Vorige week publiceerde de Zweedse amazone Annika Axelsson een brief op haar website waarin ze vertelde wat er zich de afgelopen weken precies op de Sunshine Tour heeft afgespeeld. De Sunshine Tour zelf reageert nu zelf op de aantijgingen van de Zweedse amazone. De directeur van de Sunshine Tour staaft haar beweringen met bewijs (klik hier voor de volledige brief met documenten ter bewijs).
"Ik schrijf deze brief na het lezen van die van Mevr. Annika Axelsson, die mij diep heeft bedroefd", gaat de brief van start. "Iedereen die ooit in Montenmedio is geweest, weet heel goed dat zowel ik persoonlijk als mijn hele team alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat al onze klanten, onder wie veel vrienden, waaronder ruiters, grooms en eigenaars, zich allemaal thuis voelen. Met dit in gedachten, antwoord ik op de bovenstaande brief uit een gevoel van verantwoordelijkheid en omdat ik geloof dat het mijn plicht is als directeur van de Sunshine Tour om dit te doen, aangezien de beweringen van mevrouw Axelsson vanaf het begin onjuist zijn en verwijzen naar onbevestigde gegevens die ertoe leiden dat mensen ons werk hier in twijfel trekken. Allereerst is het belangrijk te vermelden dat mevrouw Axelsson de faciliteiten hier in Montenmedio heeft verlaten voordat de meeste van de gebeurtenissen die zij in haar verklaring in detail beschrijft, daadwerkelijk plaatsvonden. Daarom zal ik niet mijn persoonlijke mening geven over wat er gebeurde, maar eerder de feiten die de informatie in haar brief weerleggen.
Het begon allemaal op 26 februari, toen onze behandelend dierenarts, Dr. Turrero mij om 20.00 uur belde om te melden dat Dr. Frank van Hoek, die geaccrediteerd was bij een Nederlandse ruiter in de Tour, een geval had gemeld van een paard met koorts. Wij zijn toen in de computer gaan zoeken naar dat paard, om te weten te komen van wie het was en waar het zich in de stallen bevond, aangezien mevrouw Axelsson, die tijdens de wedstrijd voor het paard verantwoordelijk was, geen contact met het OC had opgenomen om ons over de toestand van het paard in te lichten. Op dat ogenblik zijn de behandelende dierenarts, de sportdirecteur en de stalverantwoordelijke allen naar de stallen gegaan waar de merrie "A" zich bevond en toen zij bevestigden dat zij koorts had (39,5), werd de merrie naar de isolatieruimte gestuurd.
Vanaf deze dag, 26 februari tot 4 maart, werd de merrie "A" behandeld door het veterinaire team van de organisatoren. De temperatuur van de merrie steeg in de nacht van 26 februari tot 40,5 graden, maar daalde om 22.00 uur weer tot 38,4 graden, nadat de nodige behandeling door de veterinaire diensten van de organisatie was gegeven. Op deze plaats wil ik duidelijk stellen dat de bewering van mevrouw Axelsson over het gebrek aan veterinaire middelen waarover de organisatoren beschikten, onjuist is. Tijdens de Tour beschikken wij over een volledig uitgeruste veterinaire kliniek, met alle nodige voorraden (inclusief katheters, sondes, geneesmiddelen, enz ...) om aan alle eventuele behoeften te kunnen voldoen. In feite was het onze Veterinary Service Manager die de eigen dierenarts van de merrie, "A", van medicijnen voorzag. Dit gebeurde terwijl hij wachtte op een medicijn dat volgens deze dierenarts noodzakelijk was en besteld was door de eigenaar van de merrie, uit België. Ik bevestigde dit feit telefonisch met de eigenaar van de merrie.
Op grond van de kennis en ervaring van de dierenartsen hier, die de ontwikkeling van de symptomen van "A" volgden, werd geoordeeld dat zij mogelijk tekenen vertoonde die wezen op Piroplasmose en andere ziekten die soortgelijke neurologische verschijnselen veroorzaken. Om zeker te zijn van een juiste diagnose, en niet te veronderstellen dat de merrie EHV-1 had, werd besloten haar bloed te testen op Piroplasmose en een PCR-test te doen op EHV-1. Opgemerkt moet worden dat mevrouw Axelsson op geen enkel moment rechtstreeks met de dierenarts over deze zaak heeft gesproken, noch heeft zij de dierenarts gevraagd monsters van de merrie te nemen.
26 februari was een vrijdagavond en de daaropvolgende maandag, 1 maart, was een feestdag hier in Andalusië. Met de bedoeling de resultaten van de afgelegde tests te bespoedigen, werden de bloedmonsters voor de Piroplasmose-tests door de FEI Veterinair Gedelegeerde die klaar was met haar werk hier in de Tour, per auto voor analyse rechtstreeks naar het laboratorium in Madrid gebracht. Dit betekende dat de resultaten van de test nog dezelfde middag, op 1 maart, werden ontvangen. De swabs voor de EHV-1 monsters werden, door dezelfde dierenarts, naar het laboratorium in Zaragoza gestuurd, de resultaten werden verkregen op 2 maart, maar omdat we het paspoort van de merrie niet in ons bezit hadden, gaf het laboratorium een eerste "gevalideerd resultatenrapport" zonder het microchipnummer af op 2 maart en vervolgens een tweede rapport op 4 maart waarin haar microchipnummer wel was opgenomen.
Zoals u in de bijgevoegde documenten (bijlage 4) kunt zien, waren beide resultaten negatief voor EHV-1. Deze spoedzending van de monsters was volledig en uitsluitend georganiseerd door het OC en de manager van de veterinaire dienst, in tegenstelling tot de onjuiste beweringen van mevrouw Axelsson in haar verklaring.
Op 27 februari werd "A" voortdurend gecontroleerd en behandeld door het veterinaire team van het concours, de dierenartsen die waren goedgekeurd in de door de Federation Equestre Internationale (FEI) gepubliceerde schema's. De temperatuur van de merrie werd gedurende deze dag 10 maal gemeten. Vanaf dat moment was het schema van de dierenartsen die de merrie in de isolatiezone bezochten als volgt: tweemaal per dag, eenmaal 's morgens tussen 9.00 en 9.30 uur en eenmaal 's middags tussen 18.00 en 18.30 uur. Alle personen die verantwoordelijk waren voor de paarden in de isolatiezone, werden ervan in kennis gesteld dat het aanbeveling verdiende de temperatuur van alle paarden daar om de twee uur te laten meten.
Op 28 februari was het onze dierenarts die mevrouw Axelsson tweemaal aanschreef, aangezien er niemand aanwezig was toen zij om 9.00 uur in de isolatiezone aankwam om de "A" te behandelen. Nadat zij daar een uur had gewacht om de merrie te controleren, antwoordde mevrouw Axelsson de dierenarts dat zij aan het springen was, en dat om 11 uur, na twee uur wachten, iemand naar de stal zou komen om de dierenarts te helpen bij de behandeling van de merrie.
Op 4 maart om 7.24 uur stuurde de groom van "A" een video van de merrie in draf in de piste, en om 9.00 uur herhaalde de manager van de veterinaire dienst de behandeling van de merrie met anti-inflammatoire middelen en antibiotica. Dit is dezelfde groom die in een audiobericht aan de dierenarts betwijfelt of de merrie neurologische symptomen heeft. De dierenarts merkt die ochtend wel enige symptomen van zwakte in de achterhand op, maar de symptomen zijn niet erg duidelijk en er wordt afgesproken dat als de symptomen van de merrie verergeren, de dierenarts onmiddellijk zal worden ingelicht. Opnieuw vertelt mevrouw Axelsson in haar brief niet de waarheid, de merrie werd die ochtend om 9.00 uur geobserveerd en gecontroleerd door de manager van de veterinaire dienst, net als elke andere ochtend, en de merrie had geen koorts (37,1 graden).
Diezelfde dag, rond 13.30 uur, terwijl ik met mijn team in mijn kantoor vergaderde, kreeg de sportdirecteur van de Sunshine Tour, Sr. Trapote, een telefoontje van de eigenaar van "A", die ons om hulp vroeg, omdat de symptomen van de merrie de laatste uren waren verslechterd. Ik nam onmiddellijk contact op met de dierenartsen die bevestigden dat de merrie duidelijker neurologische symptomen begon te vertonen.
Daarom werd op 4 maart opnieuw een bloedmonster (10/10 ml) genomen bij merrie "A" en opgestuurd naar een ander laboratorium, aan de Universidad Complutense van Madrid. Het resultaat werd de volgende dag verkregen en was opnieuw negatief, maar het laboratorium voegde eraan toe dat het resultaat "niet doorslaggevend was vanwege de kwaliteit van het geanalyseerde bloed". Deze opmerking is moeilijk te begrijpen, aangezien dit de standaardhoeveelheid bloed is die voor alle monsters wordt afgenomen en indien het laboratorium van mening was dat dit een onvoldoende hoeveelheid was en meer nodig had dan normaal voor hun test vereist is, had het ons daarvan vooraf in kennis kunnen stellen.
Nadat hij had vastgesteld dat de merrie neurologische symptomen vertoonde, deelde Dr. Frederik Bruyninx zowel de manager van de veterinaire dienst als de extra FEI veterinair gedelegeerde mee dat hij de dierenarts van de eigenaar van "A" was, en dat hij de verantwoordelijke persoon voor haar verzorging zal zijn. Op geen enkel moment heeft de manager van de veterinaire dienst geweigerd de merrie voor EHV-1 te behandelen, sterker nog, zij was degene die de benodigde medicijnen kocht bij een apotheek in Conil, om de merrie te behandelen. Het was ook deze dierenarts die de dierenarts belde die verantwoordelijk was voor de uitbraak van EHV-1 in Valencia en om advies vroeg over de toepassing van de meest effectieve behandeling van het virus.
Ik wil er nogmaals op wijzen dat de verantwoordelijke voor "A" tijdens de wedstrijd, mevrouw Axelsson, zich op geen enkel moment rechtstreeks tot de OC heeft gericht, niet die ochtend en ook niet op enig moment voor of na deze datum. De eigenaar van de merrie "A" is de persoon die met ons in contact staat. Ik sta persoonlijk in contact met de eigenares en informeer haar over de aankoop van geneesmiddelen en de toestand van de merrie tijdens haar verblijf in onze inrichtingen en ook na haar vertrek. Het is ook aan haar dat ik de resultaten van de analyses stuur.
Diezelfde middag van 4 maart, terwijl mijn bezorgdheid over de toestand van "A" toenam, belde ik Dr. Miguel Valdés, de directeur van La Equina de Manilva, Reference Hospital als lid van het veterinaire team van het Circuit. Ik vroeg hem naar de mogelijkheid om de merrie naar zijn kliniek over te brengen. Dr. Valdés antwoordde dat het ziekenhuis "A" om gezondheidsredenen niet in zijn faciliteiten kon opnemen, maar dat wij een onmiddellijk zorgplan zouden opstellen dat ons in staat zou stellen IC-zorg aan te bieden, aangepast voor gebruik in onze isolatieruimte, voor alle patiënten die neurologische problemen vertonen, zowel voor "A" als voor elk ander paard van het Circuit dat dit nodig zou kunnen hebben.
In het gesprek kunt u zien hoe Dr. Valdés mij informeerde en mij aan de hand van foto's het type installatie toonde dat zij diezelfde nacht in een van de isolatieboxen zouden installeren. Dr. Valdés nam contact op met onze stalmanager om alles te organiseren. Diezelfde middag hebben Dr. Valdés en zijn team, in een gebaar van grote vrijgevigheid van zijn kant, met de hulp van het personeel van het Circuit een kraan, een harnas en een hoofdbeschermer geïnstalleerd in een box van 3x6 meter in de isoleerruimte. Zo stond vanaf 4 maart om 21.30 uur de ICU voor paarden met neurologische symptomen ter beschikking van elk paard dat het nodig zou hebben.Dr. Valdés nam ook contact op met alle particuliere veterinaire klinieken in de buurt van de Tour en met de veterinaire faculteit van Cordoba, die bereid waren de merrie over een week op te nemen. Daarom beschikte de Tour vanaf 4 maart over een goed functionerende neurologische ICU, die klaarstond om elk paard met neurologische symptomen te behandelen.
Dr. Valdés onderzocht ook de merrie "A", samen met Dr. Bruyninx en beide dierenartsen waren het eens over haar conditie. Dit was in de nacht van 4 maart en ze waren het erover eens dat ze stabiel was en geen ernstige neurologische symptomen vertoonde, ze vertoonde alleen een lichte verandering in de beweging van het rechter achterbeen en sleepte af en toe met de hoef. Dr. Bruyninx bedankte Dr. Valdés voor zijn hulp en Dr. Valdés gaf hem materiaal om de blaas te katheteriseren en liet hem zien hoe hij de apparatuur moest gebruiken, voor het geval dat de merrie een blaasverlamming of het Cauda Equina syndroom zou ontwikkelen. Wat gelukkig niet het geval was.
Dr. Valdés gaf mij het telefoonnummer van Dr. Bruyninx, zodat ik hem kon bellen en hem ervan kon "overtuigen" de merrie naar de IC te brengen, zo niet onmiddellijk, dan toch op zijn minst bij de geringste verslechtering van haar symptomen. Opnieuw vertelt mevrouw Axelsson in haar brief niet de waarheid, aangezien ik Dr. Bruyninx deze nacht persoonlijk heb gebeld om erop aan te dringen dat hij de merrie onmiddellijk naar de ICU-box zou overbrengen, en hij mij vertelde dat hij haar de volgende dag zou overbrengen. Ik ben verbaasd en zeer bedroefd over de verklaring die mevrouw Axelsson in haar brief aflegt, en dat de ICU box werd voorbereid zonder de moeite die dit betekende voor het OC en vooral voor het veterinaire team te waarderen. Wij konden een ICU in 4 uur gereedmaken, dezelfde faciliteit als bijvoorbeeld de Universiteit van Cordoba 12 dagen nodig had om beschikbaar te stellen.
Ik wil er ook op wijzen dat toen de FEI de wedstrijd op vrijdag 5 maart afgelastte, de FEI Veterinarian Delegate, de FEI Veterinary Service Manager en de FEI Treating Veterinarian toegang kregen tot het terrein, hetgeen van tevoren door de FEI was goedgekeurd om het aantal mensen dat toegang kon krijgen tot een minimum te beperken. Op dit ogenblik waren er slechts 6 paarden in de isolatiezone, waaronder "A", die onder de hoede stond van haar eigen dierenarts. De stallen van de isolatiezone stonden onder toezicht van een bewaker die 24 uur per dag de toegang tot de zone controleerde en de bioveiligheidsprotocollen, met ontsmetting en PPI-pakken die door het OC ter beschikking werden gesteld. Ik heb deze foto zelf met mijn mobiele telefoon genomen, voor het geval iemand later zou beweren dat dit materiaal op dat moment niet beschikbaar was, zoals het geval is geweest. Ik werd op dat moment vergezeld door de FEI Veterinary Delegate en ik vroeg hem waarom het materiaal op de grond lag, waarop hij antwoordde dat het daar lag in opdracht van een van de Additional FEI Delegates.
Op 6 maart ging ik naar de boxen van de isolatiezone om "A" te zien en zag dat Dr. Bruyninx de toestand van de paarden onder zijn hoede aan het controleren was zonder de nodige PBM-kledij te gebruiken in overeenstemming met het bioveiligheidsprotocol. Ik zou hier willen vermelden dat Dr. Frank van Hoek niet verantwoordelijk was voor de verzorging van "A" vanaf 26 februari, wat nogmaals het gebrek aan waarheid aantoont in de verklaring van mevrouw Axelsson.
Vanaf de nacht van vrijdag 5 maart was het Ministerie van Landbouw rechtstreeks verantwoordelijk voor de gezondheidscertificaten van de paarden die nodig waren voordat elk paard de installaties verliet. Het ministerie was ook belast met de uitvoering van een derde bloedtest op "A", dit keer niet alleen op EHV-1 maar ook op het West-Nijlvirus. Deze monsters werden genomen voordat "A" op 6 maart het bedrijf verliet, met toestemming van zowel de eigenaar als de dierenarts van de merrie. Bij het verlaten van de inrichting werd de merrie vervoerd door twee assistenten en Dr. Bruyninx. Het Ministerie stuurde de monsters van de merrie op zondag 7 maart met een chauffeur naar het officiële laboratorium in Madrid (Algete). Op dinsdag 9 maart kwamen beide testresultaten negatief terug en ikzelf stuurde de resultaten naar de eigenaar van de merrie, waarbij ik nogmaals vroeg hoe het met de merrie was, wat ik later ook weer deed (bijlage 15). We kunnen dus bevestigen dat "A" tijdens haar verblijf drie EHV-1-tests heeft ondergaan, in drie verschillende laboratoria, één van neusswabs voor een PCR-test en twee van bloedmonsters, die allemaal negatief terugkwamen en waarvan de eerste en de laatste test als onomstotelijk negatief werden beschouwd.
Ik zou speciaal willen wijzen op de bijstand die onze veterinaire diensten hebben verleend aan Dr. Bruyninx en aan het personeel van de eigenaar van "A". Deze bijstand werd voortgezet tijdens het transport van de merrie van de Sunshine Tour naar België. Van zodra Dr. Valdés een telefoontje kreeg van Dr. Bruyninx met het verzoek om assistentie tijdens de reis, was hij actief in het verstrekken van adressen en contacten van dierenartsen en veterinaire ziekenhuizen op weg naar boven naar België. Hier in Spanje had de eigenaresse de beschikking over een ICU-plaats aan de Complutense Universiteit van Madrid. Dr. Bruyninx schatte dat "A" voldoende stabiel was en dat ze 2 volle reisdagen aankon.
Voor mij en voor dit OC is en blijft het welzijn van de paarden onze belangrijkste prioriteit. In deze turbulente tijden moeten we ons verenigen en samen strijden om te voorkomen dat alles wat gebeurd is, zich opnieuw voordoet. Wij, evenals de FEI en alle functionarissen die haar vertegenwoordigen, hebben geprobeerd te doen wat het beste is voor de paarden en de sport, en brieven zoals die van mevrouw Axelsson, helpen alleen maar om verwarring te zaaien, in diskrediet te brengen en schade te berokkenen.
"Ik schrijf deze brief na het lezen van die van Mevr. Annika Axelsson, die mij diep heeft bedroefd", gaat de brief van start. "Iedereen die ooit in Montenmedio is geweest, weet heel goed dat zowel ik persoonlijk als mijn hele team alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat al onze klanten, onder wie veel vrienden, waaronder ruiters, grooms en eigenaars, zich allemaal thuis voelen. Met dit in gedachten, antwoord ik op de bovenstaande brief uit een gevoel van verantwoordelijkheid en omdat ik geloof dat het mijn plicht is als directeur van de Sunshine Tour om dit te doen, aangezien de beweringen van mevrouw Axelsson vanaf het begin onjuist zijn en verwijzen naar onbevestigde gegevens die ertoe leiden dat mensen ons werk hier in twijfel trekken. Allereerst is het belangrijk te vermelden dat mevrouw Axelsson de faciliteiten hier in Montenmedio heeft verlaten voordat de meeste van de gebeurtenissen die zij in haar verklaring in detail beschrijft, daadwerkelijk plaatsvonden. Daarom zal ik niet mijn persoonlijke mening geven over wat er gebeurde, maar eerder de feiten die de informatie in haar brief weerleggen.
Het begon allemaal op 26 februari, toen onze behandelend dierenarts, Dr. Turrero mij om 20.00 uur belde om te melden dat Dr. Frank van Hoek, die geaccrediteerd was bij een Nederlandse ruiter in de Tour, een geval had gemeld van een paard met koorts. Wij zijn toen in de computer gaan zoeken naar dat paard, om te weten te komen van wie het was en waar het zich in de stallen bevond, aangezien mevrouw Axelsson, die tijdens de wedstrijd voor het paard verantwoordelijk was, geen contact met het OC had opgenomen om ons over de toestand van het paard in te lichten. Op dat ogenblik zijn de behandelende dierenarts, de sportdirecteur en de stalverantwoordelijke allen naar de stallen gegaan waar de merrie "A" zich bevond en toen zij bevestigden dat zij koorts had (39,5), werd de merrie naar de isolatieruimte gestuurd.
Vanaf deze dag, 26 februari tot 4 maart, werd de merrie "A" behandeld door het veterinaire team van de organisatoren. De temperatuur van de merrie steeg in de nacht van 26 februari tot 40,5 graden, maar daalde om 22.00 uur weer tot 38,4 graden, nadat de nodige behandeling door de veterinaire diensten van de organisatie was gegeven. Op deze plaats wil ik duidelijk stellen dat de bewering van mevrouw Axelsson over het gebrek aan veterinaire middelen waarover de organisatoren beschikten, onjuist is. Tijdens de Tour beschikken wij over een volledig uitgeruste veterinaire kliniek, met alle nodige voorraden (inclusief katheters, sondes, geneesmiddelen, enz ...) om aan alle eventuele behoeften te kunnen voldoen. In feite was het onze Veterinary Service Manager die de eigen dierenarts van de merrie, "A", van medicijnen voorzag. Dit gebeurde terwijl hij wachtte op een medicijn dat volgens deze dierenarts noodzakelijk was en besteld was door de eigenaar van de merrie, uit België. Ik bevestigde dit feit telefonisch met de eigenaar van de merrie.
Op grond van de kennis en ervaring van de dierenartsen hier, die de ontwikkeling van de symptomen van "A" volgden, werd geoordeeld dat zij mogelijk tekenen vertoonde die wezen op Piroplasmose en andere ziekten die soortgelijke neurologische verschijnselen veroorzaken. Om zeker te zijn van een juiste diagnose, en niet te veronderstellen dat de merrie EHV-1 had, werd besloten haar bloed te testen op Piroplasmose en een PCR-test te doen op EHV-1. Opgemerkt moet worden dat mevrouw Axelsson op geen enkel moment rechtstreeks met de dierenarts over deze zaak heeft gesproken, noch heeft zij de dierenarts gevraagd monsters van de merrie te nemen.
26 februari was een vrijdagavond en de daaropvolgende maandag, 1 maart, was een feestdag hier in Andalusië. Met de bedoeling de resultaten van de afgelegde tests te bespoedigen, werden de bloedmonsters voor de Piroplasmose-tests door de FEI Veterinair Gedelegeerde die klaar was met haar werk hier in de Tour, per auto voor analyse rechtstreeks naar het laboratorium in Madrid gebracht. Dit betekende dat de resultaten van de test nog dezelfde middag, op 1 maart, werden ontvangen. De swabs voor de EHV-1 monsters werden, door dezelfde dierenarts, naar het laboratorium in Zaragoza gestuurd, de resultaten werden verkregen op 2 maart, maar omdat we het paspoort van de merrie niet in ons bezit hadden, gaf het laboratorium een eerste "gevalideerd resultatenrapport" zonder het microchipnummer af op 2 maart en vervolgens een tweede rapport op 4 maart waarin haar microchipnummer wel was opgenomen.
Zoals u in de bijgevoegde documenten (bijlage 4) kunt zien, waren beide resultaten negatief voor EHV-1. Deze spoedzending van de monsters was volledig en uitsluitend georganiseerd door het OC en de manager van de veterinaire dienst, in tegenstelling tot de onjuiste beweringen van mevrouw Axelsson in haar verklaring.
Op 27 februari werd "A" voortdurend gecontroleerd en behandeld door het veterinaire team van het concours, de dierenartsen die waren goedgekeurd in de door de Federation Equestre Internationale (FEI) gepubliceerde schema's. De temperatuur van de merrie werd gedurende deze dag 10 maal gemeten. Vanaf dat moment was het schema van de dierenartsen die de merrie in de isolatiezone bezochten als volgt: tweemaal per dag, eenmaal 's morgens tussen 9.00 en 9.30 uur en eenmaal 's middags tussen 18.00 en 18.30 uur. Alle personen die verantwoordelijk waren voor de paarden in de isolatiezone, werden ervan in kennis gesteld dat het aanbeveling verdiende de temperatuur van alle paarden daar om de twee uur te laten meten.
Op 28 februari was het onze dierenarts die mevrouw Axelsson tweemaal aanschreef, aangezien er niemand aanwezig was toen zij om 9.00 uur in de isolatiezone aankwam om de "A" te behandelen. Nadat zij daar een uur had gewacht om de merrie te controleren, antwoordde mevrouw Axelsson de dierenarts dat zij aan het springen was, en dat om 11 uur, na twee uur wachten, iemand naar de stal zou komen om de dierenarts te helpen bij de behandeling van de merrie.
Op 4 maart om 7.24 uur stuurde de groom van "A" een video van de merrie in draf in de piste, en om 9.00 uur herhaalde de manager van de veterinaire dienst de behandeling van de merrie met anti-inflammatoire middelen en antibiotica. Dit is dezelfde groom die in een audiobericht aan de dierenarts betwijfelt of de merrie neurologische symptomen heeft. De dierenarts merkt die ochtend wel enige symptomen van zwakte in de achterhand op, maar de symptomen zijn niet erg duidelijk en er wordt afgesproken dat als de symptomen van de merrie verergeren, de dierenarts onmiddellijk zal worden ingelicht. Opnieuw vertelt mevrouw Axelsson in haar brief niet de waarheid, de merrie werd die ochtend om 9.00 uur geobserveerd en gecontroleerd door de manager van de veterinaire dienst, net als elke andere ochtend, en de merrie had geen koorts (37,1 graden).
Diezelfde dag, rond 13.30 uur, terwijl ik met mijn team in mijn kantoor vergaderde, kreeg de sportdirecteur van de Sunshine Tour, Sr. Trapote, een telefoontje van de eigenaar van "A", die ons om hulp vroeg, omdat de symptomen van de merrie de laatste uren waren verslechterd. Ik nam onmiddellijk contact op met de dierenartsen die bevestigden dat de merrie duidelijker neurologische symptomen begon te vertonen.
Daarom werd op 4 maart opnieuw een bloedmonster (10/10 ml) genomen bij merrie "A" en opgestuurd naar een ander laboratorium, aan de Universidad Complutense van Madrid. Het resultaat werd de volgende dag verkregen en was opnieuw negatief, maar het laboratorium voegde eraan toe dat het resultaat "niet doorslaggevend was vanwege de kwaliteit van het geanalyseerde bloed". Deze opmerking is moeilijk te begrijpen, aangezien dit de standaardhoeveelheid bloed is die voor alle monsters wordt afgenomen en indien het laboratorium van mening was dat dit een onvoldoende hoeveelheid was en meer nodig had dan normaal voor hun test vereist is, had het ons daarvan vooraf in kennis kunnen stellen.
Nadat hij had vastgesteld dat de merrie neurologische symptomen vertoonde, deelde Dr. Frederik Bruyninx zowel de manager van de veterinaire dienst als de extra FEI veterinair gedelegeerde mee dat hij de dierenarts van de eigenaar van "A" was, en dat hij de verantwoordelijke persoon voor haar verzorging zal zijn. Op geen enkel moment heeft de manager van de veterinaire dienst geweigerd de merrie voor EHV-1 te behandelen, sterker nog, zij was degene die de benodigde medicijnen kocht bij een apotheek in Conil, om de merrie te behandelen. Het was ook deze dierenarts die de dierenarts belde die verantwoordelijk was voor de uitbraak van EHV-1 in Valencia en om advies vroeg over de toepassing van de meest effectieve behandeling van het virus.
Ik wil er nogmaals op wijzen dat de verantwoordelijke voor "A" tijdens de wedstrijd, mevrouw Axelsson, zich op geen enkel moment rechtstreeks tot de OC heeft gericht, niet die ochtend en ook niet op enig moment voor of na deze datum. De eigenaar van de merrie "A" is de persoon die met ons in contact staat. Ik sta persoonlijk in contact met de eigenares en informeer haar over de aankoop van geneesmiddelen en de toestand van de merrie tijdens haar verblijf in onze inrichtingen en ook na haar vertrek. Het is ook aan haar dat ik de resultaten van de analyses stuur.
Diezelfde middag van 4 maart, terwijl mijn bezorgdheid over de toestand van "A" toenam, belde ik Dr. Miguel Valdés, de directeur van La Equina de Manilva, Reference Hospital als lid van het veterinaire team van het Circuit. Ik vroeg hem naar de mogelijkheid om de merrie naar zijn kliniek over te brengen. Dr. Valdés antwoordde dat het ziekenhuis "A" om gezondheidsredenen niet in zijn faciliteiten kon opnemen, maar dat wij een onmiddellijk zorgplan zouden opstellen dat ons in staat zou stellen IC-zorg aan te bieden, aangepast voor gebruik in onze isolatieruimte, voor alle patiënten die neurologische problemen vertonen, zowel voor "A" als voor elk ander paard van het Circuit dat dit nodig zou kunnen hebben.
In het gesprek kunt u zien hoe Dr. Valdés mij informeerde en mij aan de hand van foto's het type installatie toonde dat zij diezelfde nacht in een van de isolatieboxen zouden installeren. Dr. Valdés nam contact op met onze stalmanager om alles te organiseren. Diezelfde middag hebben Dr. Valdés en zijn team, in een gebaar van grote vrijgevigheid van zijn kant, met de hulp van het personeel van het Circuit een kraan, een harnas en een hoofdbeschermer geïnstalleerd in een box van 3x6 meter in de isoleerruimte. Zo stond vanaf 4 maart om 21.30 uur de ICU voor paarden met neurologische symptomen ter beschikking van elk paard dat het nodig zou hebben.Dr. Valdés nam ook contact op met alle particuliere veterinaire klinieken in de buurt van de Tour en met de veterinaire faculteit van Cordoba, die bereid waren de merrie over een week op te nemen. Daarom beschikte de Tour vanaf 4 maart over een goed functionerende neurologische ICU, die klaarstond om elk paard met neurologische symptomen te behandelen.
Dr. Valdés onderzocht ook de merrie "A", samen met Dr. Bruyninx en beide dierenartsen waren het eens over haar conditie. Dit was in de nacht van 4 maart en ze waren het erover eens dat ze stabiel was en geen ernstige neurologische symptomen vertoonde, ze vertoonde alleen een lichte verandering in de beweging van het rechter achterbeen en sleepte af en toe met de hoef. Dr. Bruyninx bedankte Dr. Valdés voor zijn hulp en Dr. Valdés gaf hem materiaal om de blaas te katheteriseren en liet hem zien hoe hij de apparatuur moest gebruiken, voor het geval dat de merrie een blaasverlamming of het Cauda Equina syndroom zou ontwikkelen. Wat gelukkig niet het geval was.
Dr. Valdés gaf mij het telefoonnummer van Dr. Bruyninx, zodat ik hem kon bellen en hem ervan kon "overtuigen" de merrie naar de IC te brengen, zo niet onmiddellijk, dan toch op zijn minst bij de geringste verslechtering van haar symptomen. Opnieuw vertelt mevrouw Axelsson in haar brief niet de waarheid, aangezien ik Dr. Bruyninx deze nacht persoonlijk heb gebeld om erop aan te dringen dat hij de merrie onmiddellijk naar de ICU-box zou overbrengen, en hij mij vertelde dat hij haar de volgende dag zou overbrengen. Ik ben verbaasd en zeer bedroefd over de verklaring die mevrouw Axelsson in haar brief aflegt, en dat de ICU box werd voorbereid zonder de moeite die dit betekende voor het OC en vooral voor het veterinaire team te waarderen. Wij konden een ICU in 4 uur gereedmaken, dezelfde faciliteit als bijvoorbeeld de Universiteit van Cordoba 12 dagen nodig had om beschikbaar te stellen.
Ik wil er ook op wijzen dat toen de FEI de wedstrijd op vrijdag 5 maart afgelastte, de FEI Veterinarian Delegate, de FEI Veterinary Service Manager en de FEI Treating Veterinarian toegang kregen tot het terrein, hetgeen van tevoren door de FEI was goedgekeurd om het aantal mensen dat toegang kon krijgen tot een minimum te beperken. Op dit ogenblik waren er slechts 6 paarden in de isolatiezone, waaronder "A", die onder de hoede stond van haar eigen dierenarts. De stallen van de isolatiezone stonden onder toezicht van een bewaker die 24 uur per dag de toegang tot de zone controleerde en de bioveiligheidsprotocollen, met ontsmetting en PPI-pakken die door het OC ter beschikking werden gesteld. Ik heb deze foto zelf met mijn mobiele telefoon genomen, voor het geval iemand later zou beweren dat dit materiaal op dat moment niet beschikbaar was, zoals het geval is geweest. Ik werd op dat moment vergezeld door de FEI Veterinary Delegate en ik vroeg hem waarom het materiaal op de grond lag, waarop hij antwoordde dat het daar lag in opdracht van een van de Additional FEI Delegates.
Op 6 maart ging ik naar de boxen van de isolatiezone om "A" te zien en zag dat Dr. Bruyninx de toestand van de paarden onder zijn hoede aan het controleren was zonder de nodige PBM-kledij te gebruiken in overeenstemming met het bioveiligheidsprotocol. Ik zou hier willen vermelden dat Dr. Frank van Hoek niet verantwoordelijk was voor de verzorging van "A" vanaf 26 februari, wat nogmaals het gebrek aan waarheid aantoont in de verklaring van mevrouw Axelsson.
Vanaf de nacht van vrijdag 5 maart was het Ministerie van Landbouw rechtstreeks verantwoordelijk voor de gezondheidscertificaten van de paarden die nodig waren voordat elk paard de installaties verliet. Het ministerie was ook belast met de uitvoering van een derde bloedtest op "A", dit keer niet alleen op EHV-1 maar ook op het West-Nijlvirus. Deze monsters werden genomen voordat "A" op 6 maart het bedrijf verliet, met toestemming van zowel de eigenaar als de dierenarts van de merrie. Bij het verlaten van de inrichting werd de merrie vervoerd door twee assistenten en Dr. Bruyninx. Het Ministerie stuurde de monsters van de merrie op zondag 7 maart met een chauffeur naar het officiële laboratorium in Madrid (Algete). Op dinsdag 9 maart kwamen beide testresultaten negatief terug en ikzelf stuurde de resultaten naar de eigenaar van de merrie, waarbij ik nogmaals vroeg hoe het met de merrie was, wat ik later ook weer deed (bijlage 15). We kunnen dus bevestigen dat "A" tijdens haar verblijf drie EHV-1-tests heeft ondergaan, in drie verschillende laboratoria, één van neusswabs voor een PCR-test en twee van bloedmonsters, die allemaal negatief terugkwamen en waarvan de eerste en de laatste test als onomstotelijk negatief werden beschouwd.
Ik zou speciaal willen wijzen op de bijstand die onze veterinaire diensten hebben verleend aan Dr. Bruyninx en aan het personeel van de eigenaar van "A". Deze bijstand werd voortgezet tijdens het transport van de merrie van de Sunshine Tour naar België. Van zodra Dr. Valdés een telefoontje kreeg van Dr. Bruyninx met het verzoek om assistentie tijdens de reis, was hij actief in het verstrekken van adressen en contacten van dierenartsen en veterinaire ziekenhuizen op weg naar boven naar België. Hier in Spanje had de eigenaresse de beschikking over een ICU-plaats aan de Complutense Universiteit van Madrid. Dr. Bruyninx schatte dat "A" voldoende stabiel was en dat ze 2 volle reisdagen aankon.
Voor mij en voor dit OC is en blijft het welzijn van de paarden onze belangrijkste prioriteit. In deze turbulente tijden moeten we ons verenigen en samen strijden om te voorkomen dat alles wat gebeurd is, zich opnieuw voordoet. Wij, evenals de FEI en alle functionarissen die haar vertegenwoordigen, hebben geprobeerd te doen wat het beste is voor de paarden en de sport, en brieven zoals die van mevrouw Axelsson, helpen alleen maar om verwarring te zaaien, in diskrediet te brengen en schade te berokkenen.