Skip to content

Copyright

Sven Rothenberger "Wij willen het klassieke trainingsscala opfrissen"

“Wij willen het klassieke trainingsscala opfrissen en bevestigen in de opleiding van een dressuurpaard. Dat betekent: rijden van achter naar voren in de hand, in een mooie houding, zorgen dat het paard onafhankelijk is van je hand. Het is belangrijk dat deze boodschap steeds weer opnieuw en opnieuw gegeven wordt,” aldus Sven Rothenberger tijdens het KNHS-trainersseminar 2017 in Ermelo.

  Sven Rothenberger stelt een aantal vragen aan de orde die allemaal een rol spelen in de internationale dressuurrijkunst en de beoordeling ervan, zoals:
  1. Duidt een zwiepende staart altijd wel of niet op spanning?
  2. Mag een stang- en trens nooit of soms doorvallen?
  3. Bij een systematische opbouw van training is rust net zo essentieel als werk
  4. Is het mogelijk om een paard te ontspannen door hem te leren rustiger te ademen?
  5. Grondwerk is net zo belangrijk als werk in het zadel, vooral met hete paarden.
  6. Duitsland is nog altijd het enige land te wereld met een schriftelijk vastgelegde rijmethode, die ontstaan is uit een eeuwenoude schat aan ervaring. Het is essentieel hier kennis van te nemen.

GRONDWERK

Zelf houdt Sven Rothenberger van moeilijke, hete karakters. De 4-jarige Hillary (Florencio x Jazz) is er zo een. De merrie werd gekocht op een veiling, kan enorm bewegen, maar ging alleen maar omhoog. Ontspanning is dan ver te zoeken en dus ging Sven aan de slag met grondwerk. Sven zegt: “Ik kon haar niet eens aanraken, laat staan opstijgen. Het vroeg om een andere benadering.” Ook Gonnelien Rothenberger-Gordijn gelooft in het nut van grondwerk. “Als een paard te gespannen is met een ruiter in het zadel, misschien doordat er iets fout is gegaan of door een heet karakter of angst, begin dan op de grond te werken. Ook het luisteren naar je stem is dan later een grote hulp als je in het zadel zit”, vindt Gonnelien. Sven zegt: “De merrie wilde haar hoofd maar niet laten zakken! Het vraagt tijd. We geven haar vertrouwen vanaf de grond. Dat wordt trouwens meer en meer een gewoonte. Het zorgt ook voor afwisseling…”

RICHTLIJNEN VAN DE HOLLANDSE SCHOOL

Graag wil Sven tenslotte iets verduidelijken. Al jarenlang is er een soort van oorlog aan de gang tussen ‘de Hollanders’ en ‘de Duitsers’ over rijmethodes en het ‘Hollandse systeem’. “Het Hollandse systeem wordt door de klassiek georiënteerde ruiters veroordeeld, zonder dat zij het werkelijk kennen”, zegt Sven Rothenberger. Hij vervolgt: “Wij zijn een Duits-Nederlandse familie en wij kennen beide werelden. Net zo min als je het rijden volgens het scala van de africhting volgens de Duitse Richtlinien kunt samenvatten als ‘voor trekken, achter knijpen’, gaat het bij het Hollandse systeem werkelijk om ‘Rollkur’.” “Je komt pas verder als je naar het doel kijkt”, vervolgt Sven, “en dan zie je een fundamenteel verschil. Ik vat dat als volgt samen. Wanneer het goed wordt gedaan, gaat het bij de klassieke weg om een waar mogelijk coöperatief partnerschap tussen ruiter en paard, leidend tot ‘van de hand weg’. Het Nederlandse systeem is eigenlijk nog simpeler: het doel is volledige controle met behulp van been (gas) en hand (rem). Van beide methoden kan je hele stralende en minder stralende voorbeelden vinden. Bij beide methoden zijn er ruiters die weten wat ze doen en ruiters die gewoon maar nadoen, zonder te begrijpen waarom.” Het op een andere manier paardrijden, of naar andere zaken kijken, heeft natuurlijk gevolgen gehad. De gouden team-medailles gingen niet meer automatisch naar Duitsland. Sven Rothenberger: “De afgelopen twee decennia zijn andere landen wakker geworden uit hun respectvolle verstijving. Zij hebben niet alleen het Duitse systeem gekopieerd, maar hebben daarnaast ook over de rand van het bordje gekeken, terwijl Duitsland op zijn lauweren rustte. Juist in Nederland ging men samenwerken met ethologen en andere wetenschappers, ging men zich verdiepen in mentale training en keek men over de rand wat er nog van andere sporten te leren viel. Deze mobiliteit en flexibiliteit in het hoofd heeft een ruiter net zo hard nodig als de wetenschap van het scala van de africhting!”

NOOIT UITGELEERD

Sven Rothenberger constateert dat niet alleen, hij waardeert het en leeft het ook na. “In de rijsport ben je nooit uitgeleerd! Elk paard is weer anders, met elke combinatie werkt het anders (of werkt het niet), er zijn altijd weer nieuwe ideeën die het uitproberen waard zijn”, benadrukt hij. Naar aanleiding van het longeren met dubbele longe van Franke Sloothaak op het Global Dressage Forum in Hagen in oktober 2016, vervolmaakt hij nu zijn eigen longeren aan de dubbele longe met zijn jonge 4-jarige paard. Daarnaast komt Linda Tellington-Jones eens per jaar naar zijn stal Im Erlenhof om te werken met haar T-Team-methode en de paarden van Rothenberger. Andreas Hausberger van de Spaanse Rijschool staat soms met advies bij met het werken aan de piaffe. “Mijn motto is: wie begint met ophouden, houdt op met beginnen! Wie gelooft dat hij alles kan, en dat hij alles weet, heeft het begin van het einde bereikt”, zegt Sven. En hij besluit: “Wij staan met volle overtuiging achter de klassieke rijmethode, maar houden met dezelfde overtuiging de ogen open, luisteren op seminars, proberen nieuwe dingen. Dit omdat wij geloven dat onze paarden er profijt van hebben als wij altijd wakker en nieuwsgierig zijn!” Sven Rothenberger ( (1966) kreeg zijn voornaamste serieuze ruiteropleiding van Conrad Schumacher vanaf 1985. Op Hofgut Neuhof bij Schuhmacher ontmoette hij ook zijn latere echtgenote Gonnelien Gordijn. Als 20-jarige mocht hij uit handen van wijlen Dr Joseph Neckermann het gouden ruiterteken ontvangen voor zijn tiende zegen op Grand Prix-niveau. Na zijn eerste met het team gewonnen EK bij de YR in 1987 (ook individueel zilver) met Eschnapur kwam winnaar Ideaal van Johann Hinnemann op zijn pad, daarna ook Andiamo van de Zwitser Otto Hofer. Hij trainde een periode intensief bij Hinnemann, ook hielp Dr Joseph Neckermann hem bij Hofgut Neuhof. In 1991 won Sven Rothenberger met Andiamo de Kür-titel op het eerste EK dressuur waar zowel Kür als GP Special werd gereden in Donaueschingen. Sven reed in het totaal acht wereldbekerfinales, met ondermeer winst in Den Bosch 1990 met Andiamo, en tweede plaatsen in Gothenburg 1992 en Den Bosch 1993 met Ideaal en Den Bosch 1997 met Jonggor’s Weyden. Op de OS Atlanta 1996 maakten zowel Sven als echtgenote Gonnelien deel uit van het zilver winnende Nederlandse team. Ook won Sven met Weyden individueel brons. Vanaf 1996 zijn Sven en Gonnelien elkaars grootste hulp bij de training, samen met die van hun kinderen Sönke (teamgoud OS Rio 2016) , Sanneke (drievoudig goud EK U25 2016) en Semmieke (teamgoud en twee keer zilver EK junioren 2016).

“Wij willen het klassieke trainingsscala opfrissen en bevestigen in de opleiding van een dressuurpaard. Dat betekent: rijden van achter naar voren in de hand, in een mooie houding, zorgen dat het paard onafhankelijk is van je hand. Het is belangrijk dat deze boodschap steeds weer opnieuw en opnieuw gegeven wordt,” aldus Sven Rothenberger tijdens het KNHS-trainersseminar 2017 in Ermelo.

  Sven Rothenberger stelt een aantal vragen aan de orde die allemaal een rol spelen in de internationale dressuurrijkunst en de beoordeling ervan, zoals:
  1. Duidt een zwiepende staart altijd wel of niet op spanning?
  2. Mag een stang- en trens nooit of soms doorvallen?
  3. Bij een systematische opbouw van training is rust net zo essentieel als werk
  4. Is het mogelijk om een paard te ontspannen door hem te leren rustiger te ademen?
  5. Grondwerk is net zo belangrijk als werk in het zadel, vooral met hete paarden.
  6. Duitsland is nog altijd het enige land te wereld met een schriftelijk vastgelegde rijmethode, die ontstaan is uit een eeuwenoude schat aan ervaring. Het is essentieel hier kennis van te nemen.

GRONDWERK

Zelf houdt Sven Rothenberger van moeilijke, hete karakters. De 4-jarige Hillary (Florencio x Jazz) is er zo een. De merrie werd gekocht op een veiling, kan enorm bewegen, maar ging alleen maar omhoog. Ontspanning is dan ver te zoeken en dus ging Sven aan de slag met grondwerk. Sven zegt: “Ik kon haar niet eens aanraken, laat staan opstijgen. Het vroeg om een andere benadering.” Ook Gonnelien Rothenberger-Gordijn gelooft in het nut van grondwerk. “Als een paard te gespannen is met een ruiter in het zadel, misschien doordat er iets fout is gegaan of door een heet karakter of angst, begin dan op de grond te werken. Ook het luisteren naar je stem is dan later een grote hulp als je in het zadel zit”, vindt Gonnelien. Sven zegt: “De merrie wilde haar hoofd maar niet laten zakken! Het vraagt tijd. We geven haar vertrouwen vanaf de grond. Dat wordt trouwens meer en meer een gewoonte. Het zorgt ook voor afwisseling…”

RICHTLIJNEN VAN DE HOLLANDSE SCHOOL

Graag wil Sven tenslotte iets verduidelijken. Al jarenlang is er een soort van oorlog aan de gang tussen ‘de Hollanders’ en ‘de Duitsers’ over rijmethodes en het ‘Hollandse systeem’. “Het Hollandse systeem wordt door de klassiek georiënteerde ruiters veroordeeld, zonder dat zij het werkelijk kennen”, zegt Sven Rothenberger. Hij vervolgt: “Wij zijn een Duits-Nederlandse familie en wij kennen beide werelden. Net zo min als je het rijden volgens het scala van de africhting volgens de Duitse Richtlinien kunt samenvatten als ‘voor trekken, achter knijpen’, gaat het bij het Hollandse systeem werkelijk om ‘Rollkur’.” “Je komt pas verder als je naar het doel kijkt”, vervolgt Sven, “en dan zie je een fundamenteel verschil. Ik vat dat als volgt samen. Wanneer het goed wordt gedaan, gaat het bij de klassieke weg om een waar mogelijk coöperatief partnerschap tussen ruiter en paard, leidend tot ‘van de hand weg’. Het Nederlandse systeem is eigenlijk nog simpeler: het doel is volledige controle met behulp van been (gas) en hand (rem). Van beide methoden kan je hele stralende en minder stralende voorbeelden vinden. Bij beide methoden zijn er ruiters die weten wat ze doen en ruiters die gewoon maar nadoen, zonder te begrijpen waarom.” Het op een andere manier paardrijden, of naar andere zaken kijken, heeft natuurlijk gevolgen gehad. De gouden team-medailles gingen niet meer automatisch naar Duitsland. Sven Rothenberger: “De afgelopen twee decennia zijn andere landen wakker geworden uit hun respectvolle verstijving. Zij hebben niet alleen het Duitse systeem gekopieerd, maar hebben daarnaast ook over de rand van het bordje gekeken, terwijl Duitsland op zijn lauweren rustte. Juist in Nederland ging men samenwerken met ethologen en andere wetenschappers, ging men zich verdiepen in mentale training en keek men over de rand wat er nog van andere sporten te leren viel. Deze mobiliteit en flexibiliteit in het hoofd heeft een ruiter net zo hard nodig als de wetenschap van het scala van de africhting!”

NOOIT UITGELEERD

Sven Rothenberger constateert dat niet alleen, hij waardeert het en leeft het ook na. “In de rijsport ben je nooit uitgeleerd! Elk paard is weer anders, met elke combinatie werkt het anders (of werkt het niet), er zijn altijd weer nieuwe ideeën die het uitproberen waard zijn”, benadrukt hij. Naar aanleiding van het longeren met dubbele longe van Franke Sloothaak op het Global Dressage Forum in Hagen in oktober 2016, vervolmaakt hij nu zijn eigen longeren aan de dubbele longe met zijn jonge 4-jarige paard. Daarnaast komt Linda Tellington-Jones eens per jaar naar zijn stal Im Erlenhof om te werken met haar T-Team-methode en de paarden van Rothenberger. Andreas Hausberger van de Spaanse Rijschool staat soms met advies bij met het werken aan de piaffe. “Mijn motto is: wie begint met ophouden, houdt op met beginnen! Wie gelooft dat hij alles kan, en dat hij alles weet, heeft het begin van het einde bereikt”, zegt Sven. En hij besluit: “Wij staan met volle overtuiging achter de klassieke rijmethode, maar houden met dezelfde overtuiging de ogen open, luisteren op seminars, proberen nieuwe dingen. Dit omdat wij geloven dat onze paarden er profijt van hebben als wij altijd wakker en nieuwsgierig zijn!” Sven Rothenberger ( (1966) kreeg zijn voornaamste serieuze ruiteropleiding van Conrad Schumacher vanaf 1985. Op Hofgut Neuhof bij Schuhmacher ontmoette hij ook zijn latere echtgenote Gonnelien Gordijn. Als 20-jarige mocht hij uit handen van wijlen Dr Joseph Neckermann het gouden ruiterteken ontvangen voor zijn tiende zegen op Grand Prix-niveau. Na zijn eerste met het team gewonnen EK bij de YR in 1987 (ook individueel zilver) met Eschnapur kwam winnaar Ideaal van Johann Hinnemann op zijn pad, daarna ook Andiamo van de Zwitser Otto Hofer. Hij trainde een periode intensief bij Hinnemann, ook hielp Dr Joseph Neckermann hem bij Hofgut Neuhof. In 1991 won Sven Rothenberger met Andiamo de Kür-titel op het eerste EK dressuur waar zowel Kür als GP Special werd gereden in Donaueschingen. Sven reed in het totaal acht wereldbekerfinales, met ondermeer winst in Den Bosch 1990 met Andiamo, en tweede plaatsen in Gothenburg 1992 en Den Bosch 1993 met Ideaal en Den Bosch 1997 met Jonggor’s Weyden. Op de OS Atlanta 1996 maakten zowel Sven als echtgenote Gonnelien deel uit van het zilver winnende Nederlandse team. Ook won Sven met Weyden individueel brons. Vanaf 1996 zijn Sven en Gonnelien elkaars grootste hulp bij de training, samen met die van hun kinderen Sönke (teamgoud OS Rio 2016) , Sanneke (drievoudig goud EK U25 2016) en Semmieke (teamgoud en twee keer zilver EK junioren 2016).
Vorige Gezocht: Een koetsier voor de Koning! Volgende Arlando N.O.P. wegens blessure niet naar Jumping Amsterdam