Hoeveel water een paard nodig heeft is afhankelijk van weersomstandigheden, inspanning en voersoort. Dat maakt water een zeer belangrijk onderdeel van gezonde ‘voeding’. Het paard moet altijd over vers water kunnen beschikken.
Een mens drinkt gemiddeld 2 liter water per dag maar wist je dat een paard 30 tot 35 liter water per dag drinkt?
Op warme dagen kan dit oplopen tot wel 50 liter water. Het is dus heel belangrijk dat je je paard altijd over vers water kan beschikken.
Dit kun je hem aanbieden met automatische drinkbakken, in waterkuipen of emmers. Gebruik je een kuip in de wei, controleer die dan dagelijks om te zien of het schoon is en er voldoende water in zit. Maak het ook regelmatig schoon. Gebruik in dat geval alleen een spons en water en geen schoonmaakmiddelen. Door een bal in de waterkuip te leggen, blijft het water ook in de winter bruikbaar. Het water kan zo immers niet volledig bevriezen.
Houd er rekening mee dat ook de automatische drinkbak kan bevriezen. Tap waterleidingen tijdig af en geef water in emmers. Of neem een drinkwatersysteem waarin het water circuleert om bevriezing te voorkomen. Je kunt ook de leidingen isoleren of een thermostaat op de kraan te zetten. Hoewel het paard altijd water tot zijn beschikking moet hebben, zul je het aantal liters soms wel moeten doseren. Als hij na een zware training bijvoorbeeld grote hoeveelheden koud water drinkt, kan dat tot koliek leiden. Je kunt dit tegen gaan door een kleine steen in de automatische drinkbak te leggen. Het paard drinkt dan automatisch wat langzamer. Vergeet niet de steen na een uur weer weg te halen! Als het paard water krijgt uit een emmer, geef dan na de training kleinere hoeveelheden. Met een waterkuip is het uiteraard moeilijk doseren. Laat het paard dus nog even op stal staan, geef hem kleine porties water met een emmer en zet hem later weer buiten.