>Vorig jaar kreeg Ben Agterberg (60) te horen dat hij was in principe was uitverkozen om de bodems van de paardensporten te verzorgen in Japan. ,,Dat was natuurlijk al een prijs, want er waren zes bedrijven uitgenodigd om zich voor deze deal in te schrijven. Maar afgelopen week was het pas echt spannend. De FEI, de overkoepelende organisatie van de mondiale paardensport en de Japanse organisatie, hielden een testevent waarvoor twintig topruiters waren uitgenodigd. Via officiële spring- dressuur en eventwedstrijden zijn mijn zandbodems getest. Ze hadden ook nog nee kunnen zeggen en een andere bodemproducent naar voren kunnen schuiven.  Maar alles was prima in orde. De Japanners en de FEI (de overkoepelende paardensportorganisatie -red.) zijn dik tevreden. Ze gaan mijn bodems gebruiken tijdens de Olympische Spelen en op de Paralympics een maand later. Je mag best weten dat ik een traantje heb weggepinkt. Dit is toch een stukje Utrechtse glorie in Tokio.’’

Inmiddels heeft Agterberg vijfduizend kuub zand naar Tokio laten verschepen. Op het terrein in Tokio waar straks de hippische onderdelen van de Olympische Spelen plaatsvinden, liggen acht bodems. ,,Dat zijn ongeveer vijf voetbalvelden. De bodems liggen nu veilig afgedekt klaar voor de spelen. Over een jaar ga ruim voor aanvang van de Olympische Spelen weer naar Japan, waar we met onze medewerkers de bodems opnieuw prepareren. Ik verwacht daar dan een maand of twee in Japan te zijn, want kort daarna zijn de Paralympics.’’Limburgse groeveHet geheim van Ben’s bodem? ,,We gebruiken zand uit een Limburgse groeve. Dat zand bestaat uit hoekige korrels. Die korrels zijn stabiel en waterdoorlatend. Dat is belangrijk, want je moet met alle weersomstandigheden rekening houden. Dat zand mengen we met twee soorten vezels. Onze bodems zijn vriendelijk voor paarden en het milieu. Veel bedrijven gebruiken wax en gel in hun bodems, zodat paarden zich goed kunnen afzetten. Ik gebruik alleen natuurlijke producten. Dat maakt het werk complexer, maar zorgt wel voor een betere kwaliteit. Mijn bodem remt niet, dus paarden stokken minder snel bij het rijden en ruiters voelen dat ook.’’Het vervaardigen van een goede bodem voor paardensport kun je volgens Ben Agterberg vergelijken met het werk van een ijsmeester bij grote schaatstoernooien. ,,Het ijs moet tijdens de laatste rit net zo goed zijn als bij de eerste. Dat is ook mijn insteek. De laatste ruiter heeft dezelfde kwaliteit als de eerste ruiter. Daarbij passen we de bodem voor elke discipline aan. Dressuur heeft weer een iets andere structuur nodig dan springen of eventing.‘’


Lees het volledige artikel op Algemeen Dagblad