Skip to content

Copyright

Hoe verlopen de Olympische eventing-, dressuur- en springwedstrijden?

  De Olympische Spelen in Rio de Janeiro vinden voor de paardensport van zaterdag 6 tot en met vrijdag 19 augustus plaats in Deodoro, een van de vier olympische locaties in de Braziliaanse metropool. In totaal zullen 200 paard/ruiter-combinaties, verdeeld over drie disciplines, in actie komen. De eventing bijt traditioneel het spits af tijdens de Spelen, gevolgd door de dressuur en het springen.   Hieronder volgt een overzicht over het wedstrijdverloop van deze drie olympische disciplines, inclusief het programma.   Eventing Voor de eventing hebben zich 65 combinaties geplaatst. Dit aantal is verdeeld over twaalf landenteams van vier ruiters, één landenteam van drie ruiters en veertien individuele combinaties. De wedstrijd begint zoals altijd met de veterinaire keuring, de zogenaamde vetcheck. De landen en individuele deelnemers starten in de eerste twee onderdelen in de volgorde zoals is geloot voorafgaand aan deze vetcheck. De startvolgorde binnen een landenteam wordt bepaald door de bondscoach zelf.   Het eerste onderdeel is de dressuur en wordt verdeeld over twee dagen. Van ieder landenteam komen de eerste twee ruiters op dag 1 in actie en de derde en vierde ruiter op dag 2. De behaalde dressuurscore wordt volgens een vaste omrekening omgezet in strafpunten en degene met de hoogste dressuurscore gaat dus met het laagste aantal strafpunten het volgende onderdeel in. Voor het landenresultaat gelden de drie beste resultaten. Dit tweede onderdeel is de cross-country, het koningsnummer van de eventing. In Rio kunnen we een cross verwachten van 5.700 tot 6.270 meter lang, met een zogenaamde ideale tijd van 10 tot 11 minuten, waarbij de snelheid 570 meter/minuut bedraagt. De verwachting is dat de olympische cross over de korte route een parcours op viersterrenniveau is. Voor de mindere goden of ruiters die vanuit tactisch oogpunt een resultaat voor het team moeten binnenhalen is een route mogelijk over alternatieve lijnen en sprongen. Deze alternatieven zijn weliswaar safer, maar kosten beduidend meer tijd. Ook bij dit onderdeel heeft ieder team één streepresultaat, mits er vier combinaties aan de finish komen.   Voorafgaand aan het laatste onderdeel, het springen, vindt er nog een tweede vetcheck plaats. Uniek aan het afsluitende onderdeel tijdens de Spelen is dat dit uit twee manches bestaat. Er wordt in omgekeerde volgorde van de stand in de wedstrijd gestart. In de eerste manche starten de individuele ruiters eerst en daarna de landen die nog minimaal drie combinaties in de strijd hebben. Na de eerste manche over een hoogte van 1.25m is de uitslag van de landenstrijd bekend. De landen met een compleet team kunnen het eindresultaat van hun minste combinatie in het eindklassement wegstrepen. De beste 25 combinaties springen nog een tweede manche, een parcours op een hoogte van 1.30m, om tot de individuele eindstand te komen.   Programma eventing Zaterdag 6 augustus, 15:00-21:00 uur (*):          dressuur, deel 1 Zondag 7 augustus, 15:00-21:00 uur:     dressuur, deel 2 Maandag 8 augustus, 15:00-20:00 uur:  cross-country Dinsdag 9 augustus, 15:00-20:30 uur:    springen (*) Nederlandse tijd, tijden onder voorbehoud     Dressuur In de dressuur worden 60 combinaties aan de start verwacht. Dit aantal wordt gevormd door elf landenteams met vier ruiters en zestien individuele combinaties. Na de vetcheck vindt er een zogenaamde gewogen loting plaats om de startvolgorde in het eerste onderdeel te bepalen. Op basis van de wereldranglijst worden de individuele ruiters en landen vooraf in groepen verdeeld. De volgorde van deze groepen staat vast. Zo gaat bijvoorbeeld de groep van vijf hoogst geplaatste landen als laatste van start. Binnen iedere groep wordt er voor de startvolgorde geloot. De startvolgorde in een landenteam bepaalt de bondscoach zelf.   Het eerste onderdeel voor zowel de individuele als de landenwedstrijd is de Grand Prix. De proef der proeven in de dressuur wordt over twee dagen verspreid verreden. Van ieder team rijden de eerste twee combinaties op dag 1 en de andere twee combinaties op dag 2. Voor het landenresultaat in de Grand Prix tellen de beste drie scores van ieder team.   Het tweede onderdeel voor de individuele en landenstrijd is de Grand Prix Special. In deze proef komen op één dag 32 combinaties aan de start. Dit zijn de beste zes teams uit de Grand Prix plus de beste acht individuele combinaties, die geen onderdeel uitmaken van de zes overgebleven teams. De startvolgorde hangt mede af van de uitslag van de Grand Prix. Na de beide klassieke proeven is het eindklassement van de landenwedstrijd op te maken. Voor de zes teams geldt dat er wordt gekeken naar het totale percentage van hun drie beste ruiters uit Grand Prix en Grand Prix Special.   De individuele afsluiter van de olympische dressuur is natuurlijk de Kür op muziek. Hiervoor plaatsen zich de beste achttien combinaties uit de Grand Prix Special, waarbij er per land maar maximaal drie combinaties kunnen deelnemen. De startvolgorde hangt mede af van de uitslag in de Special en de winnaar van deze proef mag zich de olympische kampioen noemen.   Programma dressuur Woensdag 10 augustus, 15:00-21:00 uur (*):      Grand Prix, deel 1 (landenwedstrijd) Donderdag 11 augustus, 15:00-21:00 uur:         Grand Prix, deel 2 (landenwedstrijd) Vrijdag 12 augustus, 15:00-21:30 uur:    Grand Prix Special (landenwedstrijd) Maandag 15 augustus, 15:00-19:00 uur: Kür op muziek (individueel) (*) Nederlandse tijd, tijden onder voorbehoud     Springen De meeste combinaties gaan tijdens de Spelen van start in het springen. Voor de afsluitende discipline hebben zich in Rio 75 combinaties geplaatst, bestaande uit vijftien landenteams van vier combinaties en vijftien individuele combinaties. Na de vetcheck zal er een loting zijn om de startvolgorde van het eerste onderdeel te bepalen. De individuele ruiters gaan als eerste van start gaan, gevolgd door de landenteams. Binnen een team bepaalt de bondscoach de startvolgorde.   Het eerste onderdeel is een rubriek direct op tijd, met een maximale hoogte van 1.60m. Deze rubriek telt mee voor het individuele klassement, maar niet voor het klassement van de landenwedstrijd. Wel is het resultaat van deze rubriek bepalend voor de startvolgorde van de teams in de eerste manche van de landenwedstrijd.   De landenwedstrijd vormt het tweede onderdeel van de olympische springwedstrijd. Deze bestaat uit twee manches, verdeeld over evenzoveel dagen, en staat net als alle wedstrijden uitgeschreven op een hoogte van 1.60m. In de eerste manche gaan alle landenteams van start. Daarnaast geldt dit ook voor de individuele ruiters die in de top 60 zijn geëindigd van het eerste onderdeel, maar geen deel uitmaken van een landenteam. In deze manche tellen voor een team de beste drie resultaten. Een dag later zien we de beste acht landen uit de eerste manche in omgekeerde startvolgorde terug in de tweede, vaak zwaardere manche. Hierin ook aan de start de individuele ruiters uit de top 45 na de rubriek direct op tijd en de eerste manche. Ook in de tweede manche tellen voor een team alleen de beste drie resultaten. Het strafpuntentotaal van beide manches bepaalt de eindstand van de landenwedstrijd. Bij een gelijke klassering voor een of meerdere medailles wordt er barrage gereden door alle teamleden.   Het laatste onderdeel is de individuele finale, die bestaat uit twee zware omlopen. Voor de eerste ronde plaatsen zich de beste 35 paarden en hun ruiters uit het klassement dat opgemaakt kan worden na de rubriek op tijd en de beide manches in de landenwedstrijd, met een maximum van drie combinaties per land. Bijzonder aan de olympische finale is dat de strafpuntenteller weer op nul springt. De startvolgorde is in omgekeerde volgorde van het klassement en na de eerste omloop blijven er nog twintig kandidaten over. Deze twintig combinaties gaan in de tweede omloop strijden voor het eremetaal en de eeuwige roem. Bij een gelijke klassering voor een of meerdere medailles wordt er barrage gereden.   Programma springen Zondag 14 augustus, 15:00-18:45 uur (*):          eerste kwalificatie Dinsdag 16 augustus, 15:00-18:30 uur:  landenwedstrijd, eerste ronde Woensdag 17 augustus, 15:00-17:45 uur:          landenwedstrijd, tweede ronde Vrijdag 19 augustus, 15:00-19:45 uur:    individuele finale (*) Nederlandse tijd, tijden onder voorbehoud     Houd #ruitersinoranje in de gaten! Wil je onze paardensporters volgen op de weg naar Rio de Janeiro? Via www.ruitersinoranje.nl en Ruiters in Oranje op InstagramFacebook en Twitter blijf je op de hoogte van alle ins & outs. Voor meer informatie over de internationale hippische sporters ga je naar www.fei.org of volg je de #TwoHearts en #RoadToRio campagne van de FEI op Facebook, Instagram en Twitter.

  De Olympische Spelen in Rio de Janeiro vinden voor de paardensport van zaterdag 6 tot en met vrijdag 19 augustus plaats in Deodoro, een van de vier olympische locaties in de Braziliaanse metropool. In totaal zullen 200 paard/ruiter-combinaties, verdeeld over drie disciplines, in actie komen. De eventing bijt traditioneel het spits af tijdens de Spelen, gevolgd door de dressuur en het springen.   Hieronder volgt een overzicht over het wedstrijdverloop van deze drie olympische disciplines, inclusief het programma.   Eventing Voor de eventing hebben zich 65 combinaties geplaatst. Dit aantal is verdeeld over twaalf landenteams van vier ruiters, één landenteam van drie ruiters en veertien individuele combinaties. De wedstrijd begint zoals altijd met de veterinaire keuring, de zogenaamde vetcheck. De landen en individuele deelnemers starten in de eerste twee onderdelen in de volgorde zoals is geloot voorafgaand aan deze vetcheck. De startvolgorde binnen een landenteam wordt bepaald door de bondscoach zelf.   Het eerste onderdeel is de dressuur en wordt verdeeld over twee dagen. Van ieder landenteam komen de eerste twee ruiters op dag 1 in actie en de derde en vierde ruiter op dag 2. De behaalde dressuurscore wordt volgens een vaste omrekening omgezet in strafpunten en degene met de hoogste dressuurscore gaat dus met het laagste aantal strafpunten het volgende onderdeel in. Voor het landenresultaat gelden de drie beste resultaten. Dit tweede onderdeel is de cross-country, het koningsnummer van de eventing. In Rio kunnen we een cross verwachten van 5.700 tot 6.270 meter lang, met een zogenaamde ideale tijd van 10 tot 11 minuten, waarbij de snelheid 570 meter/minuut bedraagt. De verwachting is dat de olympische cross over de korte route een parcours op viersterrenniveau is. Voor de mindere goden of ruiters die vanuit tactisch oogpunt een resultaat voor het team moeten binnenhalen is een route mogelijk over alternatieve lijnen en sprongen. Deze alternatieven zijn weliswaar safer, maar kosten beduidend meer tijd. Ook bij dit onderdeel heeft ieder team één streepresultaat, mits er vier combinaties aan de finish komen.   Voorafgaand aan het laatste onderdeel, het springen, vindt er nog een tweede vetcheck plaats. Uniek aan het afsluitende onderdeel tijdens de Spelen is dat dit uit twee manches bestaat. Er wordt in omgekeerde volgorde van de stand in de wedstrijd gestart. In de eerste manche starten de individuele ruiters eerst en daarna de landen die nog minimaal drie combinaties in de strijd hebben. Na de eerste manche over een hoogte van 1.25m is de uitslag van de landenstrijd bekend. De landen met een compleet team kunnen het eindresultaat van hun minste combinatie in het eindklassement wegstrepen. De beste 25 combinaties springen nog een tweede manche, een parcours op een hoogte van 1.30m, om tot de individuele eindstand te komen.   Programma eventing Zaterdag 6 augustus, 15:00-21:00 uur (*):          dressuur, deel 1 Zondag 7 augustus, 15:00-21:00 uur:     dressuur, deel 2 Maandag 8 augustus, 15:00-20:00 uur:  cross-country Dinsdag 9 augustus, 15:00-20:30 uur:    springen (*) Nederlandse tijd, tijden onder voorbehoud     Dressuur In de dressuur worden 60 combinaties aan de start verwacht. Dit aantal wordt gevormd door elf landenteams met vier ruiters en zestien individuele combinaties. Na de vetcheck vindt er een zogenaamde gewogen loting plaats om de startvolgorde in het eerste onderdeel te bepalen. Op basis van de wereldranglijst worden de individuele ruiters en landen vooraf in groepen verdeeld. De volgorde van deze groepen staat vast. Zo gaat bijvoorbeeld de groep van vijf hoogst geplaatste landen als laatste van start. Binnen iedere groep wordt er voor de startvolgorde geloot. De startvolgorde in een landenteam bepaalt de bondscoach zelf.   Het eerste onderdeel voor zowel de individuele als de landenwedstrijd is de Grand Prix. De proef der proeven in de dressuur wordt over twee dagen verspreid verreden. Van ieder team rijden de eerste twee combinaties op dag 1 en de andere twee combinaties op dag 2. Voor het landenresultaat in de Grand Prix tellen de beste drie scores van ieder team.   Het tweede onderdeel voor de individuele en landenstrijd is de Grand Prix Special. In deze proef komen op één dag 32 combinaties aan de start. Dit zijn de beste zes teams uit de Grand Prix plus de beste acht individuele combinaties, die geen onderdeel uitmaken van de zes overgebleven teams. De startvolgorde hangt mede af van de uitslag van de Grand Prix. Na de beide klassieke proeven is het eindklassement van de landenwedstrijd op te maken. Voor de zes teams geldt dat er wordt gekeken naar het totale percentage van hun drie beste ruiters uit Grand Prix en Grand Prix Special.   De individuele afsluiter van de olympische dressuur is natuurlijk de Kür op muziek. Hiervoor plaatsen zich de beste achttien combinaties uit de Grand Prix Special, waarbij er per land maar maximaal drie combinaties kunnen deelnemen. De startvolgorde hangt mede af van de uitslag in de Special en de winnaar van deze proef mag zich de olympische kampioen noemen.   Programma dressuur Woensdag 10 augustus, 15:00-21:00 uur (*):      Grand Prix, deel 1 (landenwedstrijd) Donderdag 11 augustus, 15:00-21:00 uur:         Grand Prix, deel 2 (landenwedstrijd) Vrijdag 12 augustus, 15:00-21:30 uur:    Grand Prix Special (landenwedstrijd) Maandag 15 augustus, 15:00-19:00 uur: Kür op muziek (individueel) (*) Nederlandse tijd, tijden onder voorbehoud     Springen De meeste combinaties gaan tijdens de Spelen van start in het springen. Voor de afsluitende discipline hebben zich in Rio 75 combinaties geplaatst, bestaande uit vijftien landenteams van vier combinaties en vijftien individuele combinaties. Na de vetcheck zal er een loting zijn om de startvolgorde van het eerste onderdeel te bepalen. De individuele ruiters gaan als eerste van start gaan, gevolgd door de landenteams. Binnen een team bepaalt de bondscoach de startvolgorde.   Het eerste onderdeel is een rubriek direct op tijd, met een maximale hoogte van 1.60m. Deze rubriek telt mee voor het individuele klassement, maar niet voor het klassement van de landenwedstrijd. Wel is het resultaat van deze rubriek bepalend voor de startvolgorde van de teams in de eerste manche van de landenwedstrijd.   De landenwedstrijd vormt het tweede onderdeel van de olympische springwedstrijd. Deze bestaat uit twee manches, verdeeld over evenzoveel dagen, en staat net als alle wedstrijden uitgeschreven op een hoogte van 1.60m. In de eerste manche gaan alle landenteams van start. Daarnaast geldt dit ook voor de individuele ruiters die in de top 60 zijn geëindigd van het eerste onderdeel, maar geen deel uitmaken van een landenteam. In deze manche tellen voor een team de beste drie resultaten. Een dag later zien we de beste acht landen uit de eerste manche in omgekeerde startvolgorde terug in de tweede, vaak zwaardere manche. Hierin ook aan de start de individuele ruiters uit de top 45 na de rubriek direct op tijd en de eerste manche. Ook in de tweede manche tellen voor een team alleen de beste drie resultaten. Het strafpuntentotaal van beide manches bepaalt de eindstand van de landenwedstrijd. Bij een gelijke klassering voor een of meerdere medailles wordt er barrage gereden door alle teamleden.   Het laatste onderdeel is de individuele finale, die bestaat uit twee zware omlopen. Voor de eerste ronde plaatsen zich de beste 35 paarden en hun ruiters uit het klassement dat opgemaakt kan worden na de rubriek op tijd en de beide manches in de landenwedstrijd, met een maximum van drie combinaties per land. Bijzonder aan de olympische finale is dat de strafpuntenteller weer op nul springt. De startvolgorde is in omgekeerde volgorde van het klassement en na de eerste omloop blijven er nog twintig kandidaten over. Deze twintig combinaties gaan in de tweede omloop strijden voor het eremetaal en de eeuwige roem. Bij een gelijke klassering voor een of meerdere medailles wordt er barrage gereden.   Programma springen Zondag 14 augustus, 15:00-18:45 uur (*):          eerste kwalificatie Dinsdag 16 augustus, 15:00-18:30 uur:  landenwedstrijd, eerste ronde Woensdag 17 augustus, 15:00-17:45 uur:          landenwedstrijd, tweede ronde Vrijdag 19 augustus, 15:00-19:45 uur:    individuele finale (*) Nederlandse tijd, tijden onder voorbehoud     Houd #ruitersinoranje in de gaten! Wil je onze paardensporters volgen op de weg naar Rio de Janeiro? Via www.ruitersinoranje.nl en Ruiters in Oranje op InstagramFacebook en Twitter blijf je op de hoogte van alle ins & outs. Voor meer informatie over de internationale hippische sporters ga je naar www.fei.org of volg je de #TwoHearts en #RoadToRio campagne van de FEI op Facebook, Instagram en Twitter.

Vorige Georges Morris: "Een palmares is niet voldoende voor een teamplek" Volgende Sterke start van onze springjeugd op het EK