Leendert Jan Hofland is als teamveterinair van de eventingpaarden van TeamNL mee naar de Olympische Spelen in Tokio. Deze bevlogen paardenarts vertelt over de faciliteiten voor de paarden in Tokio en hoe er wordt omgegaan met de reis- en weersomstandigheden op het gebied van voermanagement en monitoring van de lichaamstemperatuur. “Het is hier echt goed geregeld voor de paarden en verder is het motto in Tokio: ‘positief denken en negatief testen’ “, vertelt hij lachend.
De voorbereidingen om goed te kunnen presteren in Tokio zijn uiteraard al jaren geleden begonnen. Na alle sportieve voorbereidingen, begon de echte trip naar Tokio met de reis er naar toe, en ook dat is zeer goed voorbereid. Teamveterinair Leendert Jan Hofland vertelt er over: “Het gaat heel goed met de paarden hier. De stallen zijn heel fijn. Het is er koel, heel rustig. Ze hebben grote stallen, de paarden kunnen echt prima uitrusten en dat is na zo een lange reis heel fijn. De eerste twee dagen hebben we heel rustig aan gedaan, de paarden verliezen onderweg gewicht door vochtverlies. Ze krijgen natuurlijk wel water aangeboden, maar ze drinken vaak niet zoals op stal. Dat vocht moet aangevuld en dat duurt een à twee dagen. Daarna bouwen we alles weer heel rustig op en dat gaat heel goed.”
Voermanagement
“Voordat de paarden aan de vliegreis beginnen, gaan ze helemaal van het krachtvoer af”, vertelt Hofland. “Kort voor de reis en onderweg krijgen ze uitsluitend ruwvoer en water. Krachtvoer kan tijdens een reis problemen met het maag-darmstelsel veroorzaken, ruwvoer is veel beter. Eenmaal op de plaats van bestemming wordt dan weer rustig krachtvoer aan het rantsoen toegevoegd.
Die reis en vooral de wisseling in rantsoen en het herstel van de vochtbalans is wel iets waar je rekening mee moet houden als je weer gaat trainen. Je maakt toch een paar keer de overgang in het rantsoen. Dat is niet vervelend voor de paarden, maar je moet er wel rekening mee houden. Het is belangrijk om de paarden de tijd te geven om te herstellen en zich aan te passen. Ze zijn allemaal heel fit en hebben er zin, maar hun hele systeem moet zich aan kunnen passen. Je kunt dat wel een beetje vergelijken met mensen. Na een lange reis voel je je prima, maar als je dan ineens heel veel gaat doen, merk je dat de vermoeidheid toch eerder toeslaat. Daarom was het ook zo belangrijk dat we hier wel op tijd waren. De paarden hebben allemaal eerst een paar dagen heel rustig aan gedaan en daarna zijn we ze iedere dag een beetje meer gaan trainen.
Gelukkig hebben we hier alle faciliteiten om de paarden te monitoren, en weten we dus precies hoe ze er voor staan. We hebben bijvoorbeeld regelmatig alle bloedwaarden gecontroleerd om ook echt te meten hoe het met hun fysieke gesteldheid is. We wegen de paarden hier ook twee maal per dag. Je ziet dan goed dat ze door vochtverlies afvallen onderweg, maar eenmaal hier zie je dat ze weer heel snel op gewicht komen.
Gelukkig kan ik niet anders zeggen dan dat alle Nederlandse paarden er super voorstaan. Dat geldt niet alleen voor de eventers, maar ook voor de dressuurpaarden. Eventingpaarden leveren een ander soort prestaties, maar het principe van management rond de reis en opbouw van de training is hetzelfde.”
Temperatuurmetingen
“Het meest optimale van de stallen is dat de temperatuur constant is en dat het veel koeler is dan buiten. Daardoor heb je geen extra energie- en vochtverlies in stal. Buiten gaat het ook heel goed met de paarden. We meten hun temperatuur direct na het werk en na het koelen, en je ziet nu dat ze eigenlijk al op hun normale lichaamstemperatuur zijn voordat ze weer op stal staan. Natuurlijk werken ze nu nog niet heel zwaar en is de cross straks fysiologisch uitdagender, maar je ziet gewoon dat ze het prima doen.”
“De weersomstandigheden zijn eigenlijk prima, dat valt echt mee”, vervolgt Hofland. “Veel wedstrijden worden bovendien in de avond of ochtend verreden als het nog niet heel warm is. In de namiddag gaat het wat waaien en dan zijn het gewoon heerlijke zomeravonden. In de ochtend is het wel warm en drukkend, maar het lijkt ook dan goed te doen.
“Het is heel goed dat de cross is ingekort, dat is belangrijk bij deze omstandigheden. We werken ook met een speciaal door de FEI ontwikkeld hitteprotocol voor en tijdens de cross. Waarbij ook de huidtemperatuur gemeten wordt op dezelfde manier als mensen gescreend worden op Covid. Dat gebeurt al tijdens het losrijden waardoor snel gesignaleerd kan worden als een paard het onverhoopt te warm krijgt. Dat systeem was voor mij nieuw, maar een super ontwikkeling! Hoe eerder je een probleem signaleert hoe beter je, indien nodig, in kunt grijpen. Op die manier kunnen we problemen voorkomen bij de paarden.”
Bron: KNHS
Foto: Libby Law
De voorbereidingen om goed te kunnen presteren in Tokio zijn uiteraard al jaren geleden begonnen. Na alle sportieve voorbereidingen, begon de echte trip naar Tokio met de reis er naar toe, en ook dat is zeer goed voorbereid. Teamveterinair Leendert Jan Hofland vertelt er over: “Het gaat heel goed met de paarden hier. De stallen zijn heel fijn. Het is er koel, heel rustig. Ze hebben grote stallen, de paarden kunnen echt prima uitrusten en dat is na zo een lange reis heel fijn. De eerste twee dagen hebben we heel rustig aan gedaan, de paarden verliezen onderweg gewicht door vochtverlies. Ze krijgen natuurlijk wel water aangeboden, maar ze drinken vaak niet zoals op stal. Dat vocht moet aangevuld en dat duurt een à twee dagen. Daarna bouwen we alles weer heel rustig op en dat gaat heel goed.”
Voermanagement
“Voordat de paarden aan de vliegreis beginnen, gaan ze helemaal van het krachtvoer af”, vertelt Hofland. “Kort voor de reis en onderweg krijgen ze uitsluitend ruwvoer en water. Krachtvoer kan tijdens een reis problemen met het maag-darmstelsel veroorzaken, ruwvoer is veel beter. Eenmaal op de plaats van bestemming wordt dan weer rustig krachtvoer aan het rantsoen toegevoegd.
Die reis en vooral de wisseling in rantsoen en het herstel van de vochtbalans is wel iets waar je rekening mee moet houden als je weer gaat trainen. Je maakt toch een paar keer de overgang in het rantsoen. Dat is niet vervelend voor de paarden, maar je moet er wel rekening mee houden. Het is belangrijk om de paarden de tijd te geven om te herstellen en zich aan te passen. Ze zijn allemaal heel fit en hebben er zin, maar hun hele systeem moet zich aan kunnen passen. Je kunt dat wel een beetje vergelijken met mensen. Na een lange reis voel je je prima, maar als je dan ineens heel veel gaat doen, merk je dat de vermoeidheid toch eerder toeslaat. Daarom was het ook zo belangrijk dat we hier wel op tijd waren. De paarden hebben allemaal eerst een paar dagen heel rustig aan gedaan en daarna zijn we ze iedere dag een beetje meer gaan trainen.
Gelukkig hebben we hier alle faciliteiten om de paarden te monitoren, en weten we dus precies hoe ze er voor staan. We hebben bijvoorbeeld regelmatig alle bloedwaarden gecontroleerd om ook echt te meten hoe het met hun fysieke gesteldheid is. We wegen de paarden hier ook twee maal per dag. Je ziet dan goed dat ze door vochtverlies afvallen onderweg, maar eenmaal hier zie je dat ze weer heel snel op gewicht komen.
Gelukkig kan ik niet anders zeggen dan dat alle Nederlandse paarden er super voorstaan. Dat geldt niet alleen voor de eventers, maar ook voor de dressuurpaarden. Eventingpaarden leveren een ander soort prestaties, maar het principe van management rond de reis en opbouw van de training is hetzelfde.”
Temperatuurmetingen
“Het meest optimale van de stallen is dat de temperatuur constant is en dat het veel koeler is dan buiten. Daardoor heb je geen extra energie- en vochtverlies in stal. Buiten gaat het ook heel goed met de paarden. We meten hun temperatuur direct na het werk en na het koelen, en je ziet nu dat ze eigenlijk al op hun normale lichaamstemperatuur zijn voordat ze weer op stal staan. Natuurlijk werken ze nu nog niet heel zwaar en is de cross straks fysiologisch uitdagender, maar je ziet gewoon dat ze het prima doen.”
“De weersomstandigheden zijn eigenlijk prima, dat valt echt mee”, vervolgt Hofland. “Veel wedstrijden worden bovendien in de avond of ochtend verreden als het nog niet heel warm is. In de namiddag gaat het wat waaien en dan zijn het gewoon heerlijke zomeravonden. In de ochtend is het wel warm en drukkend, maar het lijkt ook dan goed te doen.
“Het is heel goed dat de cross is ingekort, dat is belangrijk bij deze omstandigheden. We werken ook met een speciaal door de FEI ontwikkeld hitteprotocol voor en tijdens de cross. Waarbij ook de huidtemperatuur gemeten wordt op dezelfde manier als mensen gescreend worden op Covid. Dat gebeurt al tijdens het losrijden waardoor snel gesignaleerd kan worden als een paard het onverhoopt te warm krijgt. Dat systeem was voor mij nieuw, maar een super ontwikkeling! Hoe eerder je een probleem signaleert hoe beter je, indien nodig, in kunt grijpen. Op die manier kunnen we problemen voorkomen bij de paarden.”
Bron: KNHS
Foto: Libby Law