Dit jaar gaan de Olympische Spelen helaas niet door. De wereldwijde Coronacrisis zorgde ervoor dat de Olympische Spelen naar volgend jaar verplaatst werden. Dit betekent dat Nick Skelton en Big Star zich nog een jaar langer de Olympische kampioenen mogen noemen. Maar hoe bereikte Big Star het hoogste niveau? Een portret!
Big Star werd geboren in 2003 en werd ingeschreven in het KWPN stamboek. De zoon van Quick Star komt uit de fokkerij van de Nederlander Cees T. Klaver. Egbert Schep kocht de hengst op 3-jarige leeftijd waarna hij hem aan één van de sponsors van Nick Skelton, Gary en Beverley Widdowson verkocht.
De hengst ging op 7-jarige leeftijd van start op het hoogste niveau. In het jaar dat daarop) volgde, nam de hengst deel aan verschillende Grand Prix in Wellington. In 2012 won hij de Grand Prix van Hamburg. In 2012 maakte Skelton en Big Star al deel uit van het Britse team dat tijdens de Olympische Spelen van Londen de teamcompetitie won. In de individuele rubriek tikte hij echter één balk uit de lepels waardoor Skelton en Big Star vrede moesten nemen met de vijfde plaats. Big Star was dat jaar het jongste paard dat aan de Spelen deelnam.
In 2013 won de hengst de Nations Cup van Dublin, de Grand Prix van Rome en de CSIO5* van Aken. In augustus van dat jaar sloeg het noodlot echter toe; Big Star blesseerde zich tijdens de landenwedstrijd van Dublin en heeft dat jaar geen enkele competitie meer gesprongen. In 2014 kwam Big Star weer aan de start onder het zadel van Skelton. De Brit nam met de hengst deel aan de FEI World Equestrian Games van 2014 maar in juli bezeerde Big Star opnieuw zijn been. Hij verdween daarop weer van het internationale toneel tot hij in 2015 opnieuw zijn opwachting maakte in de lagere rubrieken. Hij sprong toen onder andere in Vilamoura en Wellington nadat hij drie maanden niet aan wedstrijden had deelgenomen.
Big Star keerde in 2016 terug naar Wellington. In mei sprong hij twee foutloze rondes in de CSIO van La Baule maar Skelton besloot om de finale niet te rijden om zijn paard te sparen voor de Olympische Spelen. De rest is geschiedenis...
Bron: FEI, Equnews
Big Star werd geboren in 2003 en werd ingeschreven in het KWPN stamboek. De zoon van Quick Star komt uit de fokkerij van de Nederlander Cees T. Klaver. Egbert Schep kocht de hengst op 3-jarige leeftijd waarna hij hem aan één van de sponsors van Nick Skelton, Gary en Beverley Widdowson verkocht.
De hengst ging op 7-jarige leeftijd van start op het hoogste niveau. In het jaar dat daarop) volgde, nam de hengst deel aan verschillende Grand Prix in Wellington. In 2012 won hij de Grand Prix van Hamburg. In 2012 maakte Skelton en Big Star al deel uit van het Britse team dat tijdens de Olympische Spelen van Londen de teamcompetitie won. In de individuele rubriek tikte hij echter één balk uit de lepels waardoor Skelton en Big Star vrede moesten nemen met de vijfde plaats. Big Star was dat jaar het jongste paard dat aan de Spelen deelnam.
In 2013 won de hengst de Nations Cup van Dublin, de Grand Prix van Rome en de CSIO5* van Aken. In augustus van dat jaar sloeg het noodlot echter toe; Big Star blesseerde zich tijdens de landenwedstrijd van Dublin en heeft dat jaar geen enkele competitie meer gesprongen. In 2014 kwam Big Star weer aan de start onder het zadel van Skelton. De Brit nam met de hengst deel aan de FEI World Equestrian Games van 2014 maar in juli bezeerde Big Star opnieuw zijn been. Hij verdween daarop weer van het internationale toneel tot hij in 2015 opnieuw zijn opwachting maakte in de lagere rubrieken. Hij sprong toen onder andere in Vilamoura en Wellington nadat hij drie maanden niet aan wedstrijden had deelgenomen.
Big Star keerde in 2016 terug naar Wellington. In mei sprong hij twee foutloze rondes in de CSIO van La Baule maar Skelton besloot om de finale niet te rijden om zijn paard te sparen voor de Olympische Spelen. De rest is geschiedenis...
Bron: FEI, Equnews