Bo Dictus pakt eerste zege in KNHS-Hartog Lucerne Trophy

Bo Dictus pakt eerste zege in KNHS-Hartog Lucerne Trophy

Bo Dictus won met haar pony Kelvin in De Mortel de eerste wedstrijd van het seizoen van de KNHS-Hartog Lucerne Trophy. Na een mooie tweede plaats voor haar stijl en een vijfde in het onderdeel op tijd betekende het de totaaloverwinning. Hoge punten voor zijn rijstijl waren er voor Thijmen Vos en zijn beide pony’s.





De KNHS-Hartog Lucerne Trophy is een wedstrijdenreeks voor ponyruiters in de klasse Z springen, waarin het eerste parcours beoordeeld wordt op de manier van rijden en het tweede onderdeel voor de hoogst geplaatsten een parcours direct op tijd is. De combinatie met de minste plaatsingspunten na beide onderdelen is winnaar.
In de eerste wedstrijd van 2017 in De Mortel dicteerde Bo Dictus de wedstrijd. Met haar vospony Kelvin reed ze een parcours dat met 79 punten gewaardeerd werd door bondscoach Edwin Hoogenraat. Dat leverde haar de tweede plaats op. Een foutloze rit in de tijd van 43.49 seconden resulteerde in de vijfde plaats en de over-all winst. “Bo rijdt met veel natuurlijke aanleg. Rijtechnisch is er misschien nog wel iets te verbeteren, maar ze laat het er heel makkelijk uitzien. Bo heeft ook een hele goede pony”, vertelt bondscoach Edwin Hoogenraat, die als jurylid optrad.

Liv Huijbregts kwam eindigde als tweede met hetzelfde aantal plaatsingspunten. Ze was met haar pony Enzovoort de snelste foutloze en daarmee de beste van het tweede onderdeel. Met 74 stijlpunten in het eerste onderdeel eindigde ze op plaats 6.

Thijmen Vos reed zich met twee pony’s in de top van het klassement en dankte dit aan hoge punten voor zijn manier van rijden. “Thijmen rijdt met veel gevoel en heeft al veel ruiterinstinct”, was Hoogenraat enthousiast. “Ik heb in De Mortel ruitertjes gezien waar ik als bondscoach in de toekomst veel plezier van kan hebben. Ze zijn elf, twaalf en dertien jaar oud en hebben nog wel begeleiding nodig. Als ze wat meer ervaring opdoen en ze dit jaar ook al naar internationale wedstrijden gaan, dan kunnen ze volgend jaar al heel goed mee gaan doen in de kaders en in landenwedstrijden bijvoorbeeld. Zeker als ze zich goed door ontwikkelen.”