Recent is in Europa ophef ontstaan over een voor veel paardenhouders en dierenartsen nieuwe aandoening; het Warmblood Fragile Foal Syndroom. Deze erfelijke aandoening is al langer in Amerika bekend. Veulens kunnen te vroeg geboren worden en/of geboren worden met afwijkingen. De belangrijkste afwijkingen bij pasgeboren veulens zijn huidafwijkingen zoals een te elastische huid die gemakkelijk scheurt en wonden die ‘zomaar’ ontstaan en hyperextensie van gewrichten. Doorgaans zijn de veulens niet levensvatbaar. Voor zover bekend wordt de aandoening bepaald door een gen. Als zowel de hengst als de merrie drager zijn bestaat 25 procent kans op een afwijkend veulen, 50 procent zal drager zijn en 25 procent is normaal. Als een van beide ouders drager is wordt geen afwijkend veulen geboren. Een drager, hengst of merrie, is niet ongeschikt voor de fokkerij maar het is verstandig om niet twee dragers met elkaar te kruisen. Qua overerving is het vergelijkbaar met waterhoofd en dwerggroei bij Friezen. Daar wordt inmiddels standaard getest. Dragers kunnen worden ingezet voor de fokkerij, maar kruisen van dragers wordt vermeden. Er is een test beschikbaar om te bepalen of een paard drager is. Sinds kort is deze test, op verzoek van het KWPN, ook in Nederland beschikbaar bij Van Haeringen Laboratorium in Wageningen. De test zal ongeveer 40 euro exclusief btw gaan kosten. Omdat WFFS in Europa nieuw is vindt er nog geen standaard screening plaats in het fokprogramma van Europese warmbloedfokkerijen. Het wordt op de agenda gezet bij de World Breeding Federation for Sport Horses (WBFSH). Het KWPN zal het onderwerp binnenkort met de fokkerijraden bespreken. Fokkers die ongerust zijn kunnen nu al zelf hun merrie laten testen bij Van Haeringen Laboratorium in Wageningen en de hengstenhouder vragen of de hengst getest is. Fokkers die een veulen met WFFS hebben verzoeken we dat te melden bij het KWPN.
Recent is in Europa ophef ontstaan over een voor veel paardenhouders en dierenartsen nieuwe aandoening; het Warmblood Fragile Foal Syndroom. Deze erfelijke aandoening is al langer in Amerika bekend. Veulens kunnen te vroeg geboren worden en/of geboren worden met afwijkingen. De belangrijkste afwijkingen bij pasgeboren veulens zijn huidafwijkingen zoals een te elastische huid die gemakkelijk scheurt en wonden die ‘zomaar’ ontstaan en hyperextensie van gewrichten. Doorgaans zijn de veulens niet levensvatbaar. Voor zover bekend wordt de aandoening bepaald door een gen. Als zowel de hengst als de merrie drager zijn bestaat 25 procent kans op een afwijkend veulen, 50 procent zal drager zijn en 25 procent is normaal. Als een van beide ouders drager is wordt geen afwijkend veulen geboren. Een drager, hengst of merrie, is niet ongeschikt voor de fokkerij maar het is verstandig om niet twee dragers met elkaar te kruisen. Qua overerving is het vergelijkbaar met waterhoofd en dwerggroei bij Friezen. Daar wordt inmiddels standaard getest. Dragers kunnen worden ingezet voor de fokkerij, maar kruisen van dragers wordt vermeden. Er is een test beschikbaar om te bepalen of een paard drager is. Sinds kort is deze test, op verzoek van het KWPN, ook in Nederland beschikbaar bij Van Haeringen Laboratorium in Wageningen. De test zal ongeveer 40 euro exclusief btw gaan kosten. Omdat WFFS in Europa nieuw is vindt er nog geen standaard screening plaats in het fokprogramma van Europese warmbloedfokkerijen. Het wordt op de agenda gezet bij de World Breeding Federation for Sport Horses (WBFSH). Het KWPN zal het onderwerp binnenkort met de fokkerijraden bespreken. Fokkers die ongerust zijn kunnen nu al zelf hun merrie laten testen bij Van Haeringen Laboratorium in Wageningen en de hengstenhouder vragen of de hengst getest is. Fokkers die een veulen met WFFS hebben verzoeken we dat te melden bij het KWPN.