Als we Anne spreken zit ze in de auto naar huis na een training bij Sjef Janssen. We hebben haar lang niet gesproken, maar we horen binnen één minuut dat ze niets is veranderd. Nog even vrolijk, druk, gezellig en enthousiast. Dressuurwedstrijdorganisaties wees gewaarschuwd, de rust is voorbij, Anne komt er weer aan. Anne: “Het gaat goed met mij. Ik ben blij dat ik terug ben in de ring, hier doe ik het voor. Na MDH Avanti heb ik geluk dat ik zo snel weer zo’n goed paard heb. En niet alleen Issey (GLOCK’s Johnson x Rubinstein I), ook Guardian (Bodyguard Moorland x Trento B) komt eraan. Al is de laatste een heel ander paard. Ik heb hem nog nooit op wedstrijd gereden en weet nog niet hoe hij het op vreemd terrein doet. Ik heb dus heel veel getraind; bloed, zweet en tranen, maar het valt goed uit en het is me het allemaal waard. Zulke goede paarden onder mijn kont, trainen bij Sjef, het is allemaal zooooo gaaf. Het hele traject, het opleiden, de spanning waar het gaat eindigen, geweldig vind ik dat.

Ik hoop dan ook heel erg dat ik er weer bij kan zijn in Rotterdam, daar doe ik mijn uiterste best voor, al komt het eigenlijk iets te vroeg. Mijn internationale debuut is ook al gepland”. Wat een enthousiasme, we moeten lachen, zoals we al zeiden, Anne is niets veranderd.

Issey en Guardian

Issey, de naam is al gevallen, een paard van Anky en Sjef. We vragen Anne iets meer over hem te vertellen. Anne: “Issey is een stoere, bruine ruin van negen jaar. Ik rij hem nu bijna anderhalf jaar en hij is geweldig. Hij heeft drie extreem goede gangen, heel veel kwaliteit in piaffe en passage en een oersterk achterbeen. Hij wil het ook echt voor me doen. Misschien komt dat laatste, omdat het een nakomeling van Johnson is, die hebben bijna allemaal dat goede karakter. Naast Issey heb ik dus ook Guardian te rijden, die ook van Anky en Sjef is. Ook hem hoop ik dit jaar Grand Prix te starten. Thuis heb ik vooral jonge paarden, waaronder een hele goede vierjarige. Verder rij ik ook diverse paarden voor de handel. De komende tijd wil ik vooral kilometers maken met Issey. Ik heb grote verwachtingen van hem, het zit er zeker in en ik doe onwijs mijn best om dat er zo goed mogelijk uit te krijgen.

Mijn toekomst zie ik dus nog steeds in de paarden, ik hoop net als met Avanti weer in het team te komen. De keren dat ik in het team mocht rijden, waren tot nu toe echt de hoogtepunten in mijn carrière. Helaas heb ik door Corona de Olympische Spelen gemist, als die niet een jaar verzet waren, had het voor mij heel anders kunnen lopen. Echter nu heb ik Parijs in mijn hoofd ……..

Zes teammedailles

De eerste keer dat ik voor de senioren in het team reed, behaalden we meteen een zilveren medaille. Dat was op het EK 2019 in Rotterdam. En mijn eerste EK bij de senioren en in Nederland en een zilveren team medaille, dat was een droom. Ik heb trouwens alle EK’s die ik gereden heb tot nu toe een medaille mee naar huis genomen, acht stuks tot nu toe”. Anne schatert het uit: “Voordat ik voor de eerste keer op het CHIO mocht rijden, was ik nog nooit in Rotterdam geweest, buiten de hekken van het concours kende ik niets. Als ik de naam Rotterdam hoor, vind ik dat leuk, maar dat komt alleen maar door jullie concours. Al vanaf mijn jeugd heb ik mogen starten, vaak belangrijke wedstrijden, laatste observaties. In het begin reed ik vooral in de bijring, maar later ook in de hoofdring, de ring waar mijn idolen Edward Gal en Hans Peter Minderhout reden. In je hoofd komt het dan steeds dichterbij, je wilt daar ook op dat niveau rijden. Geweldig dat het zover ook echt is gekomen”.

Carrière switch

Zoals bekend lest Anne bij Sjef Janssen, partner van Anky van Grunsven. Anky heeft na haar indrukwekkende dressuurcarrière een tweede discipline eigen gemaakt, de reining. We vragen ons af wat Anne zou kiezen als ze iets anders wil doen in de paardensport. De goedlachse Brabantse twijfelt geen moment: “Dan zou ik willen springen! Dat ik heb ik vroeger ook altijd gedaan en daar was ik eigenlijk beter in dan in dressuur. Ik heb met mijn pony tot en met het Z gereden en leste bij Maikel van der Vleuten. Toen mijn springpony geblesseerd raakte, kregen wij Basalt op stal, van Michelle van Lanen. Natuurlijk raakte ik daar snel aan gehecht en die mocht niet meer weg, zo werd ik dressuuramazone.

Penny meisje

Over Anky gesproken. Veel ponymeisjes van nu zijn fan van ruiters die heel actief zijn op sociale media. Ik vind dat vreemd, je volgt toch iemand om zijn of haar rijkunsten? Iedereen mag de sport promoten, maar boegbeelden van onze sport dat moeten topruiters zijn, die weten waar ze over praten. Dit is ook nog eens goed voor het imago van de paardensport. Paarden die internationaal op concours gaan, hebben het beste leven wat er is en dat moeten we meer laten zien op sociale media. Weinig mensen kunnen er namelijk op stal komen en hebben geen idee wat zich daar allemaal afspeelt. Ook vind ik het vreemd dat veel jonge ruiters amper zelf iets aan de verzorging van hun paard doen. Ik vind het belangrijk dat je paarden je maatjes zijn, dat je een band met ze opbouwt. Als je hoger op wilt in de sport, is dat echt nodig om samen die topprestatie te leveren. Ik vind mezelf nog steeds een 'Pennymeisje'. Bijvoorbeeld de dag voor een wedstrijd was ik mijn paarden zelf en maak ik mijn spullen zelf schoon. Dan gebeurt het goed en werk ik aan de band met mijn dieren. Mijn ervaring is dat hoe beter die band is, hoe liever ze het in de ring voor je willen doen. Ook nu mijn toppaarden niet bij mij thuis op stal staan verandert hier niets aan. Ik ben gewoon lang bij Sjef en Anky. Ik zie dat steeds minder vaak, het lijkt alleen maar om het rijden te gaan”.

Aldus Penny meisje Anne Meulendijks. Zoals gezegd, niets veranderd, maar we merken toch dat hoe ouder hoe wijzer, ook bij haar van toepassing is. Wijze taal Anne, iets om over na te denken, zowel voor jong als oud. Heel leuk om je weer gesproken te hebben. Veel succes en plezier de komende weken en heel graag tot op het CHIO Rotterdam 2022.

bron: CHIO.nl