Skip to content

Copyright

Maikel Van der Vleuten: "Ik wilde vroeger al in de top meedraaien"

Elke maand vertelt een olympisch kaderlid ons over zijn fascinatie voor wedstrijden rijden, de eerste schreden op het wedstrijdpad, de mooiste herinneringen. En er zijn ook tips! In de derde aflevering steken we ons licht op bij springcrack en EK-teamlid Maikel van der Vleuten.

Gefeliciteerd Maikel, je bent er wederom bij op een kampioenschap, deze keer op het EK in eigen land. Hoe doe je dat toch, weer met een nieuw paard?

‘Dank je wel! Bij de Senioren is het mijn vierde EK en dit wordt mijn achtste kampioenschap. Kampioenschappen blijven mooi om te rijden en in eigen land heeft dat zeker iets. Dat gebeurt niet zo vaak en daar wil ik graag bij zijn. Het geeft extra sfeer en we hebben met twee ervaren en twee nieuwere combinaties ook een fijn team. Ik ben benieuwd hoe het er straks allemaal uitziet in Rotterdam. Het wordt vast een mooi kampioenschap! Ik heb lang met Verdi gereden, maar het is wel mooi dat het met Dana Blue ook weer is gelukt. Ik ben met haar als vijfjarige begonnen en heb haar zelf klaargemaakt. Vorig jaar reed ik Verdi voor het eerste jaar niet meer op kampioenschappen. Mijn andere paarden waren nog in ontwikkeling. Onze bondscoach Rob Ehrens zei ook dat ik alles nog wat meer moest bevestigen. Ik kon daar goed mee leven. Zo zit ik ook in elkaar. Ik ben er graag bij op een kampioenschap, maar ik wil ook een goed resultaat neer kunnen zetten.’

Wat vind je zo gaaf aan wedstrijden rijden?

Maikel: ‘Ik doe het heel graag. Ik vind onze sport heel mooi. Bij ons is het weinig voorspelbaar omdat we veel topcombinaties hebben. In de Global Champions Tour en de vijfsterrenwedstrijden hebben we zo vijftien ruiters die kunnen winnen. Voor mij is dat iedere keer weer een uitdaging. Topsport is mooi maar talentvolle jonge paarden netjes klaarmaken geeft me ook veel voldoening. Als ze klaar zijn voor het niveau met mij, zoals Verdi en Dana Blue, dan heb ik mijn werk goed gedaan. De sport doe ik in mijn hart het liefst. Die vind ik zo mooi. Ik wilde vroeger altijd al in de top meedraaien. Ik ben tussen de paarden opgegroeid maar ik heb er ook hard voor gewerkt. Ik ben aan de top gekomen en dat is mooi. Als je er bent, is het zaak dat vast te houden. Dat is eigenlijk het moeilijkste stuk. Optimaal management is dan cruciaal. Mijn voordeel is de hechte samenwerking met mijn vader en zijn oog voor goede jonge paarden. We hebben succes met paarden die we op jonge leeftijd hebben gekocht. Mijn hart ligt bij de sport. Tegelijkertijd is het met een eigen bedrijf soms best lastig om de balans te vinden. Als je een keer een goed jong paard hebt, komt er altijd vraag. De sport doe je het liefste maar je moet ook verkopen en dus keuzes maken. We hebben een fijne samenwerking met Marta Ortega, waardoor we paarden makkelijker kunnen aanhouden. Dat is ook belangrijk, om zulke mensen naast je te hebben.’

Hoe begon het voor jou?

‘Dat was spelenderwijs. Ik ben tussen de paarden opgegroeid en dat biedt wat paardrijden betreft meteen al mogelijkheden aan huis. Vroeger ging mijn moeder overal mee naartoe. Ze was heel fanatiek. Twee keer in de week had ik les op Manege Heijligers en daarna ging ik met de ponyclub op wedstrijd. Ik heb dat altijd heel graag gedaan, in het begin en nu nog. En dat staat voorop, dat je iedere dag met plezier naar stal gaat. Tot mijn tien jaar heb ik ook nog gevoetbald, maar met school erbij en serieus ponyrijden werd dat te veel. Op een gegeven moment heb ik de keuze gemaakt en dat was geen moeilijke keuze. Op mijn twaalfde jaar reed ik internationaal bij de pony’s en dan wordt het al snel aardig professioneel. In die tijd ging mijn vader me ook meer helpen. Bij de pony’s en de jeugd heb ik totaal ook acht EK’s gereden, allemaal met paarden die we jongs af aan hadden.’

Wat zou je nu anders doen?

‘Nee, ik kan geen dingen bedenken. Ik heb nergens spijt van. Ik mag ook niet klagen hoe het is gegaan. De samenwerking met mijn vader heeft altijd goed gewerkt. Ik ben nooit bij iemand anders gaan trainen maar ik ben wel altijd naar goede ruiters blijven kijken.’

Wat is je gaafste herinnering?

‘Dat is een lastige! Ik denk toch wel de grote kampioenschappen. Het olympisch zilver in Londen in 2012. Ik was toen nog vrij jong en Verdi ook. De finale van de Global Champions League vorig jaar in Praag staat me ook bij. Het zijn momenten waar je als combinatie echt naartoe hebt gewerkt. Als eruit komt wat van je wordt gevraagd en waarvan je weet dat het erin zit, dan is dat het mooiste.’

Welke tips heb je voor wedstrijddebutanten in het algemeen?

‘De belangrijkste is veel blijven kijken naar andere, goede ruiters en dat proberen te plaatsen in je eigen systeem. Iemand kopiëren heeft geen zin. Probeer erbij te bedenken wat bij je past. Ik had het geluk dat ik de juiste mensen om me heen had, met veel ervaring. Ik heb ook altijd hard gewerkt. Als je het heel graag doet en geen ouders hebt in de sport, is het belangrijk dat je aansluiting bij dat soort mensen. Die kunnen je helpen om verder te komen in de sport.’

Bron: KNHS

Gefeliciteerd Maikel, je bent er wederom bij op een kampioenschap, deze keer op het EK in eigen land. Hoe doe je dat toch, weer met een nieuw paard?

‘Dank je wel! Bij de Senioren is het mijn vierde EK en dit wordt mijn achtste kampioenschap. Kampioenschappen blijven mooi om te rijden en in eigen land heeft dat zeker iets. Dat gebeurt niet zo vaak en daar wil ik graag bij zijn. Het geeft extra sfeer en we hebben met twee ervaren en twee nieuwere combinaties ook een fijn team. Ik ben benieuwd hoe het er straks allemaal uitziet in Rotterdam. Het wordt vast een mooi kampioenschap! Ik heb lang met Verdi gereden, maar het is wel mooi dat het met Dana Blue ook weer is gelukt. Ik ben met haar als vijfjarige begonnen en heb haar zelf klaargemaakt. Vorig jaar reed ik Verdi voor het eerste jaar niet meer op kampioenschappen. Mijn andere paarden waren nog in ontwikkeling. Onze bondscoach Rob Ehrens zei ook dat ik alles nog wat meer moest bevestigen. Ik kon daar goed mee leven. Zo zit ik ook in elkaar. Ik ben er graag bij op een kampioenschap, maar ik wil ook een goed resultaat neer kunnen zetten.’

Wat vind je zo gaaf aan wedstrijden rijden?

Maikel: ‘Ik doe het heel graag. Ik vind onze sport heel mooi. Bij ons is het weinig voorspelbaar omdat we veel topcombinaties hebben. In de Global Champions Tour en de vijfsterrenwedstrijden hebben we zo vijftien ruiters die kunnen winnen. Voor mij is dat iedere keer weer een uitdaging. Topsport is mooi maar talentvolle jonge paarden netjes klaarmaken geeft me ook veel voldoening. Als ze klaar zijn voor het niveau met mij, zoals Verdi en Dana Blue, dan heb ik mijn werk goed gedaan. De sport doe ik in mijn hart het liefst. Die vind ik zo mooi. Ik wilde vroeger altijd al in de top meedraaien. Ik ben tussen de paarden opgegroeid maar ik heb er ook hard voor gewerkt. Ik ben aan de top gekomen en dat is mooi. Als je er bent, is het zaak dat vast te houden. Dat is eigenlijk het moeilijkste stuk. Optimaal management is dan cruciaal. Mijn voordeel is de hechte samenwerking met mijn vader en zijn oog voor goede jonge paarden. We hebben succes met paarden die we op jonge leeftijd hebben gekocht. Mijn hart ligt bij de sport. Tegelijkertijd is het met een eigen bedrijf soms best lastig om de balans te vinden. Als je een keer een goed jong paard hebt, komt er altijd vraag. De sport doe je het liefste maar je moet ook verkopen en dus keuzes maken. We hebben een fijne samenwerking met Marta Ortega, waardoor we paarden makkelijker kunnen aanhouden. Dat is ook belangrijk, om zulke mensen naast je te hebben.’

Hoe begon het voor jou?

‘Dat was spelenderwijs. Ik ben tussen de paarden opgegroeid en dat biedt wat paardrijden betreft meteen al mogelijkheden aan huis. Vroeger ging mijn moeder overal mee naartoe. Ze was heel fanatiek. Twee keer in de week had ik les op Manege Heijligers en daarna ging ik met de ponyclub op wedstrijd. Ik heb dat altijd heel graag gedaan, in het begin en nu nog. En dat staat voorop, dat je iedere dag met plezier naar stal gaat. Tot mijn tien jaar heb ik ook nog gevoetbald, maar met school erbij en serieus ponyrijden werd dat te veel. Op een gegeven moment heb ik de keuze gemaakt en dat was geen moeilijke keuze. Op mijn twaalfde jaar reed ik internationaal bij de pony’s en dan wordt het al snel aardig professioneel. In die tijd ging mijn vader me ook meer helpen. Bij de pony’s en de jeugd heb ik totaal ook acht EK’s gereden, allemaal met paarden die we jongs af aan hadden.’

Wat zou je nu anders doen?

‘Nee, ik kan geen dingen bedenken. Ik heb nergens spijt van. Ik mag ook niet klagen hoe het is gegaan. De samenwerking met mijn vader heeft altijd goed gewerkt. Ik ben nooit bij iemand anders gaan trainen maar ik ben wel altijd naar goede ruiters blijven kijken.’

Wat is je gaafste herinnering?

‘Dat is een lastige! Ik denk toch wel de grote kampioenschappen. Het olympisch zilver in Londen in 2012. Ik was toen nog vrij jong en Verdi ook. De finale van de Global Champions League vorig jaar in Praag staat me ook bij. Het zijn momenten waar je als combinatie echt naartoe hebt gewerkt. Als eruit komt wat van je wordt gevraagd en waarvan je weet dat het erin zit, dan is dat het mooiste.’

Welke tips heb je voor wedstrijddebutanten in het algemeen?

‘De belangrijkste is veel blijven kijken naar andere, goede ruiters en dat proberen te plaatsen in je eigen systeem. Iemand kopiëren heeft geen zin. Probeer erbij te bedenken wat bij je past. Ik had het geluk dat ik de juiste mensen om me heen had, met veel ervaring. Ik heb ook altijd hard gewerkt. Als je het heel graag doet en geen ouders hebt in de sport, is het belangrijk dat je aansluiting bij dat soort mensen. Die kunnen je helpen om verder te komen in de sport.’

Bron: KNHS

Vorige Logan Fiechter vooraan in ponyrubriek Samorin Volgende Karl Cook stuurt KWPN-er E'special P.S. naar winst in Del Mar