In Nederland is de afgelopen weken ongerustheid ontstaan over een nieuwe huidaandoening bij paarden die weidegang krijgen of vers gras eten. Bij meerdere dieren zijn pijnlijke plekken rond de neus en in de neusgaten vastgesteld, gekenmerkt door ontstekingen en korstvorming. Opvallend is dat de paarden verder gezond ogen en geen ziekteverschijnselen vertonen. Royal GD bezocht de voorbije week twee bedrijven om monsters van getroffen paarden te verzamelen voor nader onderzoek.
Mogelijke oorzaak: schimmeltoxines
Volgens prof. dr. Johanna Fink-Gremmels, specialist veterinaire farmacologie en toxicologie, wijst veel erop dat de huidproblemen veroorzaakt worden door mycotoxines – gifstoffen die door bepaalde schimmels in planten worden gevormd, vaak in het najaar.
Een van de meest waarschijnlijke boosdoeners is satratoxine. Over dit toxine is echter nauwelijks kennis beschikbaar, omdat het niet of nauwelijks aantoonbaar is. Een andere kandidaat is T2-toxine, dat wél aantoonbaar is en waarvan meer bekend is. Beide stoffen zijn bij direct huidcontact giftig en veroorzaken hevige pijn, vaak erger dan verwacht wordt op basis van de zichtbare huidletsels.
Behandeling: voorzichtigheid geboden
Pijnstillers blijken meestal weinig effect te hebben. Wat wel kan helpen, is het zacht afspoelen van de neus met koud of handwarm water, zolang het paard dit toelaat. Hoe sneller hiermee wordt begonnen, hoe minder uitgebreid de huidproblemen zich lijken te ontwikkelen. In sommige gevallen kan een ontsmettende zalf verlichting geven, maar als het aanbrengen te pijnlijk is, is niets doen vaak de betere optie.
Wanneer paarden niet langer in aanraking komen met de planten die de toxines bevatten, verdwijnen de huidproblemen vanzelf. Toch blijft het stellen van een sluitende diagnose lastig, aangezien de betreffende schimmelgifstoffen meestal niet aantoonbaar zijn.
Onderzoek door Royal GD en WBVR
Eva Dieterman, dierenarts bij Royal GD, bevestigt dat tijdens de bedrijfsbezoeken zowel bloedmonsters als huidmonsters zijn afgenomen. Deze worden momenteel onderzocht door Royal GD in samenwerking met Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). Mochten de analyses nieuwe inzichten of een afwijkende diagnose opleveren, dan zullen de bevindingen publiek worden gemaakt.