De Duitse jumping-ruiter Frank Sloothaak nam eventjes de tijd om zijn visie op paardrijden met ons te delen. “Ik weet dat gevoel iets heel subjectiefs is, iets wat je niet kan aanleren”, zegt Sloothaak. Ik vind het ook erg moeilijk om uit te leggen wat talent is : het is een combinatie van verschillende vaardigheden zoals bijvoorbeeld gevoel met het paard, karakter, discipline, de manier waarop je in het zadel zit, … Er spelen dus volgens mij verschillende dingen als je iemand zijn talent wil beoordelen. Het belangrijkste, en het enige wat uiteindelijk telt, is echter het paard en hoe goed iemand erin slaagt om dat paard te rijden. Paarden zijn dieren en zijn daarom ook vaak een goede leermeester. Volgens mij kunnen we enorm veel (over onszelf) leren als we wat meer naar ons paard zouden luisteren.
Iemand die een paard mishandelt, doet dat meestal omdat hij een slechte opvoeding kreeg, omdat hij onzeker is of omdat hij geen geduld heeft. Hiermee komt hij echter geen stap vooruit. Iemand die echt vooruit wil in de paardensport zal eerst aan zichzelf werken, hij zal zelf proberen beter te worden en zal altijd proberen om zijn paard beter te leren kennen. Volgens mij is het dus zo dat je aan jezelf moet werken, anders zal je het ‘gevecht’ (want dat is het dan ook echt) vast en zeker verliezen. Je moet dus niet denken dat er een bepaalde methode bestaat om je paard ‘te kraken’, een methode om ‘het gevecht’ te winnen. We moeten het concept omdraaien : de enige manier om een betere ruiter te worden is om naar je paard te luisteren, hij zal je vanzelf een betere ruiter maken. Alle resultaten die je zal bereiken, zal je dankzij je paard bereiken en hoe beter jij je paard kan inschatten, hoe beter je resultaten zijn. Dat principe is het begin van alles.
Frank Sloothaak was de laatste 30 jaar niet meer weg te denken uit de sport. Vandaag de dag zet hij die carrière verder als internationaal springruiter, dus hij is regelmatig bezig met het trainen van jonge paarden, iets waar hij in zijn workshops ook veel aandacht aan schenkt. Maar wie zou Frank Sloothaak vandaag zijn als hij zijn oude paarden nog had ? “Ik wil het verleden niet mer het heden vergelijken en ik maar ook niet graag voorspellingen over de toekomt”, zegt hij. “Het verleden is het verleden, ik kan dan ook niet zeggen of mijn oude paarden, Weihaiwej en Jolie bijvoorbeeld, vandaag dezelfde resultaten hadden behaald. Ik leef in het heden en we weten toch niet wat de toekomst brengt. Als persoon ben ik ook niet echt veranderd ten opzichte van vroeger”.
“Ik heb natuurlijk meer ervaring als ik mijzelf met andere ruiters of trainers vergelijk. Ik heb de beste combinaties altijd geobserveerd om zelf iets van hen te leren. En ik weet ook wat er ten opzichte van vroeger veranderd is. Ik werk nog altijd met dezelfde passie en met hetzelfde enthousiasme als vroeger. De laatste jaren is er een principe wat ik altijd in het achterhoofd houd en wat ik de laatste jaren steeds meer heb toegepast : werk met je paard, niet tegen hem. Houd ook goed in het achterhoofd wat je doel is. Ik vind grondwerk erg belangrijk omdat je zo de paarden de echte basis kan aanleren. Dit is erg belangrijk om in harmonie samen te werken. Als je een Grand Prix rijdt, moet alles juist zijn, de kleinste details tellen. Er staat ook steeds meer geld op het spel. Ik rijd nu al 30 jaar en ik merk dat de parcours elk jaar moeilijker worden. Als je vandaar wil blijven meedraaien aan de top, is één paard niet genoeg, je hebt minstens 3 Grand Prix paarden nodig en dat is helemaal niet makkelijk. Ik zie ook meer en meer de tendens van rijke landen die de beste paarden kopen maar hun ruiters zijn (nog) niet in staat om die paarden ook echt naar behoren te rijden en dat is geen goede ontwikkeling in onze sport. Maar jammer genoeg is dat op dit moment de situatie en er is geen ontkomen meer aan.
Veel ruiters verkiezen de Global Champions Tour boven andere wedstrijden en Nations Cups omdat het prijzengeld bij de GCT veel hoger ligt dan in eender welke competitie. Jeroen Dubbeldam won dubbel goud op het EK in Aken wat bewijst dat hij een uitstekend ruiter is. Hij heeft er dan ook voor gekozen om een ‘echt’ sportman te zijn, hij plant perfect wanneer hij wat met welk paard zal doen, maar hij had wellicht veel meer geld verdiend als hij de GCT gereden had. Voor mij is hij een voorbeeld, maar niet iedereen zal in zijn voetsporen kunne treden. We zullen de regels moeten veranderen en het prijzengeld beter over de verschillende competities moeten verdelen om eigenaars en ruiters ervan te overtuigen dat niet alles onmiddellijk moet gebeuren. Een combinatie moet de kans krijgen om geleidelijk te kunnen groeien, zonder druk en het risico dat ze het vertrouwen in zichzelf verliezen. Als dat gebeurt, wordt het onmogelijk om een internationale springstal te runnen. We moeten volgens mij een klein stapje terug nemen zodat de ruiters en eigenaars de kans krijgen om rustig hun gang te gaan, zodat bepaalde competities de opnieuw de waarde en het prestige krijgen die ze verdienen. Teamwork moet terug centraler komen te staan. Op dit moment rijd ik elke dag paard en ik werk twee keer per week met Paul Schockemöhle . Ik doe ook workshops in Nederland en Duitsland.
Mijn grootste uitdaging op dit moment is : Een paard zien veranderen en groeien en dan met hem mee kunnen groeien”. Al dit maakt Frank Sloothaak één van de meest tijdloze kampioenen ooit.
De Duitse jumping-ruiter Frank Sloothaak nam eventjes de tijd om zijn visie op paardrijden met ons te delen. “Ik weet dat gevoel iets heel subjectiefs is, iets wat je niet kan aanleren”, zegt Sloothaak. Ik vind het ook erg moeilijk om uit te leggen wat talent is : het is een combinatie van verschillende vaardigheden zoals bijvoorbeeld gevoel met het paard, karakter, discipline, de manier waarop je in het zadel zit, … Er spelen dus volgens mij verschillende dingen als je iemand zijn talent wil beoordelen. Het belangrijkste, en het enige wat uiteindelijk telt, is echter het paard en hoe goed iemand erin slaagt om dat paard te rijden. Paarden zijn dieren en zijn daarom ook vaak een goede leermeester. Volgens mij kunnen we enorm veel (over onszelf) leren als we wat meer naar ons paard zouden luisteren.
Iemand die een paard mishandelt, doet dat meestal omdat hij een slechte opvoeding kreeg, omdat hij onzeker is of omdat hij geen geduld heeft. Hiermee komt hij echter geen stap vooruit. Iemand die echt vooruit wil in de paardensport zal eerst aan zichzelf werken, hij zal zelf proberen beter te worden en zal altijd proberen om zijn paard beter te leren kennen. Volgens mij is het dus zo dat je aan jezelf moet werken, anders zal je het ‘gevecht’ (want dat is het dan ook echt) vast en zeker verliezen. Je moet dus niet denken dat er een bepaalde methode bestaat om je paard ‘te kraken’, een methode om ‘het gevecht’ te winnen. We moeten het concept omdraaien : de enige manier om een betere ruiter te worden is om naar je paard te luisteren, hij zal je vanzelf een betere ruiter maken. Alle resultaten die je zal bereiken, zal je dankzij je paard bereiken en hoe beter jij je paard kan inschatten, hoe beter je resultaten zijn. Dat principe is het begin van alles.
Frank Sloothaak was de laatste 30 jaar niet meer weg te denken uit de sport. Vandaag de dag zet hij die carrière verder als internationaal springruiter, dus hij is regelmatig bezig met het trainen van jonge paarden, iets waar hij in zijn workshops ook veel aandacht aan schenkt. Maar wie zou Frank Sloothaak vandaag zijn als hij zijn oude paarden nog had ? “Ik wil het verleden niet mer het heden vergelijken en ik maar ook niet graag voorspellingen over de toekomt”, zegt hij. “Het verleden is het verleden, ik kan dan ook niet zeggen of mijn oude paarden, Weihaiwej en Jolie bijvoorbeeld, vandaag dezelfde resultaten hadden behaald. Ik leef in het heden en we weten toch niet wat de toekomst brengt. Als persoon ben ik ook niet echt veranderd ten opzichte van vroeger”.
“Ik heb natuurlijk meer ervaring als ik mijzelf met andere ruiters of trainers vergelijk. Ik heb de beste combinaties altijd geobserveerd om zelf iets van hen te leren. En ik weet ook wat er ten opzichte van vroeger veranderd is. Ik werk nog altijd met dezelfde passie en met hetzelfde enthousiasme als vroeger. De laatste jaren is er een principe wat ik altijd in het achterhoofd houd en wat ik de laatste jaren steeds meer heb toegepast : werk met je paard, niet tegen hem. Houd ook goed in het achterhoofd wat je doel is. Ik vind grondwerk erg belangrijk omdat je zo de paarden de echte basis kan aanleren. Dit is erg belangrijk om in harmonie samen te werken. Als je een Grand Prix rijdt, moet alles juist zijn, de kleinste details tellen. Er staat ook steeds meer geld op het spel. Ik rijd nu al 30 jaar en ik merk dat de parcours elk jaar moeilijker worden. Als je vandaar wil blijven meedraaien aan de top, is één paard niet genoeg, je hebt minstens 3 Grand Prix paarden nodig en dat is helemaal niet makkelijk. Ik zie ook meer en meer de tendens van rijke landen die de beste paarden kopen maar hun ruiters zijn (nog) niet in staat om die paarden ook echt naar behoren te rijden en dat is geen goede ontwikkeling in onze sport. Maar jammer genoeg is dat op dit moment de situatie en er is geen ontkomen meer aan.
Veel ruiters verkiezen de Global Champions Tour boven andere wedstrijden en Nations Cups omdat het prijzengeld bij de GCT veel hoger ligt dan in eender welke competitie. Jeroen Dubbeldam won dubbel goud op het EK in Aken wat bewijst dat hij een uitstekend ruiter is. Hij heeft er dan ook voor gekozen om een ‘echt’ sportman te zijn, hij plant perfect wanneer hij wat met welk paard zal doen, maar hij had wellicht veel meer geld verdiend als hij de GCT gereden had. Voor mij is hij een voorbeeld, maar niet iedereen zal in zijn voetsporen kunne treden. We zullen de regels moeten veranderen en het prijzengeld beter over de verschillende competities moeten verdelen om eigenaars en ruiters ervan te overtuigen dat niet alles onmiddellijk moet gebeuren. Een combinatie moet de kans krijgen om geleidelijk te kunnen groeien, zonder druk en het risico dat ze het vertrouwen in zichzelf verliezen. Als dat gebeurt, wordt het onmogelijk om een internationale springstal te runnen. We moeten volgens mij een klein stapje terug nemen zodat de ruiters en eigenaars de kans krijgen om rustig hun gang te gaan, zodat bepaalde competities de opnieuw de waarde en het prestige krijgen die ze verdienen. Teamwork moet terug centraler komen te staan. Op dit moment rijd ik elke dag paard en ik werk twee keer per week met Paul Schockemöhle . Ik doe ook workshops in Nederland en Duitsland.
Mijn grootste uitdaging op dit moment is : Een paard zien veranderen en groeien en dan met hem mee kunnen groeien”. Al dit maakt Frank Sloothaak één van de meest tijdloze kampioenen ooit.