Ongeveer 45 jaar geleden kwam hij voor de eerste keer op het CHIO als bezoeker. Hij was toen instructeur bij RV De Slotruiters in Abcoude. Eddy: “Ik vergeet die tijd nooit. Hippisch journalist Claartje van Andel was toen lid van die vereniging en zij vertelt nog steeds dat ze het zo leuk vond om als klein meisje met mij naar het CHIO Rotterdam te mogen. In 1980 reed ik voor de eerste keer in Rotterdam, met de hengst Monarch in de lichte tour. Monarch was een volle broer van de hengst Legaat. Juryleden waren dat jaar o.a. Jaap Pot, Wilmer Hansen, Dietmar Specht, Joke Hall en Jan Nijland. Stephen Clarke, David Hunt, Linda Zhang en Annette Fransèn, latere collega juryleden, startten toen ook als ruiter. Ik denk dat ik 20 jaar later, rond het jaar 2000, voor de eerste keer in Rotterdam jureerde.
Het moment dat ik voor de eerste keer mocht starten, zal ik nooit vergeten. Het was tevens mijn eerste internationale wedstrijd en ik moest als tweede na de pauze starten. Er waren geen starttijden en de ruiter voor mij was er niet. Maar dat wist ik niet. Ik net had bedacht dat ik wat korter los zou rijden dan normaal. De proeven waren toen nog langer. Toen ik net aan het losrijden was, werd mijn naam al een paar keer omgeroepen. Ik was aan de beurt. Dus, bandages af, hoedje op en in galop naar de ring. Ik had geen tijd om nerveus te worden. Het resultaat was niet eens zo slecht, ik eindigde in de middenmoot, zoals alle Nederlanders. Alle Duitsers stonden boven ons. Als jurylid kan ik niet echt een speciaal moment in Rotterdam noemen. Ik ben dan serieus aan het werk en heb daar geen emoties bij, als jurylid word je altijd blij van een topcombinatie in de ring”
We zeiden het al in de inleiding. Eddy is een druk bezet man en verblijft een groot gedeelte van het jaar in het buitenland en op grote concoursen in Nederland. Hoe beleeft hij deze Corona tijd ? Hij moet lachen. “Nu heel spannend. Ik heb veel in mijn agenda staan en het is de vraag welke concoursen door mogen gaan. Maar ook welke ik in kan gaan plannen in verband met de Corona regels. We moeten nu vooraf getest worden en ook voor de terugreis moeten we een PCR test ondergaan en bij thuiskomst tien dagen in quarantaine. Officieel zou ik in Gothenburg de WorldCup jureren en het weekend ervoor een concours in Finland. Als die wedstrijden beiden doorgaan, moet ik Finland dus helaas annuleren. Verder heb ik me nog geen moment verveeld. Als ik wakker word, loop ik naar de bakker, ik ontbijt graag uitgebreid, ik ga graag eten bij vrienden (ik ben alleen dus dat mag nog steeds!), ben dol op tweedehands marktjes, rij nog steeds paard, fiets graag, geef les en begeleid een Roemeense dame die in Nederland woont. Ook haar paard rij ik regelmatig”.
Een 10 geven is een hoogtepunt
We vragen Eddy naar de hoogtepunten in zijn paardenleven: “Als ruiter, toen ik met de al eerder genoemde Monarch Nederlands kampioen werd in 1981 in de Lichte Tour. Als jurylid, ik zou bijna zeggen natuurlijk, toen ik mocht jureren op de laatste Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Er zijn geen combinaties die ik speciaal wil noemen. Ik vind alle goede combinaties goed en daar zit voor mij weinig verschil tussen. De onderdelen maken het verschil en dat verschilt dan ook nog weer per concours. De proef van Valegro was in Rio bijvoorbeeld geweldig. En de pirouettes van Totilas waren bijna altijd fantastisch. Ik punt per onderdeel en ga daar echt in op. Als ik een tien voor een onderdeel kan geven is dat voor mij een hoogtepunt in een rubriek en niet een bepaalde combinatie”.
Hij heeft gejureerd over de hele wereld, heeft Eddy nog dromen ? “Gezien mijn leeftijd mag ik geen Olympische Spelen meer jureren, maar ik heb nog wel plaatsen in de wereld waar ik graag heen zou willen. Niet speciaal omdat er een groot concours is, maar om de plaats. Komende zomer heb ik bijvoorbeeld Windsor in mijn agenda staan en daar zie ik naar uit, daar ben ik nog nooit geweest. Wat ik heel jammer vind, is dat door Corona de wereldbekerfinale in Las Vegas vorig jaar afgelast werd, daar had ik ook mogen jureren en was ik ook nog nooit geweest”.
De jeugd momenteel erg goed
Het EK dressuur voor de jeugd in Hongarije was één van de weinige kampioenschappen die doorging vorig jaar. Ons land was niet alleen met ruiters goed vertegenwoordigd, Eddy was ook uitgenodigd, hij mocht plaatsnemen in de juryhokjes. Heeft hij nog combinaties gezien waarvan hij verwacht dat we ze terug gaan zien in het Kralingse bos ? Zonder twijfel het meest enthousiaste antwoord van dit top jurylid: “Misschien is dit een slap antwoord, maar ik denk bijna allemaal ! De ruiters die in de jeugdtop rijden, rijden momenteel niet een beetje goed, maar heel erg goed ! Er wordt veel geïnvesteerd in kennis en paarden in Nederland en dat betaalt zich duidelijk uit, het niveau is zooooo hoog! Voorheen heb ik regelmatig gedacht ik trek een paard uit de stal en win van ze, maar dit jaar zeker niet”.
We kennen Eddy als een rustig, keurig heerschap. Zijn er nog dingen leuk om te weten die we misschien wel niet verwachten ? Het blijft lang stil, maar dan toch een antwoord: “Ik ben over het algemeen heel rustig. Maar ik kan ook nerveus zijn voor een grote wedstrijd. Het is zo belangrijk voor de ruiters, ze doen er alles voor, daar kan ik nerveus voor zijn, een gezonde wedstrijdspanning zullen we maar zeggen. Ik kijk dan ook altijd met spanning naar de eerste uitslagen. Het is ontzettend fijn als na een paar ruiters blijkt dat we op één lijn zitten. Verder ben ik niet zo extreem. Ik vind het fijn dat de paardensport zo all round is. Bij zwemmen bijvoorbeeld, het is leuk als je dat goed kan, gaat het alleen om zo hard mogelijk heen en weer te zwemmen. Bij de paardensport is dat heel anders. Ik heb eigenlijk alles gedaan. Hard op het strand rijden vind ik geweldig. Minstens zo leuk als een piaffe. Jacht rijden vind ik ook leuk en in mijn diensttijd heb ik in de Koninklijke Stallen mogen werken, dat vond ik ook heel leuk. Ook heb ik vierspan gereden, schitterend. Alleen dressuur rijden is eigenlijk heel saai”
Het welzijn van onze belangrijkste partner voorop
Net als iedereen mag ook Eddy het gesprek zelf afsluiten. Hij heeft zich goed voorbereid en onze eerdere interviews gelezen: “Over deze vraag heb ik nagedacht. Ik wil graag het belang van het welzijn van onze belangrijkste partner in deze sport, het paard dus, benadrukken. Dat is simpel gezegd, maar er zijn nog te veel mensen die tegen alles met dieren zijn. En er gebeuren ook veel vervelende dingen, zelfs dierenmishandeling. Daarom is het ontzettend belangrijk om onze sport met zijn allen naar buiten zo goed mogelijk te presenteren. We moeten uitdragen hoe belangrijk een goede verzorging voor onze paarden is, dat we door deze verzorging en goede training, atleten van ze maken. Veel buitenstaanders vinden onze sport zielig, ze snappen niet wat wij allemaal voor en met onze dieren doen. Als iemand echt tegen rijden is, ja, dan verliezen we de discussie, maar daarbuiten moeten we blijven uitdragen hoe goed wij onze paarden verzorgen. We moeten met z'n allen de tijd nemen om onze sport uit te leggen aan de dierenbescherming, journalisten enz.
Verder wil ik nog zeggen dat ik graag in Rotterdam kom. Ik vind het bijzonder dat in Nederland meerdere concoursen vlakbij elkaar liggen, maar toch zo hun eigen sfeer hebben. Rotterdam is voor mij ook bijzonder, omdat ik daar mijn eerste internationale concours reed, die gedachte aan vroeger, dat vergeet ik nooit. Tenslotte, vroeger mocht je jureren tot je 70e jaar. Nu mogen we oneindig doorgaan, we hoeven alleen ieder jaar een online examen te doen. Ik denk hier vaak over na. Een keer moet ik stoppen, om de nieuwe generatie een kans te geven”.
Ongeveer 45 jaar geleden kwam hij voor de eerste keer op het CHIO als bezoeker. Hij was toen instructeur bij RV De Slotruiters in Abcoude. Eddy: “Ik vergeet die tijd nooit. Hippisch journalist Claartje van Andel was toen lid van die vereniging en zij vertelt nog steeds dat ze het zo leuk vond om als klein meisje met mij naar het CHIO Rotterdam te mogen. In 1980 reed ik voor de eerste keer in Rotterdam, met de hengst Monarch in de lichte tour. Monarch was een volle broer van de hengst Legaat. Juryleden waren dat jaar o.a. Jaap Pot, Wilmer Hansen, Dietmar Specht, Joke Hall en Jan Nijland. Stephen Clarke, David Hunt, Linda Zhang en Annette Fransèn, latere collega juryleden, startten toen ook als ruiter. Ik denk dat ik 20 jaar later, rond het jaar 2000, voor de eerste keer in Rotterdam jureerde.
Het moment dat ik voor de eerste keer mocht starten, zal ik nooit vergeten. Het was tevens mijn eerste internationale wedstrijd en ik moest als tweede na de pauze starten. Er waren geen starttijden en de ruiter voor mij was er niet. Maar dat wist ik niet. Ik net had bedacht dat ik wat korter los zou rijden dan normaal. De proeven waren toen nog langer. Toen ik net aan het losrijden was, werd mijn naam al een paar keer omgeroepen. Ik was aan de beurt. Dus, bandages af, hoedje op en in galop naar de ring. Ik had geen tijd om nerveus te worden. Het resultaat was niet eens zo slecht, ik eindigde in de middenmoot, zoals alle Nederlanders. Alle Duitsers stonden boven ons. Als jurylid kan ik niet echt een speciaal moment in Rotterdam noemen. Ik ben dan serieus aan het werk en heb daar geen emoties bij, als jurylid word je altijd blij van een topcombinatie in de ring”
We zeiden het al in de inleiding. Eddy is een druk bezet man en verblijft een groot gedeelte van het jaar in het buitenland en op grote concoursen in Nederland. Hoe beleeft hij deze Corona tijd ? Hij moet lachen. “Nu heel spannend. Ik heb veel in mijn agenda staan en het is de vraag welke concoursen door mogen gaan. Maar ook welke ik in kan gaan plannen in verband met de Corona regels. We moeten nu vooraf getest worden en ook voor de terugreis moeten we een PCR test ondergaan en bij thuiskomst tien dagen in quarantaine. Officieel zou ik in Gothenburg de WorldCup jureren en het weekend ervoor een concours in Finland. Als die wedstrijden beiden doorgaan, moet ik Finland dus helaas annuleren. Verder heb ik me nog geen moment verveeld. Als ik wakker word, loop ik naar de bakker, ik ontbijt graag uitgebreid, ik ga graag eten bij vrienden (ik ben alleen dus dat mag nog steeds!), ben dol op tweedehands marktjes, rij nog steeds paard, fiets graag, geef les en begeleid een Roemeense dame die in Nederland woont. Ook haar paard rij ik regelmatig”.
Een 10 geven is een hoogtepunt
We vragen Eddy naar de hoogtepunten in zijn paardenleven: “Als ruiter, toen ik met de al eerder genoemde Monarch Nederlands kampioen werd in 1981 in de Lichte Tour. Als jurylid, ik zou bijna zeggen natuurlijk, toen ik mocht jureren op de laatste Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Er zijn geen combinaties die ik speciaal wil noemen. Ik vind alle goede combinaties goed en daar zit voor mij weinig verschil tussen. De onderdelen maken het verschil en dat verschilt dan ook nog weer per concours. De proef van Valegro was in Rio bijvoorbeeld geweldig. En de pirouettes van Totilas waren bijna altijd fantastisch. Ik punt per onderdeel en ga daar echt in op. Als ik een tien voor een onderdeel kan geven is dat voor mij een hoogtepunt in een rubriek en niet een bepaalde combinatie”.
Hij heeft gejureerd over de hele wereld, heeft Eddy nog dromen ? “Gezien mijn leeftijd mag ik geen Olympische Spelen meer jureren, maar ik heb nog wel plaatsen in de wereld waar ik graag heen zou willen. Niet speciaal omdat er een groot concours is, maar om de plaats. Komende zomer heb ik bijvoorbeeld Windsor in mijn agenda staan en daar zie ik naar uit, daar ben ik nog nooit geweest. Wat ik heel jammer vind, is dat door Corona de wereldbekerfinale in Las Vegas vorig jaar afgelast werd, daar had ik ook mogen jureren en was ik ook nog nooit geweest”.
De jeugd momenteel erg goed
Het EK dressuur voor de jeugd in Hongarije was één van de weinige kampioenschappen die doorging vorig jaar. Ons land was niet alleen met ruiters goed vertegenwoordigd, Eddy was ook uitgenodigd, hij mocht plaatsnemen in de juryhokjes. Heeft hij nog combinaties gezien waarvan hij verwacht dat we ze terug gaan zien in het Kralingse bos ? Zonder twijfel het meest enthousiaste antwoord van dit top jurylid: “Misschien is dit een slap antwoord, maar ik denk bijna allemaal ! De ruiters die in de jeugdtop rijden, rijden momenteel niet een beetje goed, maar heel erg goed ! Er wordt veel geïnvesteerd in kennis en paarden in Nederland en dat betaalt zich duidelijk uit, het niveau is zooooo hoog! Voorheen heb ik regelmatig gedacht ik trek een paard uit de stal en win van ze, maar dit jaar zeker niet”.
We kennen Eddy als een rustig, keurig heerschap. Zijn er nog dingen leuk om te weten die we misschien wel niet verwachten ? Het blijft lang stil, maar dan toch een antwoord: “Ik ben over het algemeen heel rustig. Maar ik kan ook nerveus zijn voor een grote wedstrijd. Het is zo belangrijk voor de ruiters, ze doen er alles voor, daar kan ik nerveus voor zijn, een gezonde wedstrijdspanning zullen we maar zeggen. Ik kijk dan ook altijd met spanning naar de eerste uitslagen. Het is ontzettend fijn als na een paar ruiters blijkt dat we op één lijn zitten. Verder ben ik niet zo extreem. Ik vind het fijn dat de paardensport zo all round is. Bij zwemmen bijvoorbeeld, het is leuk als je dat goed kan, gaat het alleen om zo hard mogelijk heen en weer te zwemmen. Bij de paardensport is dat heel anders. Ik heb eigenlijk alles gedaan. Hard op het strand rijden vind ik geweldig. Minstens zo leuk als een piaffe. Jacht rijden vind ik ook leuk en in mijn diensttijd heb ik in de Koninklijke Stallen mogen werken, dat vond ik ook heel leuk. Ook heb ik vierspan gereden, schitterend. Alleen dressuur rijden is eigenlijk heel saai”
Het welzijn van onze belangrijkste partner voorop
Net als iedereen mag ook Eddy het gesprek zelf afsluiten. Hij heeft zich goed voorbereid en onze eerdere interviews gelezen: “Over deze vraag heb ik nagedacht. Ik wil graag het belang van het welzijn van onze belangrijkste partner in deze sport, het paard dus, benadrukken. Dat is simpel gezegd, maar er zijn nog te veel mensen die tegen alles met dieren zijn. En er gebeuren ook veel vervelende dingen, zelfs dierenmishandeling. Daarom is het ontzettend belangrijk om onze sport met zijn allen naar buiten zo goed mogelijk te presenteren. We moeten uitdragen hoe belangrijk een goede verzorging voor onze paarden is, dat we door deze verzorging en goede training, atleten van ze maken. Veel buitenstaanders vinden onze sport zielig, ze snappen niet wat wij allemaal voor en met onze dieren doen. Als iemand echt tegen rijden is, ja, dan verliezen we de discussie, maar daarbuiten moeten we blijven uitdragen hoe goed wij onze paarden verzorgen. We moeten met z'n allen de tijd nemen om onze sport uit te leggen aan de dierenbescherming, journalisten enz.
Verder wil ik nog zeggen dat ik graag in Rotterdam kom. Ik vind het bijzonder dat in Nederland meerdere concoursen vlakbij elkaar liggen, maar toch zo hun eigen sfeer hebben. Rotterdam is voor mij ook bijzonder, omdat ik daar mijn eerste internationale concours reed, die gedachte aan vroeger, dat vergeet ik nooit. Tenslotte, vroeger mocht je jureren tot je 70e jaar. Nu mogen we oneindig doorgaan, we hoeven alleen ieder jaar een online examen te doen. Ik denk hier vaak over na. Een keer moet ik stoppen, om de nieuwe generatie een kans te geven”.