Elk jaar doen drie- tot vierhonderd ruiters en amazones met hun paarden en pony’s mee aan het evenement. „Ze komen uit het hele land. Want we hebben hier een fantastisch mooi terrein, midden in de natuur. Met een prachtige cross door het bos, over de velden en met mooie hindernissen. Ook het publiek geniet altijd volop. Je bent lekker buiten in de natuur.”

Streep door event

Staatsbosbeheer zet een dikke streep door de hippische traditie van 70 jaar oud. „Bizar. Echt van de gekke”, vindt Willen Stel (69) van de Pasruiters.

Waarom? „Dat is een goede vraag. We maken niets kapot, integreren de hindernissen in de natuur, ruimen alles weer op. Er galopperen alleen wat paarden en er lopen wat mensen door het gebied. Eén weekend per jaar! Een paar weken later zie je er niets meer van. En we betalen Staatsbosbeheer zelfs per deelnemer een flink bedrag.”

Gigantisch veel werk om weer opnieuw te beginnen

De Pasruiters zitten met de handen in het haar. Want waar moet hun jaarlijks hoogtepunt dan verreden worden? De Needse Berg? „Dan moeten we toestemming vragen van allerlei grondeigenaren. En het is zo gigantisch veel werk om weer helemaal van nul alles te moeten opbouwen. Zeker omdat het al lastig is vrijwilligers te krijgen. Hier liggen de draaiboeken klaar. Weet iedereen wat ie moet doen.”

Gesprekken met Staatsbosbeheer hebben tot nu toe niets opgeleverd. De Pasruiters hebben nu hun hoop gevestigd op de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS).