Eigenlijk vindt ze de Pavo Cup niet zo’n goed idee. Valesca Visser houdt er namelijk van om paarden rustig op te leiden en ervaring op te laten doen. Daarbij is ze nuchter en realistisch, ook als ze terugkijkt op haar eigen sporttijd als jonge amazone. Sinds 2000 heeft ze haar stal in het buitengebied van Schelluinen, waar ze samen met haar vader de zaak runt. Dressuurpaarden, fokkerij, opfok, het komt allemaal voorbij, zelfs nog even Kannan jr, de kampioen springen van Den Bosch. Een heel grote drive om zo snel mogelijk de top te bereiken heeft Valesca Visser (40) nooit gehad. De pony Maximo en het paard Hammilton komen in beeld in haar eigen sportieve carrière, maar niet zoveel meer blikvangers. De sympathieke dressuurautoriteit Tim Coomans is daarbij een belangrijke steun geweest. Valesca: “Tim had vroeger Hippisch Centrum De Hoeksche Waard waar we een kwartiertje lopen vandaan woonden en daar mocht ik vroeger pony’s poetsen. Pas toen ik een jaar of tien of elf was, mocht ik op les omdat mijn vader wilde afwachten of het geen bevlieging zou zijn. Hij kocht even later het manegepony’tje waar ik gek van was. Op ponykamp, over de ruiterpaden crossen en ook wat wedstrijdjes, dat soort werk. Ik won nooit wat, maar dat maakte mij niet uit, het was gewoon hartstikke leuk! Maar op een gegeven moment vroeg mijn vader wel aan Tim Coomans hoe het nou eigenlijk werkte in die sport.” Tim wist de pony Maximo te staan, van Barbara en Mischa Koot die er ZZ mee hadden gereden: “Heel toevallig bleken hun ouders ook weer kennissen te zijn van mijn ouders. En zo kwam mijn eerste wedstrijdpony, echt mijn professor. Ik ben ermee in de B begonnen en in 1993 heb ik meegedaan met de selectiewedstrijden voor het EK. Maar ja…tegen Marlies van Baalen, Bart Veeze, Kirsten Bekkers, Nicole van Amerongen, ik vond het best knap dat ik zevende werd.” Vader Cees Visser, ondernemer in belastingvrije artikelen, zorgde ook voor de opvolging van Maximo: “Hammilton kwam net van de hengstenkeuring, die hebben we toen bij Tim uitgeprobeerd en dat ging best goed. Een Mytens xx X Le Mexico x Lucky Boy. Tim en zijn stalamazone Diane Hunnego reden hem aan, ik ging er twee keer per week op. Maar toen ontdekte ik wel dat je niet echt kunt rijden als je alleen bij de pony’s Z2 hebt gereden. Ik dacht dat ik met de pony best een mooi proefje kon rijden maar bij Hammilton lag ik er in het begin best vaak half langs.” Diane reed Hammilton door, werd 6e in de VSN-finale en Valesca pakte ‘m op vanaf de M en reed ermee bij de junioren en young riders: “De VSN ging heel goed, maar als je met een jong paard bij de junioren en young riders mee wilt doen, moet je toch meer ervaren zijn als dat ik was. Ik kwam net kijken, joh. En dan dacht je dat het bij de junioren langzaamaan best goed ging, moest je over naar de young riders, wat gewoon een heel grote stap is. Heel veel reden er op paarden die al veel meer ervaring hadden, lichte toer-paarden en zo. Ik heb het zelf gedaan. Ja hoor, daar kwam ik aan met mijn zesjarige. Ergens rond de tiende plaats vond ik al heel goed toen. Later heb ik met die kennis Don Davignon, een jonge Davignon, zelf opgeleid en naar het ZZ-licht gebracht. En niet te vergeten begeleid door Jo Willems, want die heeft het op een gegeven moment overgenomen van Tim Coomans. ” De merrie Diva komt in beeld, nu 27: “Mijn moeder wilde graag een veulentje fokken en toen zijn we op zoek gegaan naar een fokmerrie. Tim had een jonge merrie staan, die zijn we in de wei gaan bekijken en eigenlijk was ze toen al verkocht: ze kwam heel mooi aanlopen, was de leidster van een groep, met een mooie uitstraling. Een Donnerhall-merrie, dat bloed was toen nog niet zo vanzelfsprekend. Ze werd dagkampioen op de keuring en we hebben haar laten dekken door Wilberforce I, die was toen van de familie Koot. Ze had trouwens ook een mega-score in de IBOP met vijf negens voor de dressuuronderdelen. Daaruit is Wings geboren. Even later had een clubje waar mijn vader ook bij was de volbloedhengst Mytens: Jannot Koot, Theo van den Broek, Tim Coomans en Jac Maree. Wings werd daarmee gedekt en zo werd Selene geboren: Mytens X Wilberforce X Donnerhall. Zo zijn we aan het fokken geraakt. Selene heeft nu een prachtig veulen van Dreamboy, ze is al preferent op haar nakomelingen.”
Het paardenbedrijf Schelluinderberg, met 24 boxen, een rijhal, molen en buitenaccommodatie, is sinds 2000 gevestigd in Schelluinen, op de plaats van een voormalige melkveehouderij. De zakelijke kant wordt vooral gedaan door Cees Visser, de paardentak is in handen van Valesca: “Dat is meer mijn ding. Ik let op de eigenschapen die je ervaart als ruiter. Werkwiligheid vind ik heel belangrijk: ik zou nooit een merrie laten dekken als die merrie niet voor je wil werken. Dat zie je terug in onze paarden. Voor de bedrijfsvoering vind ik het niet het allerbelangrijkste om de paarden op hoger niveau in de sport uit te brengen. Opleiden tot lichte toer duurt in mijn aanpak lang. En we hebben een paar jonge nakomelingen die pas een paar maanden onder het zadel waren heel goed kunnen verkopen, dat is heel belangrijk. Hengsten en ruinen vertrekken best snel hier, de merries zijn voor mij het belangrijkste.” De aanpak van Valesca is gericht op de lange termijn: “Alles moet tegenwoordig zo snel in onze wereld, ook bij de paarden. Een zesjarige moet bij wijze van spreken al bijna grand prix klaar zijn. Ik denk niet dat dat goed is. En eigenlijk vind ik de Pavo Cup zoals die uitpakt niet een goed idee. In zo’n competitie móeten ze bijna opgeprikt worden voorgesteld. Iedereen kan wel zeggen: we fokken steeds beter, maar inwendig, in de biomechanica maar ook tussen de oren, moeten ze het wel kunnen verwerken. Wat is er nou mis aan om ze op de kleinere wedstrijden door de B en L te loodsen? Wij kijken kijken per paard wat nodig is: wie ben jij, wat is jouw karakter, wat past bij jou. En we laten de meeste ervaring opdoen op de kleinere wedstrijden, eventueel buiten mededinging. Als ze heel snel Grand Prix lopen, leveren ze veel geld op, maar ja, zijn ze dan nog wel heel? Ik wil graag dat de mensen terugkomen. En het is niet voor niets dat Hammilton tot z’n 29e in de wei heeft gestaan. Het laatste had hij niet in huis, dat moet je ook niet forceren, daar moet je eerlijk in zijn.”
[caption id="attachment_166388" align="alignnone" width="900"] Dreamboy X Mytens xx X Wilberforce I X Donnerhall[/caption]Bij toeval is ook de opfok van jonge paarden onderdeel van het bedrijf geworden: “Sinds we hier zitten, hebben we altijd wel een paar jonge paarden van de familie Kramer uit Oud-Beijerland hier in opfok. Soms als maatje voor een van mijn paarden, soms omdat ze drie hengsten kwijt moesten. Zo heeft Kannan jr. ook hier gestaan, twee jaar, vanaf het afspenen tot de hengstenkeuring, heel leuk dat ik ook een kleine stukje heb kunnen bijdragen aan het succes. We hebben maar twee opfokstallen, dus doe je dat met mensen die je kent. Het is toch een risico, er kan van alles gebeuren. Met de familie Kramer weet je waar je aan toe bent, heel nuchter en realistisch.” Valesca Visser runt haar stal met twee vaste krachten: “Melanie is hier een jaar of zeven geleden gekomen via de Wajong-regeling, ze kon nog geen halster omdoen maar ze is nooit meer weggegaan. En sinds vier jaar werkt Nicole Vereecken bij ons als amazone. Ze was toen M en nu bijna lichte toer, met onze eigen gefokte paarden, dat is echt heel leuk. Ze is groter dan ik, daarom past ze beter op paarden zoals de San Remo-merrie van 1.76m uit Diva, die nu bijna licht toer is. Op het moment ben ik zelf twee merries in de basis aan het starten. Misschien straks ook wel een keer subtop, we gaan het zien.”
Eigenlijk vindt ze de Pavo Cup niet zo’n goed idee. Valesca Visser houdt er namelijk van om paarden rustig op te leiden en ervaring op te laten doen. Daarbij is ze nuchter en realistisch, ook als ze terugkijkt op haar eigen sporttijd als jonge amazone. Sinds 2000 heeft ze haar stal in het buitengebied van Schelluinen, waar ze samen met haar vader de zaak runt. Dressuurpaarden, fokkerij, opfok, het komt allemaal voorbij, zelfs nog even Kannan jr, de kampioen springen van Den Bosch. Een heel grote drive om zo snel mogelijk de top te bereiken heeft Valesca Visser (40) nooit gehad. De pony Maximo en het paard Hammilton komen in beeld in haar eigen sportieve carrière, maar niet zoveel meer blikvangers. De sympathieke dressuurautoriteit Tim Coomans is daarbij een belangrijke steun geweest. Valesca: “Tim had vroeger Hippisch Centrum De Hoeksche Waard waar we een kwartiertje lopen vandaan woonden en daar mocht ik vroeger pony’s poetsen. Pas toen ik een jaar of tien of elf was, mocht ik op les omdat mijn vader wilde afwachten of het geen bevlieging zou zijn. Hij kocht even later het manegepony’tje waar ik gek van was. Op ponykamp, over de ruiterpaden crossen en ook wat wedstrijdjes, dat soort werk. Ik won nooit wat, maar dat maakte mij niet uit, het was gewoon hartstikke leuk! Maar op een gegeven moment vroeg mijn vader wel aan Tim Coomans hoe het nou eigenlijk werkte in die sport.” Tim wist de pony Maximo te staan, van Barbara en Mischa Koot die er ZZ mee hadden gereden: “Heel toevallig bleken hun ouders ook weer kennissen te zijn van mijn ouders. En zo kwam mijn eerste wedstrijdpony, echt mijn professor. Ik ben ermee in de B begonnen en in 1993 heb ik meegedaan met de selectiewedstrijden voor het EK. Maar ja…tegen Marlies van Baalen, Bart Veeze, Kirsten Bekkers, Nicole van Amerongen, ik vond het best knap dat ik zevende werd.” Vader Cees Visser, ondernemer in belastingvrije artikelen, zorgde ook voor de opvolging van Maximo: “Hammilton kwam net van de hengstenkeuring, die hebben we toen bij Tim uitgeprobeerd en dat ging best goed. Een Mytens xx X Le Mexico x Lucky Boy. Tim en zijn stalamazone Diane Hunnego reden hem aan, ik ging er twee keer per week op. Maar toen ontdekte ik wel dat je niet echt kunt rijden als je alleen bij de pony’s Z2 hebt gereden. Ik dacht dat ik met de pony best een mooi proefje kon rijden maar bij Hammilton lag ik er in het begin best vaak half langs.” Diane reed Hammilton door, werd 6e in de VSN-finale en Valesca pakte ‘m op vanaf de M en reed ermee bij de junioren en young riders: “De VSN ging heel goed, maar als je met een jong paard bij de junioren en young riders mee wilt doen, moet je toch meer ervaren zijn als dat ik was. Ik kwam net kijken, joh. En dan dacht je dat het bij de junioren langzaamaan best goed ging, moest je over naar de young riders, wat gewoon een heel grote stap is. Heel veel reden er op paarden die al veel meer ervaring hadden, lichte toer-paarden en zo. Ik heb het zelf gedaan. Ja hoor, daar kwam ik aan met mijn zesjarige. Ergens rond de tiende plaats vond ik al heel goed toen. Later heb ik met die kennis Don Davignon, een jonge Davignon, zelf opgeleid en naar het ZZ-licht gebracht. En niet te vergeten begeleid door Jo Willems, want die heeft het op een gegeven moment overgenomen van Tim Coomans. ” De merrie Diva komt in beeld, nu 27: “Mijn moeder wilde graag een veulentje fokken en toen zijn we op zoek gegaan naar een fokmerrie. Tim had een jonge merrie staan, die zijn we in de wei gaan bekijken en eigenlijk was ze toen al verkocht: ze kwam heel mooi aanlopen, was de leidster van een groep, met een mooie uitstraling. Een Donnerhall-merrie, dat bloed was toen nog niet zo vanzelfsprekend. Ze werd dagkampioen op de keuring en we hebben haar laten dekken door Wilberforce I, die was toen van de familie Koot. Ze had trouwens ook een mega-score in de IBOP met vijf negens voor de dressuuronderdelen. Daaruit is Wings geboren. Even later had een clubje waar mijn vader ook bij was de volbloedhengst Mytens: Jannot Koot, Theo van den Broek, Tim Coomans en Jac Maree. Wings werd daarmee gedekt en zo werd Selene geboren: Mytens X Wilberforce X Donnerhall. Zo zijn we aan het fokken geraakt. Selene heeft nu een prachtig veulen van Dreamboy, ze is al preferent op haar nakomelingen.”
Het paardenbedrijf Schelluinderberg, met 24 boxen, een rijhal, molen en buitenaccommodatie, is sinds 2000 gevestigd in Schelluinen, op de plaats van een voormalige melkveehouderij. De zakelijke kant wordt vooral gedaan door Cees Visser, de paardentak is in handen van Valesca: “Dat is meer mijn ding. Ik let op de eigenschapen die je ervaart als ruiter. Werkwiligheid vind ik heel belangrijk: ik zou nooit een merrie laten dekken als die merrie niet voor je wil werken. Dat zie je terug in onze paarden. Voor de bedrijfsvoering vind ik het niet het allerbelangrijkste om de paarden op hoger niveau in de sport uit te brengen. Opleiden tot lichte toer duurt in mijn aanpak lang. En we hebben een paar jonge nakomelingen die pas een paar maanden onder het zadel waren heel goed kunnen verkopen, dat is heel belangrijk. Hengsten en ruinen vertrekken best snel hier, de merries zijn voor mij het belangrijkste.” De aanpak van Valesca is gericht op de lange termijn: “Alles moet tegenwoordig zo snel in onze wereld, ook bij de paarden. Een zesjarige moet bij wijze van spreken al bijna grand prix klaar zijn. Ik denk niet dat dat goed is. En eigenlijk vind ik de Pavo Cup zoals die uitpakt niet een goed idee. In zo’n competitie móeten ze bijna opgeprikt worden voorgesteld. Iedereen kan wel zeggen: we fokken steeds beter, maar inwendig, in de biomechanica maar ook tussen de oren, moeten ze het wel kunnen verwerken. Wat is er nou mis aan om ze op de kleinere wedstrijden door de B en L te loodsen? Wij kijken kijken per paard wat nodig is: wie ben jij, wat is jouw karakter, wat past bij jou. En we laten de meeste ervaring opdoen op de kleinere wedstrijden, eventueel buiten mededinging. Als ze heel snel Grand Prix lopen, leveren ze veel geld op, maar ja, zijn ze dan nog wel heel? Ik wil graag dat de mensen terugkomen. En het is niet voor niets dat Hammilton tot z’n 29e in de wei heeft gestaan. Het laatste had hij niet in huis, dat moet je ook niet forceren, daar moet je eerlijk in zijn.”
[caption id="attachment_166388" align="alignnone" width="900"] Dreamboy X Mytens xx X Wilberforce I X Donnerhall[/caption]Bij toeval is ook de opfok van jonge paarden onderdeel van het bedrijf geworden: “Sinds we hier zitten, hebben we altijd wel een paar jonge paarden van de familie Kramer uit Oud-Beijerland hier in opfok. Soms als maatje voor een van mijn paarden, soms omdat ze drie hengsten kwijt moesten. Zo heeft Kannan jr. ook hier gestaan, twee jaar, vanaf het afspenen tot de hengstenkeuring, heel leuk dat ik ook een kleine stukje heb kunnen bijdragen aan het succes. We hebben maar twee opfokstallen, dus doe je dat met mensen die je kent. Het is toch een risico, er kan van alles gebeuren. Met de familie Kramer weet je waar je aan toe bent, heel nuchter en realistisch.” Valesca Visser runt haar stal met twee vaste krachten: “Melanie is hier een jaar of zeven geleden gekomen via de Wajong-regeling, ze kon nog geen halster omdoen maar ze is nooit meer weggegaan. En sinds vier jaar werkt Nicole Vereecken bij ons als amazone. Ze was toen M en nu bijna lichte toer, met onze eigen gefokte paarden, dat is echt heel leuk. Ze is groter dan ik, daarom past ze beter op paarden zoals de San Remo-merrie van 1.76m uit Diva, die nu bijna licht toer is. Op het moment ben ik zelf twee merries in de basis aan het starten. Misschien straks ook wel een keer subtop, we gaan het zien.”