Skip to content

Copyright

Wijziging btw-positie van paardenhandelaren en exploitanten dekhengsten

Met ingang vanaf 2018 wijzigt de btw positie van paardenhandelaren en hengstenhouders. Ook voor exploitanten van dekhengsten brengt Prinsjesdag verandering. Voor de dekgelden rekent u nu nog 6% btw. Volgend jaar gaat het btw-tarief om hoog naar 21%. Wat betekenen deze veranderingen?

Afschaffing landbouwregeling

Door de landbouwregeling voor de heffing van btw is de levering van zelf voortgebrachte landbouwdieren vrijgesteld van btw. Onder de landbouwdieren vallen ook paarden die bestemd zijn voor menselijke consumptie, voor gebruik in de landbouw of voor het fokken (‘landbouwpaarden’). Handelaren in deze paarden kunnen de landbouwregeling evenwel niet toepassen, omdat zij de dieren niet zelf hebben voortgebracht. Op basis van de veehandelsregeling bestaat de mogelijkheid om te handelen alsof de landbouwregeling wél toepassing vindt. Door het vervallen van de landbouwregeling per 1 januari 2018 eindigt per die datum ook de veehandelsregeling. Voor de levering van ‘landbouwpaarden’ bent u met ingang van 2018 btw verschuldigd naar het verlaagd btw-tarief van 6%. Voor niet-landbouwpaarden (springpaarden, dressuurpaarden en dergelijke) bedraagt het btw-tarief dan 21%.

Aftrek van btw

Btw-belaste prestaties geven recht op aftrek van btw op kosten en investeringen. Door het vervallen van de veehandelsregeling ontstaat dus recht op aftrek van btw. Het recht op aftrek geldt niet alleen voor de btw op de aanschaf van de paarden.

Afnemer: van veehandelsverklaring naar btw op de factuur

Koopt een ondernemer met recht op aftrek van btw een paard onder toepassing van de veehandelsregeling? Dan bestaat voor de afnemer op dit moment recht op teruggaaf van btw op basis van de veehandelsverklaring. Met ingang van 2018 mag de handelaar geen veehandelsverklaring meer verstrekken. De afnemer heeft dan ook geen mogelijkheid meer om het veehandelsforfait terug te vragen. Is de veehandelsprijs afgesproken inclusief veehandelsforfait, dan zullen nieuwe afspraken gemaakt moeten worden over de prijs exclusief btw.

Diensten verrichten door exploitanten van dekhengsten

Door het vervallen van de landbouwregeling heeft de landbouwer met ingang van 2018 recht op aftrek van btw. Voor landbouwers vormt de btw dan ook niet langer een kostenpost. De wetgever heeft gedacht dat om deze reden het verlaagd btw-tarief kan komen te vervallen voor bepaalde diensten aan landbouwers. Het gaat hierbij ook om diensten van exploitanten van dekhengsten (dekgelden). Nu is nog goedgekeurd dat deze diensten vallen onder het verlaagd btw-tarief, ook als deze diensten aan anderen dan landbouwers verricht worden. Voor ontvangen dekgelden geldt nu een btw-tarief van 6%. Met het vervallen van het verlaagd btw-tarief zullen deze diensten belast zijn tegen 21% btw.  

Met ingang vanaf 2018 wijzigt de btw positie van paardenhandelaren en hengstenhouders. Ook voor exploitanten van dekhengsten brengt Prinsjesdag verandering. Voor de dekgelden rekent u nu nog 6% btw. Volgend jaar gaat het btw-tarief om hoog naar 21%. Wat betekenen deze veranderingen?

Afschaffing landbouwregeling

Door de landbouwregeling voor de heffing van btw is de levering van zelf voortgebrachte landbouwdieren vrijgesteld van btw. Onder de landbouwdieren vallen ook paarden die bestemd zijn voor menselijke consumptie, voor gebruik in de landbouw of voor het fokken (‘landbouwpaarden’). Handelaren in deze paarden kunnen de landbouwregeling evenwel niet toepassen, omdat zij de dieren niet zelf hebben voortgebracht. Op basis van de veehandelsregeling bestaat de mogelijkheid om te handelen alsof de landbouwregeling wél toepassing vindt. Door het vervallen van de landbouwregeling per 1 januari 2018 eindigt per die datum ook de veehandelsregeling. Voor de levering van ‘landbouwpaarden’ bent u met ingang van 2018 btw verschuldigd naar het verlaagd btw-tarief van 6%. Voor niet-landbouwpaarden (springpaarden, dressuurpaarden en dergelijke) bedraagt het btw-tarief dan 21%.

Aftrek van btw

Btw-belaste prestaties geven recht op aftrek van btw op kosten en investeringen. Door het vervallen van de veehandelsregeling ontstaat dus recht op aftrek van btw. Het recht op aftrek geldt niet alleen voor de btw op de aanschaf van de paarden.

Afnemer: van veehandelsverklaring naar btw op de factuur

Koopt een ondernemer met recht op aftrek van btw een paard onder toepassing van de veehandelsregeling? Dan bestaat voor de afnemer op dit moment recht op teruggaaf van btw op basis van de veehandelsverklaring. Met ingang van 2018 mag de handelaar geen veehandelsverklaring meer verstrekken. De afnemer heeft dan ook geen mogelijkheid meer om het veehandelsforfait terug te vragen. Is de veehandelsprijs afgesproken inclusief veehandelsforfait, dan zullen nieuwe afspraken gemaakt moeten worden over de prijs exclusief btw.

Diensten verrichten door exploitanten van dekhengsten

Door het vervallen van de landbouwregeling heeft de landbouwer met ingang van 2018 recht op aftrek van btw. Voor landbouwers vormt de btw dan ook niet langer een kostenpost. De wetgever heeft gedacht dat om deze reden het verlaagd btw-tarief kan komen te vervallen voor bepaalde diensten aan landbouwers. Het gaat hierbij ook om diensten van exploitanten van dekhengsten (dekgelden). Nu is nog goedgekeurd dat deze diensten vallen onder het verlaagd btw-tarief, ook als deze diensten aan anderen dan landbouwers verricht worden. Voor ontvangen dekgelden geldt nu een btw-tarief van 6%. Met het vervallen van het verlaagd btw-tarief zullen deze diensten belast zijn tegen 21% btw.  
Vorige Thuiskeuring Zuid-Holland: Vier merries ster verklaard Volgende 'Illegale' manege Brunssumerheide mag nog poosje blijven