Skip to content

Copyright

Siebe Kramer: al gaat het om een potje dammen, ik moet winnen

Als Siebe Kramer op de startlijst staat, dan hebben de anderen nog niet gewonnen. Zo rustig en ingetogen als hij oogt buiten de ring, zo fanatiek is hij als de bel geklonken heeft. De springruiter uit Oud-Beijerland heeft er zijn beroep van gemaakt, samen met zijn ouders Wobbe en Marietje, zijn zus Japke en zijn vriendin Sanne Kooiman. Ze richten zich ook op dressuurpaarden maar met Siebe’s internationale starts en de fenomenale springpaardenvererver Kannan is Stal Kramer toch vooral bekend van de springpaarden. “Het maakt niet uit wat voor een sport ik doe, al gaat het om een potje dammen, ik moet winnen,” klinkt het uit de mond van de 35-jarige Siebe Kramer. “Ik zit best vaak in de prijzen maar de paarden waar ik het meest mee heb gewonnen, zijn toch de paarden uit ons eigen stammetje. Het zijn competitieve paarden die we fokken, paarden waar je op kunt rekenen.” Uit dat ‘stammetje’ komen dressuurpaarden (Japke rijdt Intermediaire) en springpaarden met als belangrijkste topper de wereldberoemde hengst Kannan, die via Guido Bruyninckx en Francois Mathy terecht kwam bij Michel Hecart die er Frankrijk mee vertegenwoordigde op het hoogste niveau. De 26-jarige vererver van heel beste springpaarden dekt nog steeds om de dag. En dit jaar deed Kannan jr. van zich spreken, de jonge Cornet-hengst uit de lijn van Kannan die inmiddels is goedgekeurd bij Zangersheide en bij het KWPN alleen nog het verrichtingsonderzoek moet doen. De familie Kramer en Sjaak van der Lei hebben de belofte in eigendom. Het bedrijf Stal Kramer is de laatste tijd mede door de faam van Kannan en de sportprestaties van Siebe nogal gegroeid. Het begon als een bescheiden pensionstal gerund door moeder Marietje en een kleinschalige fokkerij, de passie van vader Wobbe die met name als hoefsmid de kost verdiende. Siebe’s oudere broer Wobbe reed zeer verdienstelijk bij de paarden terwijl Siebe pas op z’n 11e bij de pony’s begon: “Ik was niet zo fanatiek, ik ging toen liever voetballen of schaatsen. Maar ja, de hele familie zat in de paarden, dan ga je op een gegeven moment mee. Ik heb met twee pony’s Z gereden. We hadden in die tijd niet zoveel paarden. Wobbe reed intensief en die ging even voor toen. Op een gegeven moment heb ik ook met Wobbe’s beste paard Gideon nog bij de young riders gereden. Op Gideon heeft trouwens ook mijn zus Japke leren rijden. Het was het eerste veulen van Cemeta, de Nimmerdor-merrie die in 1992 de moeder van Kannan werd. Maar het was toen thuis allemaal nog niet zo intensief.” In de schoolvakanties hielpen Siebe en Wobbe vaak bij Ben Schröder, die toen voor de Margaretha-hoeve in Dinteloord reed, het bedrijf van Wim van der Vorm. Wobbe ging studeren, Siebe deed de mavo en ging een jaar naar Deurne: “Vreselijk vond ik het daar, ik vond dat het mij te weinig bracht om daar mijn tijd aan te besteden.” Op zijn zeventiende kwam Siebe in het bedrijf bij zijn ouders: “Toen hebben we ook de binnenbak verbouwd, we hebben stallen erbij gebouwd, om de faciliteiten zo te kunnen maken dat we goed zouden kunnen werken. In het begin heb ik ook best veel paarden zadelmak gemaakt. Daar vroeg ik 550 gulden per maand voor. Daarvan bleven af en toe best wat paarden staan om uit te brengen en zo groeiden we eigenlijk heel snel uit.” [caption id="attachment_163700" align="alignnone" width="522"] Siebe Kramer won in Barneveld de puissance over 2 meter met Vanmeta, de moeder van Kannan jr.[/caption] In 2005 won Siebe het Z-kampioenschap van de KNHS in Ermelo. Niet veel later volgden de eerste internationale wedstrijden: “Mensen in mijn omgeving als Mandy Grootegoed en Mark Jespers vroegen of dat niks voor mij was en toen ben ik met ze meegegaan. Naar Wiesbeck, Le Touquet, Welkenrat en zo. Thuis steunden ze dat, we zagen het als een leerweg, een investering. Ik heb me altijd wel vrij gevoeld om dat soort dingen te ondernemen maar eigenlijk nemen we die beslissingen met ons allen.” Achteraf is het een goede zet geweest om de internationale podia op te zoeken: “De paarden die ik daar gereden heb, hebben we later goed kunnen verkopen. Daar breng je ze gewoon dichter bij de klanten en zeker de FEI-registratie met resultaten doet veel. Zo reed ik een jonge Voltaire, Sjors, waar ik veel mee won. Die werd puur op de resultaten verkocht, zonder dat mensen hem uitgeprobeerd hebben.” Op de vrachtwagen van Siebe prijkt trots het logo van Black Horses, het paardenbedrijf van ondernemer Jan Vink. De samenwerking ontstond zo’n jaar of tien geleden, toen nota bene Siebe de stoute schoenen aantrok: “Een goede kennis van mijn ouders reed in Canada dressuurpaarden voor Jan Vink. Zij vroeg mijn vader om haar paarden daar te beslaan en toen hoorde hij dat Black Horses zonder ruiter zat. Toen heb ik gebeld naar Jan. Dat zou ik nooit doen en het is ook echt de enige keer dat ik dat ooit gedaan heb. Haar advies en mijn intuïtie, zeg maar. Eigenlijk dacht ik: dat is toch weer een klant erbij. Ik ben naar Sliedrecht gegaan, we hebben goede afspraken gemaakt en we zijn met drie paarden begonnen. We wilde allebei even de kat uit de boom kijken. En nu heb ik zo’n acht paarden van hem staan. Geweldig, iemand die me nooit heeft laten vallen, ook niet als het een keer wat minder ging. Da’s heel bijzonder, hij stond bij wijze van spreken dag en nacht voor me klaar. Ik besef me maar al te goed wat voor een zegen dat is.” [caption id="attachment_163702" align="alignnone" width="426"] Samen terugkijken: Wiebe Kramer en Sanne Kooiman (foto Lilian Valentin)[/caption] Internationaal rijden doet Siebe het liefst niet in de zuidelijke circuits van Oliva, Jerez, Arezzo of Vilamoura: “Dan ben ik echt te lang van huis. En we hebben zoveel wedstrijden in de buurt die iets soortgelijks bieden. Je kunt naar Lanaken, Moorsele, Bonheiden, Opglabbeek, Lier, noem maar op. Internationaal rijden is sowieso geen grap meer: ik las hoe Jack Ansems dat ervaart en daar sta ik helemaal achter. Het is moeilijk om goed mee te komen. En ja, het komt ook een keer voor dat je een weekend alleen maar kosten hebt. Dan betaal je toch meer dan een maandsalaris.” Proberen steeds verder te groeien, sportief en met het bedrijf, dat is het streven van Siebe Kramer. In beide aspecten houdt Siebe zijn ogen en oren goed open: “Ik ben in het verleden geholpen door Wout-Jan van der Schans en Bert Romp. Tegenwoordig ben ik zoveel onderweg: je kunt met iedereen over het rijden praten. En ik krijg genoeg feedback, vooral van m’n zus, die m’n paarden vaak dressuurmatig rijdt. Zo ondersteunen we elkaar. En wat betreft het bedrijf denk ik dat het niet goed is om me alleen maar te richten op de paarden van Black Horses. Je moet niet totaal afhankelijk van elkaar willen zijn, volgens mij is het beter om je klantenkring toch een beetje breder te houden.” Stal Kramer op Universal Horse Data Stal Kramer op Facebook Stal Kramer website
Als Siebe Kramer op de startlijst staat, dan hebben de anderen nog niet gewonnen. Zo rustig en ingetogen als hij oogt buiten de ring, zo fanatiek is hij als de bel geklonken heeft. De springruiter uit Oud-Beijerland heeft er zijn beroep van gemaakt, samen met zijn ouders Wobbe en Marietje, zijn zus Japke en zijn vriendin Sanne Kooiman. Ze richten zich ook op dressuurpaarden maar met Siebe’s internationale starts en de fenomenale springpaardenvererver Kannan is Stal Kramer toch vooral bekend van de springpaarden. “Het maakt niet uit wat voor een sport ik doe, al gaat het om een potje dammen, ik moet winnen,” klinkt het uit de mond van de 35-jarige Siebe Kramer. “Ik zit best vaak in de prijzen maar de paarden waar ik het meest mee heb gewonnen, zijn toch de paarden uit ons eigen stammetje. Het zijn competitieve paarden die we fokken, paarden waar je op kunt rekenen.” Uit dat ‘stammetje’ komen dressuurpaarden (Japke rijdt Intermediaire) en springpaarden met als belangrijkste topper de wereldberoemde hengst Kannan, die via Guido Bruyninckx en Francois Mathy terecht kwam bij Michel Hecart die er Frankrijk mee vertegenwoordigde op het hoogste niveau. De 26-jarige vererver van heel beste springpaarden dekt nog steeds om de dag. En dit jaar deed Kannan jr. van zich spreken, de jonge Cornet-hengst uit de lijn van Kannan die inmiddels is goedgekeurd bij Zangersheide en bij het KWPN alleen nog het verrichtingsonderzoek moet doen. De familie Kramer en Sjaak van der Lei hebben de belofte in eigendom. Het bedrijf Stal Kramer is de laatste tijd mede door de faam van Kannan en de sportprestaties van Siebe nogal gegroeid. Het begon als een bescheiden pensionstal gerund door moeder Marietje en een kleinschalige fokkerij, de passie van vader Wobbe die met name als hoefsmid de kost verdiende. Siebe’s oudere broer Wobbe reed zeer verdienstelijk bij de paarden terwijl Siebe pas op z’n 11e bij de pony’s begon: “Ik was niet zo fanatiek, ik ging toen liever voetballen of schaatsen. Maar ja, de hele familie zat in de paarden, dan ga je op een gegeven moment mee. Ik heb met twee pony’s Z gereden. We hadden in die tijd niet zoveel paarden. Wobbe reed intensief en die ging even voor toen. Op een gegeven moment heb ik ook met Wobbe’s beste paard Gideon nog bij de young riders gereden. Op Gideon heeft trouwens ook mijn zus Japke leren rijden. Het was het eerste veulen van Cemeta, de Nimmerdor-merrie die in 1992 de moeder van Kannan werd. Maar het was toen thuis allemaal nog niet zo intensief.” In de schoolvakanties hielpen Siebe en Wobbe vaak bij Ben Schröder, die toen voor de Margaretha-hoeve in Dinteloord reed, het bedrijf van Wim van der Vorm. Wobbe ging studeren, Siebe deed de mavo en ging een jaar naar Deurne: “Vreselijk vond ik het daar, ik vond dat het mij te weinig bracht om daar mijn tijd aan te besteden.” Op zijn zeventiende kwam Siebe in het bedrijf bij zijn ouders: “Toen hebben we ook de binnenbak verbouwd, we hebben stallen erbij gebouwd, om de faciliteiten zo te kunnen maken dat we goed zouden kunnen werken. In het begin heb ik ook best veel paarden zadelmak gemaakt. Daar vroeg ik 550 gulden per maand voor. Daarvan bleven af en toe best wat paarden staan om uit te brengen en zo groeiden we eigenlijk heel snel uit.” [caption id="attachment_163700" align="alignnone" width="522"] Siebe Kramer won in Barneveld de puissance over 2 meter met Vanmeta, de moeder van Kannan jr.[/caption] In 2005 won Siebe het Z-kampioenschap van de KNHS in Ermelo. Niet veel later volgden de eerste internationale wedstrijden: “Mensen in mijn omgeving als Mandy Grootegoed en Mark Jespers vroegen of dat niks voor mij was en toen ben ik met ze meegegaan. Naar Wiesbeck, Le Touquet, Welkenrat en zo. Thuis steunden ze dat, we zagen het als een leerweg, een investering. Ik heb me altijd wel vrij gevoeld om dat soort dingen te ondernemen maar eigenlijk nemen we die beslissingen met ons allen.” Achteraf is het een goede zet geweest om de internationale podia op te zoeken: “De paarden die ik daar gereden heb, hebben we later goed kunnen verkopen. Daar breng je ze gewoon dichter bij de klanten en zeker de FEI-registratie met resultaten doet veel. Zo reed ik een jonge Voltaire, Sjors, waar ik veel mee won. Die werd puur op de resultaten verkocht, zonder dat mensen hem uitgeprobeerd hebben.” Op de vrachtwagen van Siebe prijkt trots het logo van Black Horses, het paardenbedrijf van ondernemer Jan Vink. De samenwerking ontstond zo’n jaar of tien geleden, toen nota bene Siebe de stoute schoenen aantrok: “Een goede kennis van mijn ouders reed in Canada dressuurpaarden voor Jan Vink. Zij vroeg mijn vader om haar paarden daar te beslaan en toen hoorde hij dat Black Horses zonder ruiter zat. Toen heb ik gebeld naar Jan. Dat zou ik nooit doen en het is ook echt de enige keer dat ik dat ooit gedaan heb. Haar advies en mijn intuïtie, zeg maar. Eigenlijk dacht ik: dat is toch weer een klant erbij. Ik ben naar Sliedrecht gegaan, we hebben goede afspraken gemaakt en we zijn met drie paarden begonnen. We wilde allebei even de kat uit de boom kijken. En nu heb ik zo’n acht paarden van hem staan. Geweldig, iemand die me nooit heeft laten vallen, ook niet als het een keer wat minder ging. Da’s heel bijzonder, hij stond bij wijze van spreken dag en nacht voor me klaar. Ik besef me maar al te goed wat voor een zegen dat is.” [caption id="attachment_163702" align="alignnone" width="426"] Samen terugkijken: Wiebe Kramer en Sanne Kooiman (foto Lilian Valentin)[/caption] Internationaal rijden doet Siebe het liefst niet in de zuidelijke circuits van Oliva, Jerez, Arezzo of Vilamoura: “Dan ben ik echt te lang van huis. En we hebben zoveel wedstrijden in de buurt die iets soortgelijks bieden. Je kunt naar Lanaken, Moorsele, Bonheiden, Opglabbeek, Lier, noem maar op. Internationaal rijden is sowieso geen grap meer: ik las hoe Jack Ansems dat ervaart en daar sta ik helemaal achter. Het is moeilijk om goed mee te komen. En ja, het komt ook een keer voor dat je een weekend alleen maar kosten hebt. Dan betaal je toch meer dan een maandsalaris.” Proberen steeds verder te groeien, sportief en met het bedrijf, dat is het streven van Siebe Kramer. In beide aspecten houdt Siebe zijn ogen en oren goed open: “Ik ben in het verleden geholpen door Wout-Jan van der Schans en Bert Romp. Tegenwoordig ben ik zoveel onderweg: je kunt met iedereen over het rijden praten. En ik krijg genoeg feedback, vooral van m’n zus, die m’n paarden vaak dressuurmatig rijdt. Zo ondersteunen we elkaar. En wat betreft het bedrijf denk ik dat het niet goed is om me alleen maar te richten op de paarden van Black Horses. Je moet niet totaal afhankelijk van elkaar willen zijn, volgens mij is het beter om je klantenkring toch een beetje breder te houden.” Stal Kramer op Universal Horse Data Stal Kramer op Facebook Stal Kramer website
Vorige Aftrap Hunter-Jumper Equitation rijden immens succes Volgende Reacties na de Nations Cup in Samorin, de eerste van het seizoen