Het vertrek van de Rio-gangers is bijna daar. Waar bij andere sporten naast de atleten hoogstens de nodige materiële zaken meegaan, verkeert onze sport in de bijzondere omstandigheid dat tevens de paarden naar Rio de Janeiro vliegen. Zij doen dit apart van de ruiters.
Op zaterdag 30 juli wordt door de Nederlandse eventingpaarden het spits afgebeten. Zij vertrekken vanaf half vijf op het vliegveld van Luik (België) met een Boeing 777 van Emirates SkyCargo naar Rio Galeão. Na een non-stop vlucht van ongeveer 11 uur en 40 minuten landen de paarden rond 23 uur lokale tijd op het belangrijkste vliegveld van de Braziliaanse stad. De allereerste vlucht met olympische eventingpaarden gaat overigens een dag eerder vanaf het Britse Stansted. Het is de enige Europese vlucht die niet vanaf Luik naar de Olympische Spelen gaat. Kort na de eventingpaarden vliegen de dressuurpaarden op maandag 1 augustus. De springpaarden vertrekken op zaterdag 6 augustus en een kleine maand later is het op zaterdag 3 september de beurt aan de para-dressuurpaarden om naar de Paralympics te gaan. Voor alle paarden zijn de vertrek- en aankomsttijden hetzelfde.
Makkelijke luchtreizigers
De olympische paarden worden in een soort van kratten in het vliegtuig geladen, met twee paarden per krat gestald in zogenaamde wide stalls van 112cm breed. Het zijn echter niet alleen de paarden die in het vluchtruim worden vervoerd. Wat te denken van 6.000 kg krachtvoer en kuilhooi en 4.000 kg aan zadelkisten, dekens en materiaal die allemaal de oceaan over gaan?
Per vier teampaarden gaat één begeleider mee gedurende de vlucht. De eventingpaarden Bayro N.O.P. (Tim Lips), Rumour Has It N.O.P (Merel Blom), ACSI Peter Parker (Alice Naber-Lozeman) en Zindane (Theo van de Vendel) zullen teamveterinair Emile Welling aan hun zijde vinden. ‘Het belangrijkste, zo weet ik nog van de Spelen in Sydney, is om de paarden goed aan het drinken te houden. Dat is de eerste vereiste’, aldus de dierenarts, die aangeeft dat paarden in algemene zin makkelijke luchtreizigers zijn. ‘Vervoer in de lucht is normaal gezien zelfs minder stressvol dan transport over de weg. Deze paarden zijn gewend aan transport en nemen makkelijk plaats in van die wide stalls. Het kan wel even spannend voor ze zijn als ze met de lift omhoog in het vliegtuig worden geladen. Zolang alles maar geleidelijk gaat, levert het geen problemen op. Dit geldt ook voor het stijgen en dalen. Bij een luchtzak of turbulentie kunnen ze wel wat onrustig worden. Indien nodig krijgen ze wat kalmerends, maar dat gebeurt niet vaak.’
Last van jetlag?
Het geplande tijdstip van aankomst in Rio de Janeiro is van belang, zo verklaart Welling: ‘Peden Bloodstock, de officiële transporteur voor de Spelen, wil de paarden rechtstreeks van vliegtuig naar de vrachtwagen hebben. Het is dan midden in de nacht in Rio, waardoor ze in de vrachtwagen met weinig verkeershinder zo snel mogelijk door de stad naar de stallen op Deodoro kunnen.’
Na een rit die naar verwachting drie kwartier duurt, maken de paarden dus voor het eerst kennis met hun tijdelijke verblijf op het Deodoro Olympic Equestrian Centre. De reeds op ziektes geteste paarden worden op stal nogmaals gecontroleerd, maar hoeven ter plaatse niet in quarantaine. Welling: ‘De paarden krijgen een paar dagen de tijd om te acclimatiseren en zullen worden opgevangen door hun vaste groom. De grooms vliegen vanaf Schiphol voor de ruiters uit. De ruiters verwachten we op zondag in Rio, waarna ze vanaf maandag weer wat kunnen trainen en op zaterdag aan hun wedstrijd mogen beginnen.’
Een vraag die regelmatig voorbij komt, is of paarden niet net als mensen last kunnen hebben van een jetlag. Welling zegt erover: ‘Bij dergelijke grote wedstrijden wordt er de eerste dagen niet getraind en kunnen de paarden acclimatiseren. We hebben alleen niet de methodieken om dan een jetlag te meten. De grooms en ruiters kennen hun paarden echter goed. En als de ruiters ze weer onder het zadel hebben ervaren ze op dat vlak niet iets vreemds.’
Het vertrek van de Rio-gangers is bijna daar. Waar bij andere sporten naast de atleten hoogstens de nodige materiële zaken meegaan, verkeert onze sport in de bijzondere omstandigheid dat tevens de paarden naar Rio de Janeiro vliegen. Zij doen dit apart van de ruiters.
Op zaterdag 30 juli wordt door de Nederlandse eventingpaarden het spits afgebeten. Zij vertrekken vanaf half vijf op het vliegveld van Luik (België) met een Boeing 777 van Emirates SkyCargo naar Rio Galeão. Na een non-stop vlucht van ongeveer 11 uur en 40 minuten landen de paarden rond 23 uur lokale tijd op het belangrijkste vliegveld van de Braziliaanse stad. De allereerste vlucht met olympische eventingpaarden gaat overigens een dag eerder vanaf het Britse Stansted. Het is de enige Europese vlucht die niet vanaf Luik naar de Olympische Spelen gaat. Kort na de eventingpaarden vliegen de dressuurpaarden op maandag 1 augustus. De springpaarden vertrekken op zaterdag 6 augustus en een kleine maand later is het op zaterdag 3 september de beurt aan de para-dressuurpaarden om naar de Paralympics te gaan. Voor alle paarden zijn de vertrek- en aankomsttijden hetzelfde.
Makkelijke luchtreizigers
De olympische paarden worden in een soort van kratten in het vliegtuig geladen, met twee paarden per krat gestald in zogenaamde wide stalls van 112cm breed. Het zijn echter niet alleen de paarden die in het vluchtruim worden vervoerd. Wat te denken van 6.000 kg krachtvoer en kuilhooi en 4.000 kg aan zadelkisten, dekens en materiaal die allemaal de oceaan over gaan?
Per vier teampaarden gaat één begeleider mee gedurende de vlucht. De eventingpaarden Bayro N.O.P. (Tim Lips), Rumour Has It N.O.P (Merel Blom), ACSI Peter Parker (Alice Naber-Lozeman) en Zindane (Theo van de Vendel) zullen teamveterinair Emile Welling aan hun zijde vinden. ‘Het belangrijkste, zo weet ik nog van de Spelen in Sydney, is om de paarden goed aan het drinken te houden. Dat is de eerste vereiste’, aldus de dierenarts, die aangeeft dat paarden in algemene zin makkelijke luchtreizigers zijn. ‘Vervoer in de lucht is normaal gezien zelfs minder stressvol dan transport over de weg. Deze paarden zijn gewend aan transport en nemen makkelijk plaats in van die wide stalls. Het kan wel even spannend voor ze zijn als ze met de lift omhoog in het vliegtuig worden geladen. Zolang alles maar geleidelijk gaat, levert het geen problemen op. Dit geldt ook voor het stijgen en dalen. Bij een luchtzak of turbulentie kunnen ze wel wat onrustig worden. Indien nodig krijgen ze wat kalmerends, maar dat gebeurt niet vaak.’
Last van jetlag?
Het geplande tijdstip van aankomst in Rio de Janeiro is van belang, zo verklaart Welling: ‘Peden Bloodstock, de officiële transporteur voor de Spelen, wil de paarden rechtstreeks van vliegtuig naar de vrachtwagen hebben. Het is dan midden in de nacht in Rio, waardoor ze in de vrachtwagen met weinig verkeershinder zo snel mogelijk door de stad naar de stallen op Deodoro kunnen.’
Na een rit die naar verwachting drie kwartier duurt, maken de paarden dus voor het eerst kennis met hun tijdelijke verblijf op het Deodoro Olympic Equestrian Centre. De reeds op ziektes geteste paarden worden op stal nogmaals gecontroleerd, maar hoeven ter plaatse niet in quarantaine. Welling: ‘De paarden krijgen een paar dagen de tijd om te acclimatiseren en zullen worden opgevangen door hun vaste groom. De grooms vliegen vanaf Schiphol voor de ruiters uit. De ruiters verwachten we op zondag in Rio, waarna ze vanaf maandag weer wat kunnen trainen en op zaterdag aan hun wedstrijd mogen beginnen.’
Een vraag die regelmatig voorbij komt, is of paarden niet net als mensen last kunnen hebben van een jetlag. Welling zegt erover: ‘Bij dergelijke grote wedstrijden wordt er de eerste dagen niet getraind en kunnen de paarden acclimatiseren. We hebben alleen niet de methodieken om dan een jetlag te meten. De grooms en ruiters kennen hun paarden echter goed. En als de ruiters ze weer onder het zadel hebben ervaren ze op dat vlak niet iets vreemds.’