Philippe Lejeune, Belg en voormalig wereldkampioen, maakt dezer dagen vooral furore als trainer van het Marokkaanse team. Hij zorgde ervoor dat de Marokkanen voor de eerste keer in hun geschiedenis mogen aantreden bij de Olympische Spelen van Tokio. "Ik ben blij dat ik dit met het team heb kunnen bereiken", vertelt hij.
"Een goede voorbereiden naar de Spelen toe is enorm belangrijk. De paarden moeten goed opgevolgd worden, hun gezondheid moet in de gaten worden gehouden en het opstellen van een goed plan mag ook niet uit het oog worden verloren", gaat hij van start. "Ik heb 45 jaar ervaring dus ik denk dat ik hen hiermee wel goed kan helpen", lacht hij. "Ik denk dat mijn taak er dan ook voornamelijk in bestaat ervoor te zorgen dat de Marokkanen zo goed mogelijk voorbereid aan de start van de Spelen komen. Niet enkel ik, ook Abdelkebir heeft al de nodige ervaring. Over hem maak ik mij dan ook niet te veel zorgen. Bovendien heeft hij een super paard: Istanbul. De drie andere leden van het team missen nog wat ervaring op het hoogste niveau; Ze hebben voornamelijk ervaring op CSI2* en CSI3* niveau, nog niet op 5-sterwedstrijden. Toch heb ik er vertrouwen in: het zijn stuk voor stuk goede ruiters. Ze weten ook allemaal dat ik er ben om hen te helpen, niet om hen in vraag te stellen. Als ik kritiek geef, is het constructieve kritiek".
"Ik probeer de leden van het team ook te leren om zoveel mogelijk afwisseling in hun trainingen te brengen. Ik woon bijvoorbeeld zelf aan de Belgische kust en ik houd ervan om regelmatig met mijn paarden aan zee te gaan wandelen. Hierdoor krijgen de paarden de kans om hun hoofd leeg te maken. Dat kan de moraal enkel maar ten goede komen. Een moe of verveeld paard, zal nooit zo goed springen als een paard dat gelukkig en in topconditie is", besluit hij.
"Een goede voorbereiden naar de Spelen toe is enorm belangrijk. De paarden moeten goed opgevolgd worden, hun gezondheid moet in de gaten worden gehouden en het opstellen van een goed plan mag ook niet uit het oog worden verloren", gaat hij van start. "Ik heb 45 jaar ervaring dus ik denk dat ik hen hiermee wel goed kan helpen", lacht hij. "Ik denk dat mijn taak er dan ook voornamelijk in bestaat ervoor te zorgen dat de Marokkanen zo goed mogelijk voorbereid aan de start van de Spelen komen. Niet enkel ik, ook Abdelkebir heeft al de nodige ervaring. Over hem maak ik mij dan ook niet te veel zorgen. Bovendien heeft hij een super paard: Istanbul. De drie andere leden van het team missen nog wat ervaring op het hoogste niveau; Ze hebben voornamelijk ervaring op CSI2* en CSI3* niveau, nog niet op 5-sterwedstrijden. Toch heb ik er vertrouwen in: het zijn stuk voor stuk goede ruiters. Ze weten ook allemaal dat ik er ben om hen te helpen, niet om hen in vraag te stellen. Als ik kritiek geef, is het constructieve kritiek".
"Ik probeer de leden van het team ook te leren om zoveel mogelijk afwisseling in hun trainingen te brengen. Ik woon bijvoorbeeld zelf aan de Belgische kust en ik houd ervan om regelmatig met mijn paarden aan zee te gaan wandelen. Hierdoor krijgen de paarden de kans om hun hoofd leeg te maken. Dat kan de moraal enkel maar ten goede komen. Een moe of verveeld paard, zal nooit zo goed springen als een paard dat gelukkig en in topconditie is", besluit hij.