Dinja's liefde voor paarden werd op zesjarige leeftijd aangewakkerd door haar opa. ‘Na het overlijden van mijn oma had mijn opa niet veel om handen’ vertelt Dinja. ‘Hij nam me als klein meisje mee naar de manege en kocht vervolgens een tienrittenkaart. Elke week bracht hij me naar de lessen en bleef hij kijken. Het was voor hem fijn om weer bezig te zijn. Voor mijn zevende verjaardag kreeg ik zelfs een pony van hem. Die pony heette Flits en omdat mijn opa er altijd bij was, werd hij door iedereen Opa Flits genoemd. Elke les, alle concoursen; altijd ging hij met me mee. Helaas overleed hij 4 jaar geleden, maar hij heeft wel mee mogen maken dat ik ben doorgebroken en grote successen behaalde.’

Liever springen dan dressuur
Terug naar de manege, waar het allemaal begon en waar het ook snel had kunnen stoppen. Dinja vindt de lessen namelijk al snel niet meer leuk. ‘Ik was gek van paarden, maar de manegelessen vond ik eigenlijk hartstikke saai. Het ging voor mij allemaal veel te langzaam. Dressuur vond ik niet eens leuk. Ik wilde springen en actie! Omdat mijn tweede pony niet wilde springen, werd het toch dressuur, waar ik dan wel per se het hoogste niveau wilde halen.’

Geen topsportambitie
Als puber is Dinja het klassieke paardenmeisje: na school was het zo snel mogelijk naar de paarden. Ze rijdt in die tijd op paarden die soms als moeilijk werden ervaren. Of waar mensen te weinig tijd voor hadden of niet op durfden te rijden. Op die leeftijd wist ze ook al dat haar loopbaan in de paardenwereld lag. ‘Ik heb nooit iets anders gewild en had ook geen plan B. Na het behalen van mijn vwo-diploma heb ik nog wel heel kort als secretaresse gewerkt, totdat ik op mijn 21e de kans kreeg om bij Stal Hexagon in Schore te gaan werken. Ik reed daar op betere paarden en haalde een steeds hoger niveau. Ondanks dat, had ik helemaal niet de ambitie of het idee om ooit naar de Olympische Spelen te gaan. Het liefst wilde ik gewoon in de paardenwereld werken, er was geen plan om topsporter te worden.’

Het talent kruipt waar het niet gaan kan. Na jaren van hard werken en het opleiden van jonge paarden, werkt Dinja zich op tot het allerhoogste niveau. Met paarden als Hermès en Haute Couture liet ze zien dat ze niet alleen jonge paarden kon opleiden en ontwikkelen, maar ook op het hoogste niveau kon presteren. En dan ook nog met verschillende paarden. ‘Toen werd voor iedereen wel duidelijk: oké, ze kan dus meer dan we denken. Zelf heb ik altijd het gevoel gehad dat ik het kon, maar dat had niet iedereen door. Ik werd vooral gezien als iemand die met jonge paarden kon presteren. Het maakte me misschien wel nóg gretiger om te laten zien wat ik in huis heb.’

Lees meer via The Dutch Masters