EHV-virussen (Herpesvirussen) baren paardenhouders wereldwijd zorgen. Het zijn zeer besmettelijke virussen die grote gevolgen kunnen hebben. Drie Duitse onderzoekers onderzochten de manier waarop deze virussen zich verspreiden. Dit bleek niet alleen direct via bloed en aerosolen te gaan, maar ook via voorwerpen en uitwerpselen.
Er zijn verschillende typen EHV-virussen die allen voor verschillende klachten zorgen. Daarvan is het meest bekende en gevreesde virus EHV-1, ook wel Rhino genoemd. De klachten hiervan variëren van verkoudheidsklachten tot neurologische verschijnselen en de abortusvariant. Op dit moment ondervindt de internationale wedstrijdsport de gevolgen van Rhino-uitbraken op concoursen in Spanje.
Er is volgens de onderzoekers steeds meer bewijs dat overdracht via de omgeving een rol speelt. Hierbij gaat het om besmetting via de lucht, water en besmette objecten. Dit geldt echter niet voor alle Herpesvirussen. Bewijs voor besmetting via de omgeving is vooral gevonden bij EHV-1, EHV-5 en EHV-7.
“Direct contact met besmette paarden en blootstelling tot aerosolen zijn de meeste bekende en directe manieren waarop besmetting plaatsvindt. Ook vindt er vaak directe besmetting plaats via placenta en andere afscheiding uit de baarmoeder”, stelt het team. Daarnaast blijven de virussen dus ook voor een langere periode op verschillende objecten zitten. Denk hierbij aan hout, stro en de paardenvacht zelf. Daardoor verspreidt het virus zich makkelijk.
Dat de virussen langer besmettelijk blijven op verschillende objecten, zorgt vooral voor risico’s bij paarden in gevangenschap. Deze paarden komen normaal gesproken niet in contact met een EHV-virus. Door ze te stallen bij paarden die wel besmet zijn, komen deze paarden er toch mee in aanraking.
Het onderzoeksteam geeft aan dat er meer onderzoek nodig is naar de manier waarop EHV-1 zich verplaatst door aerosolen. De hippische industrie heeft namelijk baat bij preciese richtlijnen waarin staat hoeveel afstand paarden van elkaar moeten houden zodat ze niet worden besmet via aerosolen. Daarnaast moeten uitwerpselen ook behandeld worden als mogelijke verspreidingsroute voor de virussen. Tot de uitkomsten van vervolgonderzoek bekend zijn is het raadzaam om op te letten.
bron: Horsetalk
Er zijn verschillende typen EHV-virussen die allen voor verschillende klachten zorgen. Daarvan is het meest bekende en gevreesde virus EHV-1, ook wel Rhino genoemd. De klachten hiervan variëren van verkoudheidsklachten tot neurologische verschijnselen en de abortusvariant. Op dit moment ondervindt de internationale wedstrijdsport de gevolgen van Rhino-uitbraken op concoursen in Spanje.
Er is volgens de onderzoekers steeds meer bewijs dat overdracht via de omgeving een rol speelt. Hierbij gaat het om besmetting via de lucht, water en besmette objecten. Dit geldt echter niet voor alle Herpesvirussen. Bewijs voor besmetting via de omgeving is vooral gevonden bij EHV-1, EHV-5 en EHV-7.
“Direct contact met besmette paarden en blootstelling tot aerosolen zijn de meeste bekende en directe manieren waarop besmetting plaatsvindt. Ook vindt er vaak directe besmetting plaats via placenta en andere afscheiding uit de baarmoeder”, stelt het team. Daarnaast blijven de virussen dus ook voor een langere periode op verschillende objecten zitten. Denk hierbij aan hout, stro en de paardenvacht zelf. Daardoor verspreidt het virus zich makkelijk.
Dat de virussen langer besmettelijk blijven op verschillende objecten, zorgt vooral voor risico’s bij paarden in gevangenschap. Deze paarden komen normaal gesproken niet in contact met een EHV-virus. Door ze te stallen bij paarden die wel besmet zijn, komen deze paarden er toch mee in aanraking.
Het onderzoeksteam geeft aan dat er meer onderzoek nodig is naar de manier waarop EHV-1 zich verplaatst door aerosolen. De hippische industrie heeft namelijk baat bij preciese richtlijnen waarin staat hoeveel afstand paarden van elkaar moeten houden zodat ze niet worden besmet via aerosolen. Daarnaast moeten uitwerpselen ook behandeld worden als mogelijke verspreidingsroute voor de virussen. Tot de uitkomsten van vervolgonderzoek bekend zijn is het raadzaam om op te letten.
bron: Horsetalk