Skip to content

Copyright

Jacques van der Harst: het niveau van rijden moet omhoog

Jacques van der Harst is de bevlogen voorzitter van KNHS-Noord-Brabant, instructeur en internationaal dressuurjurylid. Er zijn mensen die eerst carrière maken en dan iets in de paarden gaan doen, hij deed het andersom. Van der Harst is met zijn rijke ervaring bezorgd om het opleidingsniveau in Nederland: “Het niveau van rijden moet omhoog, de sport gaat anders te gronde.” Wat voor hem altijd voorop staat: “Ik doe het met hart en ziel, en anders niet.” Jacques van der Harst, 71 maar zeer alive and kicking, groeide op in Den Haag, waar zijn ouders in het centrum aan de Brouwersgracht een drogisterij hadden. Bij de opvoeding hoorde ook paardrijden, waarvoor hij op de manege in Wassenaar belandde: “Daar ben ik al vrij snel betrokken geraakt bij allerlei activiteiten, Helene Aubert reed er ook in die tijd. Als opleiding heb ik eerst een drogisterij-cursus gedaan, maar dat was toch niet mijn hobby. Ik ben de techniek in gegaan, na de MTS de HTS werktuigbouwkunde, en nog later in 1988 fijnbankwerker als hobby. Min of meer gedwongen door mijn ouders, die vonden dat ik diploma’s moest halen.” En toen dat erop zat, was er voor Jacques eindelijk onbeperkte ruimte voor de paardensport. Hij vertrok vanuit Den Haag naar de Eswalmanege in Vries: “Gewoon brutaalweg gesolliciteerd, ik heb een proefles gegeven en ik werd aangenomen. Ook dat heb ik met overgave gedaan, altijd 100%. Op een heel leuke plek, veel lesgegeven en veel geleerd. Aan manegeklanten en de rijvereniging, plus ik heb een aantal Trakehner dekhengsten mogen rijden. Al vrij snel was ik bedrijfsleider, eigenlijk heb ik mezelf geschoold in die tijd. En ik heb toen de kans gekregen om de KNF-instructeurscursus te volgen, die heb ik in twee jaar gehaald. Ik moet Ruiterkamp en de KNF nu nog complimenten maken over hun aanpak: ze hebben mij een heel goede basis gegeven om op verder te borduren.” Via-via kreeg Jacques van der Harst daarna de kans om in het Duitse Ost-Friesland les te gaan geven, in een klein vissersplaatsje aan de Waddenzee, waar investeerders uit het Ruhrgebied een vakantiecomplex wilden realiseren: “Toen het bijna klaar was, was het geld geloof ik op, ik heb het toch bijna twee jaar gedaan. Van daaruit ben ik naar het Zuid-Limburgse Mheer gegaan, vlak bij Slenaken en Eisden. In dienst van Baron de Loë, op een manege, pensionstal en Haflingerfokkerij en hengstenhouderij. Om les te geven, waarbij ik de twee paarden mocht meenemen die ik in Drenthe van de eigenaren gekregen had voor wie ik ze reed en verzorgde. Vanuit Mheer heb ik er ook wedstrijden mee gereden, vooral Z2, dat waren er in die tijd niet zoveel. Maar ook tot en met de lichte tour, met Palermo, een jonge Lector. Aangezien ik het KNF-diploma had, ben ik ook commandantencursussen gaan geven voor de NKB in de provincie Limburg. En ook de jurycursus, waar ik ook Wim Ernes in de les had. Het was ook een heel leuke periode maar op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik dat toch niet mijn hele leven wilde blijven doen.” [caption id="attachment_172682" align="alignnone" width="861"] Met de hengst Halewijn[/caption] Jacques van der Harst ging naar Akzo Nobel in Maastricht: werken in de onderhoudsdienst, waar hij al snel assistent-chef werd. En niet veel later nam hij de kans om chef van de fabriek te worden, wat hij zeven jaar deed. Akzo vroeg hem om Noord-Amerika op zich te nemen, wat verhuizing naar Atlanta betekende. Na vijf jaar volgde een wereldwijde uitdaging vanuit Gothenburg: “Dat heb ik uiteindelijk zes jaar gedaan, in die tijd heb ik nauwelijks iets met paarden van doen gehad. Toen kwam Organon: of ik general manager wilde worden in Mexico. Heb ik ook gedaan. Maar toen we daar eenmaal begonnen waren, moest Organon in Mexico gesloten en verkocht worden. Ook gedaan. En toen kwam in Nederland de positie vrij van hoofd inkoop wereldwijd, ben ik dat gaan doen. We hebben een huis gezocht, en zo ben ik in Nuland in Brabant terecht gekomen. Ik ben mijn ouders nog steeds dankbaar: door mijn achtergrond in de drogisterij en de engineering maken mensen me niet veel wijs, op chemie en op techniek-gebied. Terug in Nederland pakte Jacques direct het jureren weer op, met zijn Grand Prix-kwalificatie als jurylid uit 1992 op zak: “Ik ben ook veel in het buitenland gaan jureren. En ik heb ook heel wat lesgegeven. Drie jaar geleden vroegen ze me om voorzitter Brabant te worden. Waarom? Omdat ik toch best veel mensen ken in de sport, omdat ik gereden heb, omdat ik een educatieve achtergrond heb, en misschien nog wel meer. Ik heb getwijfeld omdat ik geen bestuurlijke ervaring had maar die knop heb ik snel omgezet. We zijn meteen aan de slag gegaan met de problematieken. In het bestuur zaten bijvoorbeeld nog veel mensen (bestuurders) uit de kringen in Brabant, goede mensen maar met weinig directe eigen verantwoording. Nu zitten er in het bestuur mensen met expertise, ieder met een eigen verantwoording: opleiding, media, materialen, jeugd en ruiterbegeleiding, recreatie, dan kom je met elkaar tot iets. De vergaderingen duren niet te lang, iedereen neemt zijn verantwoording.” “In Brabant hebben we veel activiteiten opgepakt die we eerder niet deden: stimuleren van de Para sport, de regio- en beloftetrainingen, eventing trainingen, een andere opzet om deelname aan de selecties te stimuleren, een andere structuur en methode van de juryledenbijscholing, het bevorderen van het recreatief rijden, viertallenpromotie, noem maar op. Actief en vernieuwend, zeg maar. Zo hebben we de trainers van niveau 4 en hoger bij elkaar gehaald in Brabant. We hebben ze twee-aan-twee gekoppeld, zodat ze nog beter worden in het begeleiden van leerlingen. Want het niveau van het lesgeven moet omhoog en het niveau van het rijden moet omhoog. Als ik vroeger jureerde in het ZZ-Zwaar, waren er een paar die onder de 60% bleven. Nu zie ik nauwelijks een paar combinaties die erin slagen om boven de 60% uit te komen. En dat ligt zeker niet aan de kwaliteit van de paarden. In het verleden hadden we veel mensen met een achtergrond in paarden, tegenwoordig is dat anders.” [caption id="attachment_172683" align="alignnone" width="533"] Jacques van der Harst geeft veel clinics[/caption] “Daar ligt een taak voor ons als KNHS, op alle niveaus van instructeurs en juryleden. We moeten investeren in de jeugd in kwaliteit, ze veel meer theoretische achtergrond geven. Stilstaan is achteruitgaan. Goed paardrijden, daar gaat het om. Nederland was een tijdje toonaangevend maar daar zit een dip in. In Duitsland heb je een vastgestelde structuur waarvan niet wordt afgeweken, het beroemde scala van africhting is zaligmakend. Bij ons zijn andere rijmethodes in zwang gekomen, in verschillende stromingen. En Deurne is verwaterd en uiteindelijk weggevallen, aantallen werden daar uiteindelijk belangrijker dan de kwaliteit. Plus de ORUN-opleiding in Ermelo werd minder kwaliteitsgericht. Het besef van de noodzaak om dat beter te doen wordt breed gedragen, we hebben in Marion Schreuder iemand die dat heel goed leidt. Harmonisch paardrijden, daar gaat het om, waarbij we steeds meer onder de loep komen van de pers, van politieke partijen, van het publiek, en terecht, want we moeten goed met onze dieren omgaan.” Inmiddels is Jacques van der Harst ook een bevlogen bestuurder geworden, waarbij hij als Brabant-voorzitter ook lid is van de KNHS-ledenraad en zelfs lid van de financiële commissie: “Gelukkig zijn we nu heel goed on speaking terms met het bestuur, eerder was dat moeizamer. We pakken het nu met elkaar aan, dat is belangrijk. Er is een veel breder gedragen begrip waarnaar gekeken moet worden om er een betere sportbond van te maken. Weet je, je kunt over het verleden blijven zeuren wat je wilt, maar dat is als het water dat al door de Maas is. Belangrijk is dat we nu met de ledenraad, het bestuur en werkorganisatie veel meer samen aan het werken zijn. En ook dit doe ik met hart en ziel, anders komt het niet goed!” [caption id="attachment_172685" align="alignnone" width="720"] Tijdens de para-training met vlnr Laurie Vermeulen, Demi Vermeulen en Joyce Heuitink[/caption]
Jacques van der Harst is de bevlogen voorzitter van KNHS-Noord-Brabant, instructeur en internationaal dressuurjurylid. Er zijn mensen die eerst carrière maken en dan iets in de paarden gaan doen, hij deed het andersom. Van der Harst is met zijn rijke ervaring bezorgd om het opleidingsniveau in Nederland: “Het niveau van rijden moet omhoog, de sport gaat anders te gronde.” Wat voor hem altijd voorop staat: “Ik doe het met hart en ziel, en anders niet.” Jacques van der Harst, 71 maar zeer alive and kicking, groeide op in Den Haag, waar zijn ouders in het centrum aan de Brouwersgracht een drogisterij hadden. Bij de opvoeding hoorde ook paardrijden, waarvoor hij op de manege in Wassenaar belandde: “Daar ben ik al vrij snel betrokken geraakt bij allerlei activiteiten, Helene Aubert reed er ook in die tijd. Als opleiding heb ik eerst een drogisterij-cursus gedaan, maar dat was toch niet mijn hobby. Ik ben de techniek in gegaan, na de MTS de HTS werktuigbouwkunde, en nog later in 1988 fijnbankwerker als hobby. Min of meer gedwongen door mijn ouders, die vonden dat ik diploma’s moest halen.” En toen dat erop zat, was er voor Jacques eindelijk onbeperkte ruimte voor de paardensport. Hij vertrok vanuit Den Haag naar de Eswalmanege in Vries: “Gewoon brutaalweg gesolliciteerd, ik heb een proefles gegeven en ik werd aangenomen. Ook dat heb ik met overgave gedaan, altijd 100%. Op een heel leuke plek, veel lesgegeven en veel geleerd. Aan manegeklanten en de rijvereniging, plus ik heb een aantal Trakehner dekhengsten mogen rijden. Al vrij snel was ik bedrijfsleider, eigenlijk heb ik mezelf geschoold in die tijd. En ik heb toen de kans gekregen om de KNF-instructeurscursus te volgen, die heb ik in twee jaar gehaald. Ik moet Ruiterkamp en de KNF nu nog complimenten maken over hun aanpak: ze hebben mij een heel goede basis gegeven om op verder te borduren.” Via-via kreeg Jacques van der Harst daarna de kans om in het Duitse Ost-Friesland les te gaan geven, in een klein vissersplaatsje aan de Waddenzee, waar investeerders uit het Ruhrgebied een vakantiecomplex wilden realiseren: “Toen het bijna klaar was, was het geld geloof ik op, ik heb het toch bijna twee jaar gedaan. Van daaruit ben ik naar het Zuid-Limburgse Mheer gegaan, vlak bij Slenaken en Eisden. In dienst van Baron de Loë, op een manege, pensionstal en Haflingerfokkerij en hengstenhouderij. Om les te geven, waarbij ik de twee paarden mocht meenemen die ik in Drenthe van de eigenaren gekregen had voor wie ik ze reed en verzorgde. Vanuit Mheer heb ik er ook wedstrijden mee gereden, vooral Z2, dat waren er in die tijd niet zoveel. Maar ook tot en met de lichte tour, met Palermo, een jonge Lector. Aangezien ik het KNF-diploma had, ben ik ook commandantencursussen gaan geven voor de NKB in de provincie Limburg. En ook de jurycursus, waar ik ook Wim Ernes in de les had. Het was ook een heel leuke periode maar op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik dat toch niet mijn hele leven wilde blijven doen.” [caption id="attachment_172682" align="alignnone" width="861"] Met de hengst Halewijn[/caption] Jacques van der Harst ging naar Akzo Nobel in Maastricht: werken in de onderhoudsdienst, waar hij al snel assistent-chef werd. En niet veel later nam hij de kans om chef van de fabriek te worden, wat hij zeven jaar deed. Akzo vroeg hem om Noord-Amerika op zich te nemen, wat verhuizing naar Atlanta betekende. Na vijf jaar volgde een wereldwijde uitdaging vanuit Gothenburg: “Dat heb ik uiteindelijk zes jaar gedaan, in die tijd heb ik nauwelijks iets met paarden van doen gehad. Toen kwam Organon: of ik general manager wilde worden in Mexico. Heb ik ook gedaan. Maar toen we daar eenmaal begonnen waren, moest Organon in Mexico gesloten en verkocht worden. Ook gedaan. En toen kwam in Nederland de positie vrij van hoofd inkoop wereldwijd, ben ik dat gaan doen. We hebben een huis gezocht, en zo ben ik in Nuland in Brabant terecht gekomen. Ik ben mijn ouders nog steeds dankbaar: door mijn achtergrond in de drogisterij en de engineering maken mensen me niet veel wijs, op chemie en op techniek-gebied. Terug in Nederland pakte Jacques direct het jureren weer op, met zijn Grand Prix-kwalificatie als jurylid uit 1992 op zak: “Ik ben ook veel in het buitenland gaan jureren. En ik heb ook heel wat lesgegeven. Drie jaar geleden vroegen ze me om voorzitter Brabant te worden. Waarom? Omdat ik toch best veel mensen ken in de sport, omdat ik gereden heb, omdat ik een educatieve achtergrond heb, en misschien nog wel meer. Ik heb getwijfeld omdat ik geen bestuurlijke ervaring had maar die knop heb ik snel omgezet. We zijn meteen aan de slag gegaan met de problematieken. In het bestuur zaten bijvoorbeeld nog veel mensen (bestuurders) uit de kringen in Brabant, goede mensen maar met weinig directe eigen verantwoording. Nu zitten er in het bestuur mensen met expertise, ieder met een eigen verantwoording: opleiding, media, materialen, jeugd en ruiterbegeleiding, recreatie, dan kom je met elkaar tot iets. De vergaderingen duren niet te lang, iedereen neemt zijn verantwoording.” “In Brabant hebben we veel activiteiten opgepakt die we eerder niet deden: stimuleren van de Para sport, de regio- en beloftetrainingen, eventing trainingen, een andere opzet om deelname aan de selecties te stimuleren, een andere structuur en methode van de juryledenbijscholing, het bevorderen van het recreatief rijden, viertallenpromotie, noem maar op. Actief en vernieuwend, zeg maar. Zo hebben we de trainers van niveau 4 en hoger bij elkaar gehaald in Brabant. We hebben ze twee-aan-twee gekoppeld, zodat ze nog beter worden in het begeleiden van leerlingen. Want het niveau van het lesgeven moet omhoog en het niveau van het rijden moet omhoog. Als ik vroeger jureerde in het ZZ-Zwaar, waren er een paar die onder de 60% bleven. Nu zie ik nauwelijks een paar combinaties die erin slagen om boven de 60% uit te komen. En dat ligt zeker niet aan de kwaliteit van de paarden. In het verleden hadden we veel mensen met een achtergrond in paarden, tegenwoordig is dat anders.” [caption id="attachment_172683" align="alignnone" width="533"] Jacques van der Harst geeft veel clinics[/caption] “Daar ligt een taak voor ons als KNHS, op alle niveaus van instructeurs en juryleden. We moeten investeren in de jeugd in kwaliteit, ze veel meer theoretische achtergrond geven. Stilstaan is achteruitgaan. Goed paardrijden, daar gaat het om. Nederland was een tijdje toonaangevend maar daar zit een dip in. In Duitsland heb je een vastgestelde structuur waarvan niet wordt afgeweken, het beroemde scala van africhting is zaligmakend. Bij ons zijn andere rijmethodes in zwang gekomen, in verschillende stromingen. En Deurne is verwaterd en uiteindelijk weggevallen, aantallen werden daar uiteindelijk belangrijker dan de kwaliteit. Plus de ORUN-opleiding in Ermelo werd minder kwaliteitsgericht. Het besef van de noodzaak om dat beter te doen wordt breed gedragen, we hebben in Marion Schreuder iemand die dat heel goed leidt. Harmonisch paardrijden, daar gaat het om, waarbij we steeds meer onder de loep komen van de pers, van politieke partijen, van het publiek, en terecht, want we moeten goed met onze dieren omgaan.” Inmiddels is Jacques van der Harst ook een bevlogen bestuurder geworden, waarbij hij als Brabant-voorzitter ook lid is van de KNHS-ledenraad en zelfs lid van de financiële commissie: “Gelukkig zijn we nu heel goed on speaking terms met het bestuur, eerder was dat moeizamer. We pakken het nu met elkaar aan, dat is belangrijk. Er is een veel breder gedragen begrip waarnaar gekeken moet worden om er een betere sportbond van te maken. Weet je, je kunt over het verleden blijven zeuren wat je wilt, maar dat is als het water dat al door de Maas is. Belangrijk is dat we nu met de ledenraad, het bestuur en werkorganisatie veel meer samen aan het werken zijn. En ook dit doe ik met hart en ziel, anders komt het niet goed!” [caption id="attachment_172685" align="alignnone" width="720"] Tijdens de para-training met vlnr Laurie Vermeulen, Demi Vermeulen en Joyce Heuitink[/caption]
Vorige Voormalig KNHS-directeur Plandsoen komt met nieuw paardensportinitiatief Volgende FEI schorst Canadese springruiter Mario Deslauriers na dopingcontrole