Zaterdag 28 april wordt in Ermelo een demonstratiewedstrijd Hunter-Jumper Equitation gehouden. De bescheiden Joan Scharffenberger is een van de kenners die helpen om de wedstrijd vorm te geven. Ze heeft recht van spreken want ze was kampioen in die klasse in de Verenigde Staten. Maar Joan heeft heel veel meer gedaan: ze was een vaste waarde in het Amerikaanse springteam, onder andere met de legendarische Victor. Sinds 1990 woont ze in het Noord-Limburgse Ottersum met haar man Wiljan Laarakkers en twee zoons die uitgevlogen zijn.
Zo rustig en bescheiden als Joan nu overkomt, zo fanatiek was ze in haar jongere jaren. Ze groeide op in de heuvels rond Los Angeles in een ondernemersgezin met vier broers en een zus, met Joan als ruim de jongste. In het paardvriendelijke dorp was het verplicht om een ruiterpad om je huis heen te hebben en in die sfeer begon Joan als peuter al met western rijden, en dan vooral barrel racing: zo snel mogelijk om de opgestelde tonnen heen: “Daar kregen we geen les in, dat deden we gewoon. Plat door de bocht, prachtig was dat. Toen ik een jaar of 7 of 8 was, ben ik voor mezelf gaan springen met mijn paardje, een kruising tussen een quarter en een volbloed. Want pony’s waren er nauwelijks. Zonder zadel, soms op een paardje van de buren, ook op een ezel, het maakte niet uit. Les kreeg ik op een gegeven moment van een trainster uit het dorp, zij gaf les in alle disciplines, ze was een soort cowboy. Judy Martin werd mijn eerste echte trainer, daar moesten we een half uur voor rijden en mijn paard moest daar op stal. Zij vond voor mij een nieuwe quarter X volbloed, dat was gewoon in die tijd, er waren geen Europese paarden. Op m’n 9e heb ik met haar begeleiding de eerste springwedstrijd gereden. Dat kon omdat ik best lange benen had.”
[caption id="attachment_163538" align="alignnone" width="257"] Ponyrijden met een nichtje eind jaren '60 in California[/caption]
Toen Joan een jaar of 11 was, zagen haar ouders wel dat de ambitie serieuze vormen begon aan te nemen. Ze volgde clinics bij George Morris en Rodney Jenkins, de grootste namen in de Amerikaanse springsport: “Moeder vond dat we alles moesten doen wat we konden om verder te komen. En ik wilde zoveel leren als ik maar kon. Ik ben lang bij Judy Martin blijven lessen, dat kon met wat carpoolen wel gecombineerd worden met school. Maar op een gegeven moment moesten we voor de doorstroming toch naar het Oosten, daar werd bij voorbeeld de equitation finale gehouden.” Dat werd het nieuwe doel voor de junior Joan Scharffenberger, die op stal kwam bij George Morris in New Jersey maar dat combineerde met haar school thuis in Californië. Die maakte ze in record-tempo af, gedreven als ze was om in de springsport iets te bereiken.
[caption id="attachment_163539" align="alignnone" width="363"] Joan Scharfffenberger in de typische hunterstijl, winnaar van het Amerikaans kampioenschap[/caption]
Met het diploma op zak verhuisde ze onmiddellijk naar het Oosten en won ze de Equitation finale van de beste 500 deelnemers uit het hele land: “Voor veel deelnemers was dat het einddoel, maar voor mij niet. Ik was al een keer met het Amerikaanse juniorenteam in Frankrijk uitgenodigd geweest, dat was een andere wereld.” De getalenteerde Joan kreeg Silver Exchange te rijden, de volbloed waarmee Katie Monahan op het hoogste niveau reed. Vanaf toen reed ze wereldbekerwedstijden. En ze begon een studie geschiedenis en economie op de Georgetown universiteit in Washington, die ze later afmaakte, gecombineerd met wedstrijden vanaf elke donderdag in Florida.
[caption id="attachment_163544" align="alignnone" width="530"] Het gouden USA team: Debbie Dolan, Katie Prudent, Joan Scharffenberger en Anne Kursinski[/caption]
“Naast Silver heb ik veel jonge paarden gereden, uiteindelijk heb je er altijd wel een in opleiding. Eentje was Winnipeg, die stopte met een man, ik dacht dat hij pijn in de rug leek te hebben. Uiteindelijk heb ik hem toch gekocht. Of Dominca van Ans Rouweler, die stopte ook maar ik geloofde erin. Met die moeilijke paarden heb ik best veel gewonnen maar ik zocht toen toch naar een iets makkelijker paard. Dat werd Victor, 1.59 groot. Marlene Sinclair, een vriendin van mij, reed Victor toen hij 5 of 6 was. Ik kocht hem van haar op zijn 7e. George Morris geloofde er niet echt in. Haar trainer Norman Dello Joio wel. Jan Greve heeft Victor gefokt. In Nederland hadden allerlei grote handelaren hem op stal gehad maar ze hebben toch niet echt de potentie gezien. Ik begon rustig op 1.30/1.40, op z’n 7e. En als snel won hij op bijna elke wedstrijd in Europa speedrubrieken als tweede of derde paard. Vanaf zijn 8e heeft hij in landenwedstrijden bijna alleen maar 0 gelopen. Met Debby Dolan, Anne Kursinski en Katie Monahan hadden we wel een sterk meidenteam. En Victor werd tweede in de Grote Prijs van Calgary, dat was ook wel een mooie uitslag.”
In 1990, na de wereldruiterspelen in Stockholm, verhuisde Joan met haar paarden naar Ottersum naar haar liefde Wiljan Laarakkers, die ze in de wereldbekercircuits had leren kennen. Joan begon met Wiljan een eigen springstal. Met Victor reed ze tot en met 1992: “In de aanloop naar de Olympische Spelen in Barcelona moesten we in Amerika selectiewedstrijden rijden. George Morris was zo aardig om voor mij een heel klein stalletje te huren, want ik moest het zelf betalen allemaal. Op de laatste wedstrijd in Devon ging het mis. De modder daar was zo diep, Victor struikelde aan het eind en kwam op drie benen door de finish. Ook de beroemde Gem Twist werd daar uitgebeld. Daarna heb ik in Ottersum twee jaar lang aan zijn revalidatie gewerkt.”
[caption id="attachment_163542" align="alignnone" width="1200"] Joan Scharffenberger met Victor en Joe Fargis met de even legendarische Abdullah[/caption]
Joan ging voor het eerst in haar leven ‘landelijk’ rijden om de jonge paarden op te leiden: “In Amerika is het opleiden van jonge paarden peperduur. Je betaalt voor een weekend op concours zo 1000 dollar. In Nederland is dat anders. Op het Limburgs kampioenschap in Ottersum ben ik zelfs kampioen in het Z geworden met een paard dat we samen met Ger Poels hadden. En tegenwoordig heb je hier elke dag in de buurt wel een wedstrijd.” Daar rijdt Wiljan maar ook begeleidt Joan de leerlingen die op stal staan: diverse uit Nederland maar ook mensen uit Turkije. Op de stal in Ottersum wordt ook gefokt, bij voorbeeld met Lois Lane, die eerder verhuurd was aan Dominique Roelofsen. Twee nakomelingen van Numero Uno lopen al onder Wiljan, een derde van Cornet Obolensky komt eraan: “Nederland heeft een supermooi mengsel in de fokkerij met van alles en nog wat qua bloed. Ik hoop dat mensen in Nederland zien dat België iets vooroploopt met power en scope, die doen het erg goed. Maar mijn hart zit toch bij het Nederlandse paard, ik denk, dat komt wel goed omdat alles gemixt is.”
[caption id="attachment_163540" align="alignnone" width="337"] Joan Laarakkers-Sc[/caption]
En dan nu de equitation-wedstrijd in Ermelo: “Ik help gewoon mee in het organiseren. De gelegenheid vanuit de KNHS kwam heel snel, we hebben nu rond de 60 deelnemers. Florence Wetzel geeft de clinics, Angie Chovnick jureert. Het initiatief komt echt van de drijvende kracht Patricia van Motman, uit liefde voor de sport. Mooi dat ze iedereen een kans wil geven om op een leuke, veilige, ontspannen manier te springen, want dat wil je met Equitation bereiken. Ik wil daarna ook mensen gaan begeleiden. En er zijn plannen om in Barneveld samen met Patricia voor de klas te gaan staan in de instructeursopleiding, da’s ook heel leuk!”
Profiel Stal Laarakkers op Universal Horse Data
Zaterdag 28 april wordt in Ermelo een demonstratiewedstrijd Hunter-Jumper Equitation gehouden. De bescheiden Joan Scharffenberger is een van de kenners die helpen om de wedstrijd vorm te geven. Ze heeft recht van spreken want ze was kampioen in die klasse in de Verenigde Staten. Maar Joan heeft heel veel meer gedaan: ze was een vaste waarde in het Amerikaanse springteam, onder andere met de legendarische Victor. Sinds 1990 woont ze in het Noord-Limburgse Ottersum met haar man Wiljan Laarakkers en twee zoons die uitgevlogen zijn.
Zo rustig en bescheiden als Joan nu overkomt, zo fanatiek was ze in haar jongere jaren. Ze groeide op in de heuvels rond Los Angeles in een ondernemersgezin met vier broers en een zus, met Joan als ruim de jongste. In het paardvriendelijke dorp was het verplicht om een ruiterpad om je huis heen te hebben en in die sfeer begon Joan als peuter al met western rijden, en dan vooral barrel racing: zo snel mogelijk om de opgestelde tonnen heen: “Daar kregen we geen les in, dat deden we gewoon. Plat door de bocht, prachtig was dat. Toen ik een jaar of 7 of 8 was, ben ik voor mezelf gaan springen met mijn paardje, een kruising tussen een quarter en een volbloed. Want pony’s waren er nauwelijks. Zonder zadel, soms op een paardje van de buren, ook op een ezel, het maakte niet uit. Les kreeg ik op een gegeven moment van een trainster uit het dorp, zij gaf les in alle disciplines, ze was een soort cowboy. Judy Martin werd mijn eerste echte trainer, daar moesten we een half uur voor rijden en mijn paard moest daar op stal. Zij vond voor mij een nieuwe quarter X volbloed, dat was gewoon in die tijd, er waren geen Europese paarden. Op m’n 9e heb ik met haar begeleiding de eerste springwedstrijd gereden. Dat kon omdat ik best lange benen had.”
[caption id="attachment_163538" align="alignnone" width="257"] Ponyrijden met een nichtje eind jaren '60 in California[/caption]
Toen Joan een jaar of 11 was, zagen haar ouders wel dat de ambitie serieuze vormen begon aan te nemen. Ze volgde clinics bij George Morris en Rodney Jenkins, de grootste namen in de Amerikaanse springsport: “Moeder vond dat we alles moesten doen wat we konden om verder te komen. En ik wilde zoveel leren als ik maar kon. Ik ben lang bij Judy Martin blijven lessen, dat kon met wat carpoolen wel gecombineerd worden met school. Maar op een gegeven moment moesten we voor de doorstroming toch naar het Oosten, daar werd bij voorbeeld de equitation finale gehouden.” Dat werd het nieuwe doel voor de junior Joan Scharffenberger, die op stal kwam bij George Morris in New Jersey maar dat combineerde met haar school thuis in Californië. Die maakte ze in record-tempo af, gedreven als ze was om in de springsport iets te bereiken.
[caption id="attachment_163539" align="alignnone" width="363"] Joan Scharfffenberger in de typische hunterstijl, winnaar van het Amerikaans kampioenschap[/caption]
Met het diploma op zak verhuisde ze onmiddellijk naar het Oosten en won ze de Equitation finale van de beste 500 deelnemers uit het hele land: “Voor veel deelnemers was dat het einddoel, maar voor mij niet. Ik was al een keer met het Amerikaanse juniorenteam in Frankrijk uitgenodigd geweest, dat was een andere wereld.” De getalenteerde Joan kreeg Silver Exchange te rijden, de volbloed waarmee Katie Monahan op het hoogste niveau reed. Vanaf toen reed ze wereldbekerwedstijden. En ze begon een studie geschiedenis en economie op de Georgetown universiteit in Washington, die ze later afmaakte, gecombineerd met wedstrijden vanaf elke donderdag in Florida.
[caption id="attachment_163544" align="alignnone" width="530"] Het gouden USA team: Debbie Dolan, Katie Prudent, Joan Scharffenberger en Anne Kursinski[/caption]
“Naast Silver heb ik veel jonge paarden gereden, uiteindelijk heb je er altijd wel een in opleiding. Eentje was Winnipeg, die stopte met een man, ik dacht dat hij pijn in de rug leek te hebben. Uiteindelijk heb ik hem toch gekocht. Of Dominca van Ans Rouweler, die stopte ook maar ik geloofde erin. Met die moeilijke paarden heb ik best veel gewonnen maar ik zocht toen toch naar een iets makkelijker paard. Dat werd Victor, 1.59 groot. Marlene Sinclair, een vriendin van mij, reed Victor toen hij 5 of 6 was. Ik kocht hem van haar op zijn 7e. George Morris geloofde er niet echt in. Haar trainer Norman Dello Joio wel. Jan Greve heeft Victor gefokt. In Nederland hadden allerlei grote handelaren hem op stal gehad maar ze hebben toch niet echt de potentie gezien. Ik begon rustig op 1.30/1.40, op z’n 7e. En als snel won hij op bijna elke wedstrijd in Europa speedrubrieken als tweede of derde paard. Vanaf zijn 8e heeft hij in landenwedstrijden bijna alleen maar 0 gelopen. Met Debby Dolan, Anne Kursinski en Katie Monahan hadden we wel een sterk meidenteam. En Victor werd tweede in de Grote Prijs van Calgary, dat was ook wel een mooie uitslag.”
In 1990, na de wereldruiterspelen in Stockholm, verhuisde Joan met haar paarden naar Ottersum naar haar liefde Wiljan Laarakkers, die ze in de wereldbekercircuits had leren kennen. Joan begon met Wiljan een eigen springstal. Met Victor reed ze tot en met 1992: “In de aanloop naar de Olympische Spelen in Barcelona moesten we in Amerika selectiewedstrijden rijden. George Morris was zo aardig om voor mij een heel klein stalletje te huren, want ik moest het zelf betalen allemaal. Op de laatste wedstrijd in Devon ging het mis. De modder daar was zo diep, Victor struikelde aan het eind en kwam op drie benen door de finish. Ook de beroemde Gem Twist werd daar uitgebeld. Daarna heb ik in Ottersum twee jaar lang aan zijn revalidatie gewerkt.”
[caption id="attachment_163542" align="alignnone" width="1200"] Joan Scharffenberger met Victor en Joe Fargis met de even legendarische Abdullah[/caption]
Joan ging voor het eerst in haar leven ‘landelijk’ rijden om de jonge paarden op te leiden: “In Amerika is het opleiden van jonge paarden peperduur. Je betaalt voor een weekend op concours zo 1000 dollar. In Nederland is dat anders. Op het Limburgs kampioenschap in Ottersum ben ik zelfs kampioen in het Z geworden met een paard dat we samen met Ger Poels hadden. En tegenwoordig heb je hier elke dag in de buurt wel een wedstrijd.” Daar rijdt Wiljan maar ook begeleidt Joan de leerlingen die op stal staan: diverse uit Nederland maar ook mensen uit Turkije. Op de stal in Ottersum wordt ook gefokt, bij voorbeeld met Lois Lane, die eerder verhuurd was aan Dominique Roelofsen. Twee nakomelingen van Numero Uno lopen al onder Wiljan, een derde van Cornet Obolensky komt eraan: “Nederland heeft een supermooi mengsel in de fokkerij met van alles en nog wat qua bloed. Ik hoop dat mensen in Nederland zien dat België iets vooroploopt met power en scope, die doen het erg goed. Maar mijn hart zit toch bij het Nederlandse paard, ik denk, dat komt wel goed omdat alles gemixt is.”
[caption id="attachment_163540" align="alignnone" width="337"] Joan Laarakkers-Sc[/caption]
En dan nu de equitation-wedstrijd in Ermelo: “Ik help gewoon mee in het organiseren. De gelegenheid vanuit de KNHS kwam heel snel, we hebben nu rond de 60 deelnemers. Florence Wetzel geeft de clinics, Angie Chovnick jureert. Het initiatief komt echt van de drijvende kracht Patricia van Motman, uit liefde voor de sport. Mooi dat ze iedereen een kans wil geven om op een leuke, veilige, ontspannen manier te springen, want dat wil je met Equitation bereiken. Ik wil daarna ook mensen gaan begeleiden. En er zijn plannen om in Barneveld samen met Patricia voor de klas te gaan staan in de instructeursopleiding, da’s ook heel leuk!”
Profiel Stal Laarakkers op Universal Horse Data