Letterlijk met vallen en opstaan reed ze zichzelf omhoog. “Ik heb periodes gehad dat ik huilend van mijn paard af kwam, dat ik mijn instructeur Leon Kuipers belde: ik geef het op.” Pas het afgelopen jaar ging de weg echt omhoog voor de 27-jarige Cheryl Sjouke. Met prijzen in het 1.40 en steeds meer klanten, met dank aan de familie Van Dam.
Heel lang was het verhaal van Cheryl Sjouke niet bijzonder. Ze woonde in Den Haag bij haar ouders met een fietsenwinkel terwijl haar moeder ook in de verzorging werkte. Ze hadden niks met paarden, zoals dat heet. Maar Cheryl dacht daar anders over: “Mijn hart lag wel altijd bij de paarden. Op m’n achtste ben ik naar Hippisch Centrum Westland gegaan, gewoon omdat het dichtbij was, leek ons een leuke manege. Ik was heel lang verschrikkelijk bang en onzeker, moest en zou altijd op dezelfde pony.” Toen ze dertien was, kwam haar eerste eigen pony Layka,een Poolse E-pony: “Na een week kwamen we erachter dat ze vijf maanden drachtig was. Twee voor de prijs van een, zeg maar. Na drie jaar kwam het cremello veulen terug uit de opfok: was ie 1.70 geworden, een onwijs groot paard. We hebben hem toch maar verkocht naar Engeland, waar hij jachten gelopen heeft.”
Als tiener vond Cheryl de ponytijd vooral leuk: “Heel lang hoefde ik geen bijzondere pony. In het bos rijden vond ik prima. Ik heb Layka doorgereden naar het L2 en sprong met haar in het B. Meer kwaliteiten had ze niet. Toen hebben we toch maar besloten om de pony te verkopen, een jaar of zestien was ik toen. Layka kwam terecht bij een meisje dat er niet genoeg voor kon zorgen, ik heb haar teruggekregen en daarna heeft ze een jaar of vijf op de manege gestaan bij Irene Dijkhuijsen.” Een jonge Damiro X Karandasj volgde: “We waren bevriend met een vrouw met een ruitersportzaak en die had een jong paard staan dat ze kwijt wilde omdat hij overcompleet was. We zijn samen aan de gang gegaan, hij was vijf. Het klikte. Ik had geen ervaring, kon helemaal niet goed rijden en ik wist eigenlijk ook niet hoe ik moest springen. Ik heb het met dat paard geleerd van Ton Smits van de manege, hij heeft me jaren geholpen.”
[caption id="attachment_166542" align="alignnone" width="1200"] Zento X Animo X Ramiro[/caption]
Toen Cheryl achttien was, werkte en leste ze negen maanden bij de huidige bondscoach Edwin Hogenraat. Ze reed er haar eerste wedstrijd in de klasse B. In de tussentijd deed ze de sportklas in Deurne: “Ik moest voorrijden en dat ging goed, op papier mocht het eigenlijk niet maar ze vonden het toch goed genoeg. Maar er waren er daar ook die nog nooit een winstpunt in de B hadden gehaald.” En toen volgde de periode bij Jeroen Heijmans in Bodegraven: “Zo fijn om voor te werken! Ik ben bij hem in dienst gegaan om paarden zadelmak te maken en dat ging super goed. Ik heb bijna drie jaar voor hem gewerkt, tot mijn 22e.”
En toen gebeurde het. Even voordat de vaste aanstelling zou volgen, viel Cheryl op concours van haar paard. “Ik naar het ziekenhuis en toen bleek dat van mijn arm allerlei pezen, banden en zenuwen waren afgescheurd. En ik kreeg de boodschap van de dokters: ik denk dat je nooit meer kunt paardrijden. Na drie weken mocht het gips eraf: mijn arm viel zo naar beneden. Ik keihard huilen, dat was een vreselijke ervaring. Ik moest aan mijn revalidatie beginnen maar ze gaven me geen idee hoe lang dat zou kunnen duren. Het contract voor onbepaalde tijd bij Jeroen Heijmans kon toen niet meer, maar ik ben dankbaar voor de drie jaren dat ik er wel heb mogen werken.”
De armbreuk betekende een heel onzekere periode: “Na een week of zes kon ik mijn pols rechthouden, met de zenuwen werd het ietsje beter, na vijftien weken kon ik in een boekje bladeren. En toen ineens pakt mijn middelvinger een blaadje. Hij bleef rechtop staan! Wij meteen het ziekenhuis gebeld en we mochten meteen komen, want wat ik zei, dat kon eigenlijk niet. Vijf of zes dokters stonden me op te wachten en toen heb ik mijn middelvinger naar ze opgestoken. Foto’s en filmpjes gemaakt natuurlijk, dat was heel bijzonder. Na een week of 16 of 17 deed bijna heel mijn hand het weer, alleen mijn wijsvinger en pink nog niet. En de dokters vonden dat ik even op een paard mocht zitten als ik dat zo graag wilde, maar wel een die heel braaf was en heeeel rustig. Nou, ik heb anderhalf uur gereden en gegaloppeerd op het strand. Wat een gevoel! En een paar weken later reed ik mijn eerste concours, met twee paarden in de B, niks bijzonders natuurlijk, maar dat ga ik niet meer vergeten! Ik ben heel veel gaan lessen, bij Bert de Groot. Zo vaak gedacht: ik kan het niet, het wordt niks, maar ik ben toch weer gegaan, toch geprobeerd om gemotiveerd te blijven. Ik heb alles weerlegd wat de artsen voorspelden en nu functioneert het allemaal weer.”
In de tussentijd ging Cheryl aan de gang bij Stal Meursing in Benthuizen, een dierenkliniek met eigen fokproducten die in de sport gereden worden. Ze bleef er een jaar, tot het contract niet verlengd werd vanwege inkrimping van de stal. “Maar waar de ene deur dicht gaat, gaat een andere open,” blikt ze terug. “Toevallig kwam ik Danielle en Stephanie Kok tegen, van de manege in Poeldijk,
Ik kende ze van Deurne. Via een Whatsapp’je kwam het idee om samen iets te gaan doen. Stephanie rijdt dressuur, Daan doet allebei, ik de springruiter maar ik kon ook dressuurpaarden opleiden. Al mijn paarden kunnen appuyeren bij voorbeeld, voornamelijk in de periode bij Jeroen geleerd: met veel meer gevoel paardrijden. Ik ben niet in de dressuur doorgegaan: ik vind de sfeer daar zo verschrikkelijk, iedereen chagrijnig, iedereen lijkt wel boos. Maar goed, het idee was handel en training maar dat mislukte finaal. De accommodatie was er niet voor gemaakt, met de manege en de pensionstal was het niet te combineren.”
Heel toevallig kwam toen Zuideindeweg 55 in Delfgauw op haar pad, het spul van Huug van Dijk: “Via Google Maps was ik aan het rondkijken, ruim een jaar geleden nu. Het was niet nieuw maar wel functioneel, alles was er, het stond alleen leeg, behalve een stuk of tien dravers en een paar pensionpaarden. Ik heb gevraagd of hij mij stallen wilde verhuren. En nu heb ik er elf boxen, een binnenbak van 26 X 40, een stapmolen, een 20 X 60 buitenbak, een drafbaan, weiland, paddocks, ruiterpad, een spuitplaats met warm en koud water, alles wat ik nodig heb. Ik ben 100% voor mezelf begonnen, dat was heel eng maar wel wat ik altijd gewild heb. Er moest brood op de plank komen maar ik had alleen een paar klanten voor wie ik een paard reed. Nu na een jaar heb ik een stuk of tien dressuurpaarden: ik geef de mensen les en ik rijd de paarden een keer per week. Ik heb eigen paarden, trainingspaarden, paarden om zadelmak te maken, ja het gaat goed.”
[caption id="attachment_166543" align="alignnone" width="960"] Met Peu Blanche op het WK in Zangersheide[/caption]
Sinds Cheryl voor zichzelf werkt, komen er ook andere kansen: “Een oude vriendin belde: ik heb een paar investeerders, die willen in paarden. Ik dacht jaja, zal wel. Maar een week later belde ze weer: we gaan paarden kijken. Ze kochten werkelijk een paard, dat alweer verkocht is. Die mensen waren daar erg tevreden over. We hebben nu een driejarige Berlin X Ultimo X Heartbreaker en met een jonge El Salvador X Ultimo X Le Mexico gaan we voor de hengstenkeuring.” Cheryl’s beste paard in de ring is Peu Blanche BZ, een jonge Peter Pan X Zandor Z X Alme Z uit de fokkerij van Wim van Dam. Peu Blanche stond op de nominatie om naar een handelaar verkocht te worden omdat hij best lastig was, ze wist niet goed wat ze ermee moesten. Hij is me gegund door de familie Van Dam. Vorig jaar liep ie ZZ maar ik ben in Lanaken zo het 1.40 in gereden. Ik hoef nooit bang te zijn dat ik niet aan het eind kom. Hij loopt nu 1.40m en ik win er prijzen mee. Ik heb hem nu samen met de familie Van Dam uit Lienden. Bij hen heb ik ook een Zento-merrie gekocht uit een Animo X Ramiro-moeder. Ik ben ze heel dankbaar dat ik deze paarden tot mijn beschikking kon krijgen. Met die paarden les ik bij Leon Kuipers.”
Cheryl Sjouke heeft het allemaal zelf moeten doen: “Ik ben er trots op. Het was keihard werken, veel leren, alles zelf regelen, en ik had geen goede paarden die ik onder mijn kont geschoven kreeg. Het was echt vallen en opstaan. Thuis zijn ze ook trots, maar ze vinden het wel spannend. Een relatie? Ik besteed er nu even geen aandacht aan. Ik heb een paar keer de keuze moeten maken: voor hem of voor de paarden. Nou, die keuze was snel gemaakt!”
CS Sporthorses op Universal Horse Data
CS Sporthorses op Facebook
Letterlijk met vallen en opstaan reed ze zichzelf omhoog. “Ik heb periodes gehad dat ik huilend van mijn paard af kwam, dat ik mijn instructeur Leon Kuipers belde: ik geef het op.” Pas het afgelopen jaar ging de weg echt omhoog voor de 27-jarige Cheryl Sjouke. Met prijzen in het 1.40 en steeds meer klanten, met dank aan de familie Van Dam.
Heel lang was het verhaal van Cheryl Sjouke niet bijzonder. Ze woonde in Den Haag bij haar ouders met een fietsenwinkel terwijl haar moeder ook in de verzorging werkte. Ze hadden niks met paarden, zoals dat heet. Maar Cheryl dacht daar anders over: “Mijn hart lag wel altijd bij de paarden. Op m’n achtste ben ik naar Hippisch Centrum Westland gegaan, gewoon omdat het dichtbij was, leek ons een leuke manege. Ik was heel lang verschrikkelijk bang en onzeker, moest en zou altijd op dezelfde pony.” Toen ze dertien was, kwam haar eerste eigen pony Layka,een Poolse E-pony: “Na een week kwamen we erachter dat ze vijf maanden drachtig was. Twee voor de prijs van een, zeg maar. Na drie jaar kwam het cremello veulen terug uit de opfok: was ie 1.70 geworden, een onwijs groot paard. We hebben hem toch maar verkocht naar Engeland, waar hij jachten gelopen heeft.”
Als tiener vond Cheryl de ponytijd vooral leuk: “Heel lang hoefde ik geen bijzondere pony. In het bos rijden vond ik prima. Ik heb Layka doorgereden naar het L2 en sprong met haar in het B. Meer kwaliteiten had ze niet. Toen hebben we toch maar besloten om de pony te verkopen, een jaar of zestien was ik toen. Layka kwam terecht bij een meisje dat er niet genoeg voor kon zorgen, ik heb haar teruggekregen en daarna heeft ze een jaar of vijf op de manege gestaan bij Irene Dijkhuijsen.” Een jonge Damiro X Karandasj volgde: “We waren bevriend met een vrouw met een ruitersportzaak en die had een jong paard staan dat ze kwijt wilde omdat hij overcompleet was. We zijn samen aan de gang gegaan, hij was vijf. Het klikte. Ik had geen ervaring, kon helemaal niet goed rijden en ik wist eigenlijk ook niet hoe ik moest springen. Ik heb het met dat paard geleerd van Ton Smits van de manege, hij heeft me jaren geholpen.”
[caption id="attachment_166542" align="alignnone" width="1200"] Zento X Animo X Ramiro[/caption]
Toen Cheryl achttien was, werkte en leste ze negen maanden bij de huidige bondscoach Edwin Hogenraat. Ze reed er haar eerste wedstrijd in de klasse B. In de tussentijd deed ze de sportklas in Deurne: “Ik moest voorrijden en dat ging goed, op papier mocht het eigenlijk niet maar ze vonden het toch goed genoeg. Maar er waren er daar ook die nog nooit een winstpunt in de B hadden gehaald.” En toen volgde de periode bij Jeroen Heijmans in Bodegraven: “Zo fijn om voor te werken! Ik ben bij hem in dienst gegaan om paarden zadelmak te maken en dat ging super goed. Ik heb bijna drie jaar voor hem gewerkt, tot mijn 22e.”
En toen gebeurde het. Even voordat de vaste aanstelling zou volgen, viel Cheryl op concours van haar paard. “Ik naar het ziekenhuis en toen bleek dat van mijn arm allerlei pezen, banden en zenuwen waren afgescheurd. En ik kreeg de boodschap van de dokters: ik denk dat je nooit meer kunt paardrijden. Na drie weken mocht het gips eraf: mijn arm viel zo naar beneden. Ik keihard huilen, dat was een vreselijke ervaring. Ik moest aan mijn revalidatie beginnen maar ze gaven me geen idee hoe lang dat zou kunnen duren. Het contract voor onbepaalde tijd bij Jeroen Heijmans kon toen niet meer, maar ik ben dankbaar voor de drie jaren dat ik er wel heb mogen werken.”
De armbreuk betekende een heel onzekere periode: “Na een week of zes kon ik mijn pols rechthouden, met de zenuwen werd het ietsje beter, na vijftien weken kon ik in een boekje bladeren. En toen ineens pakt mijn middelvinger een blaadje. Hij bleef rechtop staan! Wij meteen het ziekenhuis gebeld en we mochten meteen komen, want wat ik zei, dat kon eigenlijk niet. Vijf of zes dokters stonden me op te wachten en toen heb ik mijn middelvinger naar ze opgestoken. Foto’s en filmpjes gemaakt natuurlijk, dat was heel bijzonder. Na een week of 16 of 17 deed bijna heel mijn hand het weer, alleen mijn wijsvinger en pink nog niet. En de dokters vonden dat ik even op een paard mocht zitten als ik dat zo graag wilde, maar wel een die heel braaf was en heeeel rustig. Nou, ik heb anderhalf uur gereden en gegaloppeerd op het strand. Wat een gevoel! En een paar weken later reed ik mijn eerste concours, met twee paarden in de B, niks bijzonders natuurlijk, maar dat ga ik niet meer vergeten! Ik ben heel veel gaan lessen, bij Bert de Groot. Zo vaak gedacht: ik kan het niet, het wordt niks, maar ik ben toch weer gegaan, toch geprobeerd om gemotiveerd te blijven. Ik heb alles weerlegd wat de artsen voorspelden en nu functioneert het allemaal weer.”
In de tussentijd ging Cheryl aan de gang bij Stal Meursing in Benthuizen, een dierenkliniek met eigen fokproducten die in de sport gereden worden. Ze bleef er een jaar, tot het contract niet verlengd werd vanwege inkrimping van de stal. “Maar waar de ene deur dicht gaat, gaat een andere open,” blikt ze terug. “Toevallig kwam ik Danielle en Stephanie Kok tegen, van de manege in Poeldijk,
Ik kende ze van Deurne. Via een Whatsapp’je kwam het idee om samen iets te gaan doen. Stephanie rijdt dressuur, Daan doet allebei, ik de springruiter maar ik kon ook dressuurpaarden opleiden. Al mijn paarden kunnen appuyeren bij voorbeeld, voornamelijk in de periode bij Jeroen geleerd: met veel meer gevoel paardrijden. Ik ben niet in de dressuur doorgegaan: ik vind de sfeer daar zo verschrikkelijk, iedereen chagrijnig, iedereen lijkt wel boos. Maar goed, het idee was handel en training maar dat mislukte finaal. De accommodatie was er niet voor gemaakt, met de manege en de pensionstal was het niet te combineren.”
Heel toevallig kwam toen Zuideindeweg 55 in Delfgauw op haar pad, het spul van Huug van Dijk: “Via Google Maps was ik aan het rondkijken, ruim een jaar geleden nu. Het was niet nieuw maar wel functioneel, alles was er, het stond alleen leeg, behalve een stuk of tien dravers en een paar pensionpaarden. Ik heb gevraagd of hij mij stallen wilde verhuren. En nu heb ik er elf boxen, een binnenbak van 26 X 40, een stapmolen, een 20 X 60 buitenbak, een drafbaan, weiland, paddocks, ruiterpad, een spuitplaats met warm en koud water, alles wat ik nodig heb. Ik ben 100% voor mezelf begonnen, dat was heel eng maar wel wat ik altijd gewild heb. Er moest brood op de plank komen maar ik had alleen een paar klanten voor wie ik een paard reed. Nu na een jaar heb ik een stuk of tien dressuurpaarden: ik geef de mensen les en ik rijd de paarden een keer per week. Ik heb eigen paarden, trainingspaarden, paarden om zadelmak te maken, ja het gaat goed.”
[caption id="attachment_166543" align="alignnone" width="960"] Met Peu Blanche op het WK in Zangersheide[/caption]
Sinds Cheryl voor zichzelf werkt, komen er ook andere kansen: “Een oude vriendin belde: ik heb een paar investeerders, die willen in paarden. Ik dacht jaja, zal wel. Maar een week later belde ze weer: we gaan paarden kijken. Ze kochten werkelijk een paard, dat alweer verkocht is. Die mensen waren daar erg tevreden over. We hebben nu een driejarige Berlin X Ultimo X Heartbreaker en met een jonge El Salvador X Ultimo X Le Mexico gaan we voor de hengstenkeuring.” Cheryl’s beste paard in de ring is Peu Blanche BZ, een jonge Peter Pan X Zandor Z X Alme Z uit de fokkerij van Wim van Dam. Peu Blanche stond op de nominatie om naar een handelaar verkocht te worden omdat hij best lastig was, ze wist niet goed wat ze ermee moesten. Hij is me gegund door de familie Van Dam. Vorig jaar liep ie ZZ maar ik ben in Lanaken zo het 1.40 in gereden. Ik hoef nooit bang te zijn dat ik niet aan het eind kom. Hij loopt nu 1.40m en ik win er prijzen mee. Ik heb hem nu samen met de familie Van Dam uit Lienden. Bij hen heb ik ook een Zento-merrie gekocht uit een Animo X Ramiro-moeder. Ik ben ze heel dankbaar dat ik deze paarden tot mijn beschikking kon krijgen. Met die paarden les ik bij Leon Kuipers.”
Cheryl Sjouke heeft het allemaal zelf moeten doen: “Ik ben er trots op. Het was keihard werken, veel leren, alles zelf regelen, en ik had geen goede paarden die ik onder mijn kont geschoven kreeg. Het was echt vallen en opstaan. Thuis zijn ze ook trots, maar ze vinden het wel spannend. Een relatie? Ik besteed er nu even geen aandacht aan. Ik heb een paar keer de keuze moeten maken: voor hem of voor de paarden. Nou, die keuze was snel gemaakt!”
CS Sporthorses op Universal Horse Data
CS Sporthorses op Facebook