"Je gelooft het misschien niet, maar ik heb vroeger zelf nog gereden", begint hij. "Ik ben begonnen met rijden toen ik ongeveer vier jaar oud was. Op mijn twintigste hield ik het voor bekeken en besloot ik parcoursen te gaan bouwen. Ik denk dat ik toen al besefte dat mijn talent eerder daar lag", lachte hij. 

"Met mijn parcoursen probeer ik altijd de vaardigheden van de paarden te testen maar ik zorg er wel voor dat er altijd een 'eerlijke' oplossing is", vertelt hij. "Dat is erg belangrijk. Als er geen eerlijke oplossing voor de paarden geboden kan worden, heeft het geen zin. Ruiters moeten dan kiezen tussen de pest en de cholera, of misschien Corona in dit geval, en dat wil ik natuurlijk ten alle tijden vermijden. Je moet ruiters de kans geven om te tonen hoe goed ze zijn. Waar ik als parcoursbouwer erg van kan genieten, is dat ik de paarden doorheen een weekend zie evolueren. Het doet mij dan ook veel plezier als ze de laatste dag beter springen als de dagen ervoor. Dat is een teken dat ik mijn werk goed heb gedaan en daar haal ik dan ook veel voldoening uit".

"Ik was natuurlijk erg blij toen ik als parcoursbouwer van de Olympische Spelen werd aangesteld. Het is een enorme eer om aan zo een event te mogen meewerken. De Spelen worden nu misschien een jaar opgeschoven maar ik kijk alvast uit naar 2021. Natuurlijk is het ook een hele verantwoordelijkheid om de Spelen te bouwen. Deze wedstrijd heeft ook iets speciaal want je weet dat er op dat moment vanuit heel de wereld gekeken wordt".

Bron: NF