Honderdtienmiljoen euro, dat is ongeveer de investering in de topsportprogramma’s (zomersporten) die NOC*NSF deed sinds de Spelen van 2016. De Volkskrant publiceerde 8 augustus een artikel1 met daarin een zogenaamde ‘kosten-batenanalyse’ van het behaalde eremetaal in Tokio. "‘Welke sporten scoorden goed in Tokio en waar ging het mis?’ Wat mij betreft krijgt de Volkskrant een dikke onvoldoende voor deze analyse" dat schrijft Thomas Bosman.
Het sommetje is makkelijk. Zoek de investering in (zomer)topsportprogramma’s per sport even op in de jaarverslagen van NOC*NSF en deel deze door het aantal behaalde medailles. Dit geeft ons dan de kostprijs per medaille. Om er even een paar te noemen: de medailles bij het zeilen zouden € 2,9 miljoen gekost hebben, zwemmen € 2,3 miljoen en binnen mijn eigen paardensport zou de fantastische bronzen medaille van Maikel van der Vleuten maar liefst € 5,7 miljoen gekost hebben. Dit zou dan gelijk zijn aan de gehele investering van NOC*NSF in de paardensport afgelopen vijf jaar. Het feit dat de sportbond zelf ook nog honderdduizenden euro’s moet investeren, dat sporters zelf aanzienlijk (financieel) moeten bijdragen, dat vele sponsors de sporters ook ondersteunen en dat jeugdtopsport ook een aanzienlijke bijdrage van NOC*NSF krijgt, wordt niet meegerekend.
‘Anky-effect’
Zijn die medailles dan ook echt het rendement van al die investeringen richting de Spelen? Investeer vijf miljoen, kom terug met een bronzen medaille? Absoluut niet. Topsport heeft in essentie niets te maken met een grote zak geld. Ik zou Maikel ernstig tekort doen als ik zijn medaille aan die slordige vijf miljoen toe zou rekenen. Het is een fantastische prestatie die tot stand is gekomen door vele investeringen, niet alleen financiële. Bovendien kan die medaille zelf ook een rendement opleveren, een maatschappelijk rendement. Op de Spelen van Sydney 2000 won dressuuramazone Anky van Grunsven met een wereldprestatie het goud. Hierna ontstond er in Nederland een heus Anky-effect. Kinderen, vooral meisjes, gingen collectief paardrijden. Een ongekende toestroom van jonge ruitertjes ontstond op vele maneges in Nederland. Dat is dus ook wat sporters op de Spelen kunnen bewerkstelligen: kinderen aan het sporten krijgen.
Het Anky-effect had vooral impact te hebben op meisjes. Ongeveer tachtig procent van alle paardensporters in Nederland is vrouw. Het imago van de sport lijkt vooral betrekking te hebben op meisjes met paardenstaarten, schattige pony’s, roze caps en glitterlaarzen. Een opvallend detail: van de tien ruiters die voor Nederland naar Tokio waren afgereisd, waren er zes man en vier vrouw. Slechts veertig procent vrouw dus. Ik zou het mooi vinden als we het aantal mannen in de breedtesport ook iets op weten te krikken. Wellicht is het dus tijd voor zo’n nieuw post-olympisch effect.
Minder sporten
De coronatijd heeft sportbreed helemaal niet bijgedragen aan meer sportende Nederlanders. De miljarden van de coronasteunpakketten hebben in ieder geval geen positief rendement opgeleverd in sportief-maatschappelijk opzicht. Uit het in mei gepresenteerde onderzoek ‘Zo sport Nederland’ van NOC*NSF bleek al dat ruim 52% van de sportende Nederlanders minder is gaan sporten of zelfs gestopt is in 2020. De gevolgen zijn groot: sporten is gezond, niet bewegen is heel ongezond en sportbonden meldden een ledenverlies van gezamenlijk van 150.000 leden. Een referentiekader: dat is een hele KNHS minder. Gelukkig lijken we wat het coronavirus betreft nu in wat rustiger vaarwater te zitten. De georganiseerde sport is al flink wat weken weer draaiende en ook de regering lijkt het belang van sporten in haar overwegingen rondom coronamaatregelen steeds meer prioriteit te geven.
Maar het moet nog beter, we zijn nog lang niet op het niveau van twee jaar geleden. Dus laten we ons nou als sportbonden, met deze fantastisch succesvolle Spelen vers in ons geheugen, inzetten om meer Nederlanders aan het sporten te krijgen. TeamNL heeft het fantastisch gedaan, die sporters zijn toch het ultieme rolmodel. Individueel, met een team of met een paard sporten kan een mens zoveel brengen. Laten we dat nú meer uitdragen. Gezamenlijk als sportbonden kunnen we nu inzetten op een groot sportief-maatschappelijk rendement van die mooie medailles. Ik wil dan ook graag onze bronzen springruiter Maikel van der Vleuten oproepen om Nederland te laten zien hoe mooi (en stoer) paardensport is. Mijn inzet: meer jongens aan het springen of dressuurrijden. Geen Anky-effect, maar een ‘Maikel-effect’!
Het sommetje is makkelijk. Zoek de investering in (zomer)topsportprogramma’s per sport even op in de jaarverslagen van NOC*NSF en deel deze door het aantal behaalde medailles. Dit geeft ons dan de kostprijs per medaille. Om er even een paar te noemen: de medailles bij het zeilen zouden € 2,9 miljoen gekost hebben, zwemmen € 2,3 miljoen en binnen mijn eigen paardensport zou de fantastische bronzen medaille van Maikel van der Vleuten maar liefst € 5,7 miljoen gekost hebben. Dit zou dan gelijk zijn aan de gehele investering van NOC*NSF in de paardensport afgelopen vijf jaar. Het feit dat de sportbond zelf ook nog honderdduizenden euro’s moet investeren, dat sporters zelf aanzienlijk (financieel) moeten bijdragen, dat vele sponsors de sporters ook ondersteunen en dat jeugdtopsport ook een aanzienlijke bijdrage van NOC*NSF krijgt, wordt niet meegerekend.
‘Anky-effect’
Zijn die medailles dan ook echt het rendement van al die investeringen richting de Spelen? Investeer vijf miljoen, kom terug met een bronzen medaille? Absoluut niet. Topsport heeft in essentie niets te maken met een grote zak geld. Ik zou Maikel ernstig tekort doen als ik zijn medaille aan die slordige vijf miljoen toe zou rekenen. Het is een fantastische prestatie die tot stand is gekomen door vele investeringen, niet alleen financiële. Bovendien kan die medaille zelf ook een rendement opleveren, een maatschappelijk rendement. Op de Spelen van Sydney 2000 won dressuuramazone Anky van Grunsven met een wereldprestatie het goud. Hierna ontstond er in Nederland een heus Anky-effect. Kinderen, vooral meisjes, gingen collectief paardrijden. Een ongekende toestroom van jonge ruitertjes ontstond op vele maneges in Nederland. Dat is dus ook wat sporters op de Spelen kunnen bewerkstelligen: kinderen aan het sporten krijgen.
Het Anky-effect had vooral impact te hebben op meisjes. Ongeveer tachtig procent van alle paardensporters in Nederland is vrouw. Het imago van de sport lijkt vooral betrekking te hebben op meisjes met paardenstaarten, schattige pony’s, roze caps en glitterlaarzen. Een opvallend detail: van de tien ruiters die voor Nederland naar Tokio waren afgereisd, waren er zes man en vier vrouw. Slechts veertig procent vrouw dus. Ik zou het mooi vinden als we het aantal mannen in de breedtesport ook iets op weten te krikken. Wellicht is het dus tijd voor zo’n nieuw post-olympisch effect.
Minder sporten
De coronatijd heeft sportbreed helemaal niet bijgedragen aan meer sportende Nederlanders. De miljarden van de coronasteunpakketten hebben in ieder geval geen positief rendement opgeleverd in sportief-maatschappelijk opzicht. Uit het in mei gepresenteerde onderzoek ‘Zo sport Nederland’ van NOC*NSF bleek al dat ruim 52% van de sportende Nederlanders minder is gaan sporten of zelfs gestopt is in 2020. De gevolgen zijn groot: sporten is gezond, niet bewegen is heel ongezond en sportbonden meldden een ledenverlies van gezamenlijk van 150.000 leden. Een referentiekader: dat is een hele KNHS minder. Gelukkig lijken we wat het coronavirus betreft nu in wat rustiger vaarwater te zitten. De georganiseerde sport is al flink wat weken weer draaiende en ook de regering lijkt het belang van sporten in haar overwegingen rondom coronamaatregelen steeds meer prioriteit te geven.
Maar het moet nog beter, we zijn nog lang niet op het niveau van twee jaar geleden. Dus laten we ons nou als sportbonden, met deze fantastisch succesvolle Spelen vers in ons geheugen, inzetten om meer Nederlanders aan het sporten te krijgen. TeamNL heeft het fantastisch gedaan, die sporters zijn toch het ultieme rolmodel. Individueel, met een team of met een paard sporten kan een mens zoveel brengen. Laten we dat nú meer uitdragen. Gezamenlijk als sportbonden kunnen we nu inzetten op een groot sportief-maatschappelijk rendement van die mooie medailles. Ik wil dan ook graag onze bronzen springruiter Maikel van der Vleuten oproepen om Nederland te laten zien hoe mooi (en stoer) paardensport is. Mijn inzet: meer jongens aan het springen of dressuurrijden. Geen Anky-effect, maar een ‘Maikel-effect’!