Skip to content

Copyright

Kees van den Oetelaar: “We moeten met z’n allen op zoek blijven gaan naar nieuw bloed, anders wordt onze fokkerij te smal.”

Na afloop van de tweede bezichtiging was het tijd voor het International Congress of Showjumper Breeders, waar internationale topfokkers in discussie gingen over interessante onderwerpen.

Het congres in de Hertogzaal werd goed bezocht en de vele bezoekers konden via de microfoon en/of via een online poll reageren op de diverse stellingen, over onderwerpen zoals de rol van het stamboek, paardenwelzijn, het belang van commerciële fokkerij en de keuze tussen jonge of bewezen hengsten. Internationale topfokkers zoals Joris De Brabander, Harm Thormählen, Patrice Boureau, Alexandra Lebon, Tom Brennan en Roelof Bril gaven hun visie over hun eigen fokkerij en/of de verschillende onderwerpen. De avond werd vakkundig begeleid door Dirk Willem Rosie.

Enkele opvallende uitspraken waren:
Walter Lelie: “Kleine fokkers hebben volop bestaansrecht, iedereen kan een toppaard fokken, kijk alleen maar eens naar King Edward”

Valentijn De Bock: “Belgische fokkers hebben het beste uit het buitenland gehaald en hebben puur op springaanleg geselecteerd. Springpaarden moeten kracht en vermogen hebben.”

Fred van Straaten: “Door jonge hengsten te gebruiken, kan je grote stappen zetten in de fokkerij.”

Tom Brennan: “Ik ben er van overtuigd dat een merrie voor 90% bepalend is.”

Patrice Boureau: “Zowel bij de hengsten als merries geldt dat ze de beste nakomelingen geven als ze zelf nog jong zijn. Kijk maar naar Almé, Jalisco B of Laudanum xx.”

Kees van den Oetelaar: “Met een jonge hengst loop je iets meer risico, maar kan je tien jaar vooruitgang boeken.”

Julius-Peter Sinnack: “Een goede fokmerrie kost geld maar de fokkerij is niet alleen voor rijke mensen weggelegd.”

Tom Brennan: “Alle goede paarden komen uit goede moeders.”

Harm Thormählen: “De nakomelingen krijgen het karakter van hun moeder mee. Mede daardoor zijn merries het meest bepalend.”

Joris De Brabander: “Je moet beginnen met een competitieve merrie, dat hoeft zeker niet op het hoogste niveau te zijn. Een merrie die op lager niveau veelwinnend is, kan net zo goed waardevol zijn voor de fokkerij.”

Kees van den Oetelaar: “We moeten met z’n allen op zoek blijven gaan naar nieuw bloed, anders wordt onze fokkerij te smal.”

Roelof Bril: “Door middel van fokkerspremies kunnen we hopelijk meer fokkers naar de concoursen trekken. Ik heb er geen probleem mee om een deel van het prijzengeld aan de fokker af te staan.”

 

Het congres in de Hertogzaal werd goed bezocht en de vele bezoekers konden via de microfoon en/of via een online poll reageren op de diverse stellingen, over onderwerpen zoals de rol van het stamboek, paardenwelzijn, het belang van commerciële fokkerij en de keuze tussen jonge of bewezen hengsten. Internationale topfokkers zoals Joris De Brabander, Harm Thormählen, Patrice Boureau, Alexandra Lebon, Tom Brennan en Roelof Bril gaven hun visie over hun eigen fokkerij en/of de verschillende onderwerpen. De avond werd vakkundig begeleid door Dirk Willem Rosie.

Enkele opvallende uitspraken waren:
Walter Lelie: “Kleine fokkers hebben volop bestaansrecht, iedereen kan een toppaard fokken, kijk alleen maar eens naar King Edward”

Valentijn De Bock: “Belgische fokkers hebben het beste uit het buitenland gehaald en hebben puur op springaanleg geselecteerd. Springpaarden moeten kracht en vermogen hebben.”

Fred van Straaten: “Door jonge hengsten te gebruiken, kan je grote stappen zetten in de fokkerij.”

Tom Brennan: “Ik ben er van overtuigd dat een merrie voor 90% bepalend is.”

Patrice Boureau: “Zowel bij de hengsten als merries geldt dat ze de beste nakomelingen geven als ze zelf nog jong zijn. Kijk maar naar Almé, Jalisco B of Laudanum xx.”

Kees van den Oetelaar: “Met een jonge hengst loop je iets meer risico, maar kan je tien jaar vooruitgang boeken.”

Julius-Peter Sinnack: “Een goede fokmerrie kost geld maar de fokkerij is niet alleen voor rijke mensen weggelegd.”

Tom Brennan: “Alle goede paarden komen uit goede moeders.”

Harm Thormählen: “De nakomelingen krijgen het karakter van hun moeder mee. Mede daardoor zijn merries het meest bepalend.”

Joris De Brabander: “Je moet beginnen met een competitieve merrie, dat hoeft zeker niet op het hoogste niveau te zijn. Een merrie die op lager niveau veelwinnend is, kan net zo goed waardevol zijn voor de fokkerij.”

Kees van den Oetelaar: “We moeten met z’n allen op zoek blijven gaan naar nieuw bloed, anders wordt onze fokkerij te smal.”

Roelof Bril: “Door middel van fokkerspremies kunnen we hopelijk meer fokkers naar de concoursen trekken. Ik heb er geen probleem mee om een deel van het prijzengeld aan de fokker af te staan.”

 

bron: KWPN.nl

Vorige Mathijs van Asten start sterk in CSI5* Thermal! Volgende KWPN Keuring: Tweede bezichtiging levert nog eens 11 springhengsten op! Fokkerijpremie voor 2 fokkers... "Vorig jaar was voor ons succesvol."