zou volgend jaar een wereldrecord kunnen breken door voor de achtste maal op rij naar de Olympische Spelen te gaan, maar Team Belgium plaatste zich niet voor Rio en Lansink kon zelf zijn steentje niet bijdragen. Samen met het Belgische Nieuwsblad blikt hij terug op 2015.

Wordt het elk jaar niet moeilijker om aansluiting te vinden bij de top?

Jos Lansink: “Absoluut, al heb ik nooit in mijn loopbaan elke proef gereden om te winnen. Ik wil in de eerste plaats paarden opleiden en verbeteren. Mijn stal kan niet draaien op prijzengeld, hij draait wel op de handel en de markt vraagt goed geschoolde paarden.” “Bij uitbreiding was dat al heel mijn leven mijn strategie: paarden degelijk en onderbouwd opleiden, niet te veel winnen, maar er wel staan op de juiste moment in de juiste proef. Ik rij voor eigen rekening met mijn eigen paarden.” “Er zijn veel ruiters die veel winnen om te stijgen op de wereldranglijst, maar die rijden niet met eigen paarden: een heel andere insteek. Ik kom enkel buiten als de paarden er klaar voor zijn, want de wereldranglijst betaalt mijn rekeningen niet.

Vormt de wereldranglijst het grootste gevaar?

“Zeker weten, die lijst is het grootste vergif voor de paarden. Ik wil geen namen noemen, al zijn er voldoende voorbeelden van paarden die op het einde van het jaar op zijn, louter voor die wereldranglijst.” “Ik trok me nooit iets aan van die ranglijst, misschien ook omdat ik elk paard gereden heb alsof het mijn paard was. Dat probeer ik nu ook aan mijn ruiters mee te geven.

Heb je daarom bedankt voor Jumping Mechelen?

“Helaas wel. For Cento evolueerde in de goede richting en zou de wereldbeker springen in Mechelen, al voelde ik dat we geen potten zouden breken daar. Als dat niet lukt, hoeft het niet voor mij.” “De gemiddelde kwaliteit van de paarden stijgt, al zijn er in onze sport niet zoveel extreem goede paarden en dan worden die uitzonderingen effectief heel duur verkocht.” “Die evolutie maakt de handel moeilijker. Naar doorsnee paarden is er bijna geen vraag meer. Je moet de betere paarden op stal krijgen. Daar betalen klanten veel geld voor.”

Wat was sportief je mooiste moment van 2015?

“De finale van de landencompetitie in Barcelona. Ik was blij dat we tweede werden in de Duitse landenprijs in Mannheim. Dat was top, al stak Barcelona er toch bovenuit, ook omdat ik vaststelde dat ik die proeven nog kan springen.” “De finale van de landencompetitie was met voorsprong de moeilijkste ronde van 2015 en dat zeg ik niet, maar de andere ruiters die frequenter dergelijke wedstrijden springen. Ik kan het blijkbaar nog en dat wil ik volgend jaar tonen.”
Jos Lansink (54) zou volgend jaar een wereldrecord kunnen breken door voor de achtste maal op rij naar de Olympische Spelen te gaan, maar Team Belgium plaatste zich niet voor Rio en Lansink kon zelf zijn steentje niet bijdragen. Samen met het Belgische Nieuwsblad blikt hij terug op 2015.

Wordt het elk jaar niet moeilijker om aansluiting te vinden bij de top?

Jos Lansink: “Absoluut, al heb ik nooit in mijn loopbaan elke proef gereden om te winnen. Ik wil in de eerste plaats paarden opleiden en verbeteren. Mijn stal kan niet draaien op prijzengeld, hij draait wel op de handel en de markt vraagt goed geschoolde paarden.” “Bij uitbreiding was dat al heel mijn leven mijn strategie: paarden degelijk en onderbouwd opleiden, niet te veel winnen, maar er wel staan op de juiste moment in de juiste proef. Ik rij voor eigen rekening met mijn eigen paarden.” “Er zijn veel ruiters die veel winnen om te stijgen op de wereldranglijst, maar die rijden niet met eigen paarden: een heel andere insteek. Ik kom enkel buiten als de paarden er klaar voor zijn, want de wereldranglijst betaalt mijn rekeningen niet.

Vormt de wereldranglijst het grootste gevaar?

“Zeker weten, die lijst is het grootste vergif voor de paarden. Ik wil geen namen noemen, al zijn er voldoende voorbeelden van paarden die op het einde van het jaar op zijn, louter voor die wereldranglijst.” “Ik trok me nooit iets aan van die ranglijst, misschien ook omdat ik elk paard gereden heb alsof het mijn paard was. Dat probeer ik nu ook aan mijn ruiters mee te geven.

Heb je daarom bedankt voor Jumping Mechelen?

“Helaas wel. For Cento evolueerde in de goede richting en zou de wereldbeker springen in Mechelen, al voelde ik dat we geen potten zouden breken daar. Als dat niet lukt, hoeft het niet voor mij.” “De gemiddelde kwaliteit van de paarden stijgt, al zijn er in onze sport niet zoveel extreem goede paarden en dan worden die uitzonderingen effectief heel duur verkocht.” “Die evolutie maakt de handel moeilijker. Naar doorsnee paarden is er bijna geen vraag meer. Je moet de betere paarden op stal krijgen. Daar betalen klanten veel geld voor.”

Wat was sportief je mooiste moment van 2015?

“De finale van de landencompetitie in Barcelona. Ik was blij dat we tweede werden in de Duitse landenprijs in Mannheim. Dat was top, al stak Barcelona er toch bovenuit, ook omdat ik vaststelde dat ik die proeven nog kan springen.” “De finale van de landencompetitie was met voorsprong de moeilijkste ronde van 2015 en dat zeg ik niet, maar de andere ruiters die frequenter dergelijke wedstrijden springen. Ik kan het blijkbaar nog en dat wil ik volgend jaar tonen.”
Vorige Johnny Pals pakt eerste Nederlandse overwinning in het nieuwe jaar Volgende Nieuwe chef d'equipe voor Brazilië